College 8: coöperativiteit en implicaturen Flashcards
Leg uit waarom er een bepaalde hiërarchie zit in de Griceaanse maximes.
De maximes hebben niet allemaal dezelfde status. De maxime van kwaliteit en relatie zijn bijvoorbeeld belangrijker dan de anderen. Je gaat ervan uit dat een bewering waar en relevant zijn.
De kwantiteit maximes kunnen worden opgevat als een speciale vorm van relatie opvatten. Hetgeen dat te veel informatie bevat kan irrelevant zijn.
Wat zijn abductieve referenties?
Van gevolg tot oorzaak redeneren. Een arts kijkt naar de symptomen, de gevolgen, en stelt dan een diagnose (oorzaak). Een conversationele implicatuur lijkt enigszins erop. De spreker doet een bewering en de hoorder probeert te verklaren waar die taaldaad vandaan komt. Wat veroorzaakt die taaldaad (het gevolg). Een implicatuur komt voort uit een poging om te verklaren waarom de spreker dit gezegd heeft (en niet iets anders).
Wat zijn conservationele implicaturen?
Conservationele implicaturen worden afgeleid uit taaldaden (wat de spreker zegt). Dat wil zeggen dat ze worden afgeleid nadat de propositionele inhoud is bepaald. De spreker zegt iets, de hoorder interpreteert de uiting en moet vaststellen wat de propositionele inhoud is en welke taaldaad het is. Dat impliceert dat conservationele implicaturen niet aan woorden of andere zinsdelen zijn verbonden. Ze staan ook niet in het bereik van andere uitdrukkingen en hebben geen effect op waarheidscondities. Conservationele en conventionele implicaturen zijn dus totaal verschillende dingen.
Wat zijn kwaniteitsimplicaturen?
Dit is een specifiek geval van implicaturen. Het is de klasse waar de literatuur de meeste aandacht aan besteed. Het is de meest gedetailleerde analyse van bestaan.
De voetbaltrainer zegt: ‘De meeste spelers zijn fit’.
De voetbaltrainer gelooft dat niet alle spelers fit zijn.
Een implicatuur is altijd verbonden aan de context, in sommige gevallen is dat duidelijker dan anderen. We kijken naar redeneringen, maar dat hoeven niet perse psychische redeneringen te zijn. Het is een rationeel proces, maar niet psychologisch reëel. Het is niet zo dat mensen telkens bezig zijn met een proces van complex redeneren.
Wat is een competentie-uitspraak?
De competentie-uitspraak heet zo, omdat we ervan uit mogen gaan dat de spreker weet of het waar is of niet. Maar het had ook iemand kunnen zijn die altijd geneigd is om te geloven dat iets waar of onwaar is (altijd een mening heeft) valt ook onder de competentie-uitspraak. De context waar de competentie-uitspraak niet geldt, gaan we ervan uit dat de zwakke implicatuur geldt.
Waarom is ‘of’ een interessant geval?
‘Of’ is een interessant geval, omdat er veel interpretaties aan vasthangen. Of is trivaal, een van de twee disconjuncten is waar.
De interpretatie van een disjunctie is vaak rijker:
- Disjuncties zijn vaak exclusief, P of A maar niet beiden.
- Disjuncties impliceren vaak onwetendheid. Als ik P of A zeg dan lijkt het alsof ik niet weet of P of A het geval is.
- Disjuncties impliceren soms vrije keuze. Het lijkt alsof je mag kiezen tussen P of A.
Wat bedoelen we met een exclusieve disjunctie?
Disjuncties hebben vaak een exclusief gebruik:
Harry verkoopt auto’s of stofzuigers, maar niet allebei.
Maar dat is niet altijd het geval:
Als je auto’s of stofzuigers verkoopt, dan is dit een goede cursus voor jou. Dit interpreteer je niet als: als je allebei verkoopt dan mag je niet mee doen aan de cursus.
Wat is de link tussen een disjunctie en waarheidstabellen?
Je kunt de disjunctie in waarheidstabellen op te schrijven. De exclusieve disjunctie en de conjunctie zijn sterker dan de inclusieve disjunctie. Dit komt omdat hiervoor alles waar moet zijn, wil het goed zijn. Dus dan heb je een sterke ware propositie, terwijl bij de inclusieve disjunctie een van de twee variabelen waar moet zijn en dan is het al goed.