D Flashcards
1
Q
dringend
A
acute
2
Q
voorzien van
A
armed with
3
Q
aanwezig zijn (bij)
A
attend
4
Q
bankroet
A
bankruptcy
5
Q
op het spel staan
A
be at stake
6
Q
snakken naar
A
be in dire need
7
Q
ontwikkeling
A
development
8
Q
vanwege
A
due to
9
Q
geldinzameling
A
fundraising
10
Q
doorvoeren
A
implement
11
Q
van plan zijn
A
intend
12
Q
verplichting
A
obligation
13
Q
onzeker, hachelijk
A
precarious
14
Q
nodig hebben
A
require
15
Q
benadrukken
A
stress