College 5: Taaldaden Flashcards
Wat is force conventionalisme?
Taaldaden zijn conventioneel. Ik gebruik bepaalde woorden en dan moet er een conventionele procedure zijn die ervoor zorgt dat je een bepaalde taalhandeling kan doen, bijv. een belofte. De woorden zijn allemaal gegeven, maar er moet een procedure zijn die een handeling tot een taaldaad maakt.
Wat zijn ceremoniële taaldaden?
Het zijn duidelijke voorbeelden van conventionele taaldaden, bijv:
- Hierbij open ik het korfbalseizoen.
- U bent ontslagen. Een werkgever dan een werknemer ontslaan als hij dat wil. Op basis van de conventie heeft hij dat ook gedaan, door dat te zeggen.
- De heer zij met U. n de conventie van de katholieke mis ligt vast dat de priester deze uitspraak moet zeggen. Door dit te doen, heeft de priester een taaldaad verricht.
Op welke andere manier komen taaldaden aan hun force conventionalisme volgens Strawson?
- Er zijn conventionele manieren om te smeken. Je kunt knielen, je armen in de hoogte brengen of zelfs iets zeggen.
- Het smeken is een taaldaad of een handeling waar speciale conventies niet perse voor nodig zijn. Je hebt er niet perse taal voor nodig, dus het is niet talig.
- De intenties van de spreker zijn essentieel. Als uit het handelen blijkt de spreker een intentie heeft, dan is dat een bepaalde manier van communicatie. Dat is de manier waarop taaldaden over het algemeen tot stand komen.
Dit is een mentalistische theorie
Wat doet Strawson in zijn theorie?
Aan de ene kant geeft hij toe dat er taaldaden zijn, waarvoor conventies vereist zijn. Maar aan de andere kant geeft hij aan dat het niet voor alles het geval is, bijv. bij smeken.
Wat is een mentalistische taaldaadtheorie?
Het zijn theorieën die de nadruk leggen op het mentale concept. Ze beginnen bij de mentale toestand van de spreker en de hoorder.
Welke factoren behoren tot de analyse van mentalistische taaldaden?
- De mentale toestand van de spreker.
- De communicatieve intentie van de spreker (speciaal geval van 1).
- De beoogde mentale toestand van de hoorder. Vaak wil je overbrengen wat je denkt aan de hoorder.
Waarom zijn ceremoniële taaldaden een uitzondering van mentalistische taaldaden?
Taaldaden zouden gedefinieerd kunnen worden door de mentale toestand van de spreker, een uitzondering daarvan zijn ceremoniële taaldaden. Als iemand het korbalseizoen wil openen en zegt, “Hierbij open ik het korfbalseizoen” dan is het irrelevant wat die voorzitter daarbij denkt. Hij heeft een taaldaad verricht, dus hij heeft iets in de sociale werkelijkheid gedaan. Zijn mentale toestand bij die uitspraak maakt niet uit. Het maakt niet uit of de voorzitter er zin in had of niet.
Wat is de psychologie van de hoorder?
Vaak beoogt een taaldaad de mentale toestand van de hoorder. Dan hebben we het over een ander aspect van de psychologie; de psychologie van de hoorder. Je kunt zeggen dat je taaldaden definieert als de mentale toestand van de spreker, maar je kunt ook de beoogde effecten van de hoorder erbij pakken. Er wordt zelde gekeken naar alleen maar de beoogde effecten van de hoorder bij taaldaden. (ook hierbij zijn ceremoniële taaldaden een uitzondering).
Wat is een communicatieve intentie?
Het idee is dat als een handeling in het algemeen verricht dan heb je daar bepaalde bedoelingen mee.
Wat maakt een taaldaad anders van andere handelingen volgens Grice?
Een taaldaad heeft de vorm van communicatieve intenties. Grice vraagt zich af hoe een zin aan zijn betekenis komt. Het antwoord van Grice op die vraag was, dat sprekers die woorden met bepaalde intenties/bedoelingen gebruiken. Dat is het begin van de communicatieve intenties, maar Grice gebruikte die term nog niet.
Welk onderscheid maakt Grice?
- Sentence meaning: talige betekenis. De betekenis van uitdrukkingen. Het gaat over taalsystemen: zinnen, woorden, etc. Dit is de semantiek.
