Criminaliteit begrippen H8 Flashcards

1
Q

Wraak en vergelding

A

zijn er beide op gericht de dader een vervelende tijd te bezorgen omdat hij iemand anders leed heeft aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Genoegdoening

A

het slachtoffer en/of de nabestaanden voelen zich beter doordat de dader gestraft wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afschrikking

A

het bang maken van de dader en anderen om (opnieuw) een misdaad te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beveiliging van de samenleving:

A

iemand wordt opgesloten zodat hij de samenleving geen last kan bezorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Handhaving van de rechtsorde

A

door overtredingen en misdrijven te bestraffen worden de wetten en regels nageleefd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eigenrichting

A

mensen willen voor eigen rechter spelen en zelf de straf uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Resocialisatie

A

een poging om de dader te heropvoeden zodat hij zich aanpast aan de normen van de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Strafmaat

A

is de hoogte van een straf die een rechter maximaal kan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoofdstraf

A

de belangrijkste straf die de rechter oplegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geldboete

A

een straf waarbij de dader een geldbedrag moet betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hechtenis

A

een vrijheidsstraf die geldt voor overtredingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevangenisstraf

A

een vrijheidsstraf die geldt voor misdrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Werkstraf

A

: de dader doet verplicht nuttig werk voor de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bijkomende straf:

A

straf naast de hoofdstraf, zoals het rijbewijs afnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Terbeschikkingstelling (tbs):

A

de dader wordt ter behandeling opgenomen in een tbs-kliniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voorwaardelijke straf:

A

een straf die de dader alleen hoeft te ondergaan als hij in zijn proeftijd nog een keer hetzelfde soort delict pleegt.

17
Q

Schadevergoeding:

A

een strafmaatregel waardoor de dader de onkosten van het slachtoffer moet vergoeden.

18
Q

Spreekrecht

A

het recht van een slachtoffer of nabestaande om bij een ernstig misdrijf tijdens de rechtszitting te spreken.

19
Q

Slachtofferhulp

A

een organisatie die slachtoffers helpt met praktische en juridische zaken.

20
Q

Reclassering

A

instantie die verdachten en veroordeelden helpt en begeleidt.

21
Q

Recidive

A

iemand valt na een eerdere veroordeling terug in crimineel gedrag.