Criminaliteit begrippen H7 Flashcards
Dagvaarding:
de oproep om voor de rechter te verschijnen.
Rechtbank:
hier worden overtredingen en misdrijven behandeld door rechters.
Kantonrechter
: rechtbankrechters die zich bezighouden met lichte overtredingen.
Politierechter:
behandelt lichte misdrijven waarvoor maximaal één jaar gevangenisstraf wordt geëist.
Meervoudige kamer
drie rechtbankrechters die oordelen over zware misdrijven.
Gerechtshof:
hier gaat iemand in hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank.
Hoger beroep:
de verdachte of de officier van justitie legt een rechtbankzaak opnieuw voor aan het gerechtshof.
Hoge Raad:
is het hoogste rechtsorgaan in Nederland en behandelt cassatiezaken.
In cassatie gaan
een verdachte of de officier van justitie vraagt aan de Hoge Raad of in een zaak het recht goed is toegepast.
Jurisprudentie
is het geheel aan rechterlijke uitspraken.
Aanklacht / tenlastelegging:
onderdeel van de dagvaarding waarin het OM zegt waarvan het de verdachte beschuldigt.
Getuigen:
zijn mensen die iets hebben gezien of gehoord wat met de zaak te maken kan hebben.
Meineed
betekent liegen onder ede.
Spreekrecht
een slachtoffer of nabestaande van een ernstig delict mag iets zeggen tijdens de zitting.
Requisitoir
: de slottoespraak van de officier van justitie met daarin de strafeis.