- Speaker meaning: wat de spreker bedoelt wanneer hij een uitdrukking maakt. Dit noemen we tegenwoordig een communicatieve intentie. Dit gaat over de bedoelingen van een spreker, dus de pragmatiek. De bedoelingen/intenties van de spreker zijn cruciaal.
Wat is er bijzonder aan het woord ‘meaning’?
In het Engels is het woord dubbelzinnig. In het Nederlands is het woord niet ambigue. Maar omdat meaning meerdere betekenissen hebben, dacht Grice ook dat ze iets met elkaar te maken hebben. Hij wil sentence meaning herleiden tot speaker meaning. Dus het intuïtieve idee is dat het woord tafel een bepaalde betekenis heeft, doordat de spreker over het algemeen dat woord met een bepaalde bedoeling gebruiken. Waar wij het over communicatie intenties hebben, heeft Grice het over speaker meaning.
Wat zijn natuurlijke en een niet-natuurlijke betekenissen?
Natuurlijke betekenis kun je herleiden tot causaliteit. De niet-natuurlijke betekenis heeft dat causale karakter niet. In de jaren 50 hadden Engelse bussen nog een bel die geluid werd door de conducteur als de bus bij de volgende halte ging stoppen. Dus als de bel ging, zou de bus stopten. Dat is een betekenis die conventioneel gemaakt is. Daar heeft Grice het niet over. Grice heeft het wel over het feit dat die bel een bepaalde betekenis heeft. Dat komt doordat de bel in het verleden met die bedoelingen geluid werd door een persoon. Dus als je zegt dat rook vuur betekent, dan hoeft dat niet te betekenen dat er personen in het spel zijn waardoor het betekenis krijgt. Maar de relatie tussen de bel en stoppen, zorgt wel voor een betekenis door een persoon. Er liggen bij de natuurlijke betekenissen dus geen bedoelingen/intenties van personen op de achtergrond en bij niet-natuurlijke betekenissen wel.
Waar moet je op letten bij natuurlijke betekenissen?
Wanneer we het over natuurlijke betekenissen hebben, hebben we het over het feit dat rook een bepaalde betekenis heeft. Het is geen observatie over taal, maar over dingen/gebeurtenissen in de werkelijkheid en die hebben een bepaalde betekenis. Het onderscheid heeft betrekking op het soort van betekenis dat daarbij relevant kan zijn. Het is natuurlijk/causaal.
Wat is het belangrijkste voor Grice?
De intentie van de spreker is essentieel. Taal krijgt betekenis doordat mensen iets met bedoelingen doen. De intuïtie is dat er eerst bedoelingen zijn, eerst een inhoudelijke intentie van de spreker en die geven wij als het ware via taal door aan de uitdrukkingen. Betekenis heb je in je hoofd en via taal geef je die betekenis door.
Wat is de eerste stap van Grice’s methode?
De spreker doet iets, waardoor de hoorder gelooft dat P het geval is (oorzaak-gevolg). Je zegt bijv. dat het regent, waardoor de hoorder denkt dat het regent. Het is vrij makkelijk om met een tegenvoorbeeld aan te geven dat communicatie niet zo werkt op die manier. Het tegenvoorbeeld dat Grice gebruikt is het voorbeeld van een man die in een rokkostuum over straat loopt. Hij laat voorbijgangers denken dat hij gaat dansen (dat was gebruikelijk in de jaren 50). Maar dat is geen communicatie volgens Grice.
Wat is de tweede stap van Grice’s methode?
De spreker heeft de bedoeling om de hoorder te geloven dat P is. Bij communicatie is er sprake van bedoelingen. Communicatie heb je niet als de spreker geen intenties heeft. Stel iemand vermoord zijn vrouw en wil de buurman er voor op laten draaien. Hij legt de zakdoek van de buurman bij het lijk. Zo komt de politieagent tot de conclusie dat de buurman de vrouw vermoord heeft. Dan heeft de spreker iets gedaan om de agent te laten geloven dat de buurman de vrouw heet vermoord. Dat is geen communicatie, dat is misleiding. Er lijkt iets essentieels aan communicatie te ontbreken, namelijk dat communicatie bij uitstek een publiek verschijnsel lijkt te zijn. De spreker doet iets om in openheid iets van de ander wilt. Dat is precies het element dat Grice dan in de volgende stap van de analyse inbrengt.
Wat is de derde stap van Grice’s methode?
De spreker heeft de bedoeling dat de hoorder die bedoeling als zodanig herkent en dat de hoorder gelooft dat P. Het is een bedoeling die betrekking heeft op zichzelf. Niet alleen de spreker heeft die bedoeling, de hoorder herkent die bedoeling ook: het belangrijkste element van communicatieve intenties. Dit heeft een publiek karakter. Tegenvoorbeeld: Herodes, Salome en Johannes de Doper. Herodes had een oogje op Salome, zijn stiefdochter. Zij mocht een wens doen en zij wilde het hoofd van Johannes de Doper, daar had ze een hekel aan. De wens mocht hij doen, omdat Herodes wilde dat zij hem aardig vond. De lakeien dragen uiteindelijk het hoofd van Johannes de Doper op een zilveren schaal naar binnen. Daardoor gelooft Salome dat Johannes de Doper dood is. Dit voorbeeld voldoet aan het criterium. Herodes heeft de bedoeling dat Salome gaat geloven dat Johannes de Doper dood is. Salome herkent als zodanig de dood van Johannes de Doper. Maar volgens Grice is dit niet zo. Ze hoeft die intentie van Herodes niet te zien, ze kan als zien dat Johannes de Doper dood is door naar zijn hoofd te kijken. Er is dus geen causaal verband tussen de bedoeling en de bedoeling die je wil herkennen.
Wat is de laatste stap van Grice’s methode?
De spreker heeft de bedoeling dat de hoorder die bedoeling als zodanig herkent en daardoor gelooft dat P. Dat is de definitie van speaker meaning (tegenwoordig communicatieve intentie). Geen tegenvoorbeeld.
Wat is er problematisch aan Grice’s methode?
Het lijkt te omslachtig. Voor Grice betekent dat er een intentie wordt uitgedrukt en die intentie is geslaagd als de hoorder die intentie als zodanig herkent. Dat lijkt te impliceren dat wij voortdurend bezig zijn met de intenties en de communicatieve intenties van anderen.
Grice: natuurlijk zijn wij niet voortdurend bezig met de psychologische complexiteiten rondom communicatie intenties.
Welke kritiek heeft McGinn op Grice’s methode?
Volgens McGinn kunnen er mentale toestanden zijn zonder taal. Kijk maar naar dieren en jonge kinderen. Mentalisten zeggen dat voor dat je gaat communiceren er mentale toestanden moeten zijn, voor je kunt communiceren met anderen. Maar er zijn ook filosofen die denken dat om intenties te hebben, moet je taal hebben. Dus taal maakt het mogelijk om intenties te hebben.
Op welke twee punten is het Griceaanse model problematisch?
Het Griceaanse model veronderstelt dat we mentale toestanden (intenties) moeten kunnen toeschrijven voordat we kunnen gaan communiceren. Dit is problematisch vanuit twee gezichtspunten:
- Taalverwerving: dat roept de vraag op hoe kleine kinderen dat kunnen doen. Volgens McGinn kan dat wel. Maar hoe kun je verklaren dat een baby, die nog geen intenties aan andere toeschrijven, hoe kunnen zij zich ontwikkelen dat ze met andere communiceren. Grice zou voorspellen dat kinderen eerst intenties aan andere leren toe te schrijven en dan pas taal leren.
- Evolutie van taal: hoe kun je de overgang van wezens die nog geen intenties kunnen overschrijven aan wezens die wel talige communicaties hebben. Moeten we dan eerst die intenties ontwikkelen of eerst de taal? Je krijgt een analoog probleem. Je moet aannemen dat onze verre voorouders er individuen waren die intenties en geloof aan anderen toeschrijven die nog geen taal hadden.
Waarom is het knippen van een foto analoog aan het tegenvoorbeeld van Herodes dat Grice gebruikt in zijn methode?
Als je een foto maakt van iets dan is er een direct causaal verband tussen de foto en het object. Als je een tekening maakt van hetzelfde object dan duidt dit niet op een direct causaal verband, want de tekenaar geeft zijn eigen interpretatie eraan. De camera is een mechanisch proces daarentegen. Dus als je iemand een foto van dat object laat zien is dat enigszin analoog aan het voorbeeld van het hoofd van Herodes. Je hebt niet perse iemand nodig die jou de foto toont om te weten waar het over gaat. Als je iemand een tekening van iets laat zien is dat meer een communicatieve handeling. Je toont niet alleen de tekening, maar ook de interpretatie van iemand. Dus het is minder causaal.