college 7 - psychopathie, emoties en cognitieve distorties Flashcards
Cleckly
had gesprekken met mensen waar er op het eerste gezicht niks mis mee leek te zijn. toch lieten deze mensen grensoverschrijdend en delinquent gedrag zien –> the mask of sanity
the mask of sanity
een poging om problemen over de zogenoemde psychopathische persoonlijkheid op te helderen
checklist Cleckly
- oppervlakkige charme en normale tot bovengemiddelde intelligentie
- afwezigheid van wanen en irrationeel denken
- gebrek aan angst of andere neurotische symptomen, is kalm en verbaal soepel
- onbetrouwbaar, veronachtzaming van verplichtingen en geen gevoel van verantwoordelijkheid
- leugenachtig gedrag en onbetrouwbaarheid
- ongepland antisociaal gedrag
- antisociaal gedrag met inadequate motieven
- slecht beoordelingsvermogen of falen om te leren uit ervaringen
- pathologisch egocentrisme en afwezigheid van liefde en gehechtigheid
- afwezigheid van diepe en blijvende emoties
- het ontbreken van zelfinzicht en onvermogen zichzelf te zien zoals anderen dat doen
- ondankbaarheid voor vriendelijkheid en wantrouwen
- hinderlijk gedrag, vulgariteit, grofheid, snelle stemmingswisselingen, streken voor entertainment
- geen geschiedenis van echte zelfmoordpogingen
- onpersoonlijk en triviaal seksleven
- ontbreken van een levensplan en een geordend leven, behalve voor destructieve doeleinden
Karpman
maakte onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie
primaire psychopathie
- affectieve stoornis (je voelt minder emoties zoals spijt, schuld en angst)
- genetische aanleg
- trait anxiety laag (gebrek aan angst)
trait anxiety
stabiele persoonlijkheidstrek die aangeeft hoe vatbaar iemand is om regelmatig angstig te zijn in verschillende situaties
state anxiety
een tijdelijke toestand van angst in een specifieke situatie
secundaire psychopathie
- emotionele verstoring (ervaren wel emoties, maar minder; nog steeds meer dan primaire psychopathie)
- omgevingsfactoren
- trait anxiety hoog (neurotisch)
oorzaken primaire psychopathie
- genetisch/biologisch
oorzaken secundaire psychopathie
trauma, misbruik, verwaarlozing, etc.
Levenson (emotionele hechting vs impulsiviteit)
- veilige hechting kan de impulsiviteit verminderen.
- impulsiviteit kan de ontwikkeling van sterke emotionele hechtingen verstoren en leidt vaak tot ondoordachte beslissingen die relaties onder druk zetten
PCL-R
beoordelen van psychopathische trekken bij individuen, vooral in forensische populaties
interpersoonlijke factor PCL-R
- oppervlakkige charme
- grandioos gevoel van eigenwaarde
- pathologisch liegen
- manipulerend gedrag
affectieve factor PCL-R
- gebrek aan wroeging/schuldgevoel
- oppervlakkig emoties
- kil/gebrek aan empathie
- geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag
levensstijl factor PCL-R
- prikkelhonger/ neiging tot verveling
- parasitaire levensstijl
- ontbreken realistische lange termijn doelen
- impulsiviteit
- onverantwoordelijk gedrag
antisociale factor PCL-R
- gebrekkige gedragsbeheersing
- gedragsproblemen jonge leeftijd
- jeugdcriminaliteit
- schending voorwaarden
- veelsoortige criminaliteit
parasitaire levensstijl
anderen gebruiken voor je doeleinden
oorzaak psychopathie (correlaten)
- tekortkoming in emotionele reactiviteit
- tekortkoming in cognitieve verwerking
- tekortkoming in frontale cortex (impulscontrole/impulsinhibitie)
- tekortkoming in amygdala (angst/ negatieve emoties)
tekortkoming in emotionele reactiviteit
voornamelijk bij negatieve emoties: minder gevoelig voor dreiging en straf, geen angst, zwakke gedragsinhibitie (BIS)
tekortkoming in cognitieve verwerking
beperkte respons modulatie
respons modulatie hypothese (RMH)
- psychopathische individuen hebben moeite met het aanpassen van hun gedrag in reactie op veranderende omgevingsomstandigheden
-psychopathie is een aandachtsstoornis en niet veroorzaakt door een verminderde angst of empathie (ze herkennen cues voor passend sociaal gedrag, zoals angst of empathie niet) - verhoogde gevoeligheid voor beloning
- niet leren van straf alleen als er een beloning aanwezig is (geld voor neutrale en straffende stimuli)
etiologie psychopathie en delictgedrag
- verhoogde sensatiezucht
- lage angst hypothese
- responsmodulatiehypothese
verhoogde sensatiezucht
er is een hypo-arousal –> ‘stimulatie honger’
lage angsthypothese
- afwezigheid van angst
- voornamelijk gelinkt aan antisociale gedragingen en minder aan persoonlijkheidstrekken/ psychopathologie
DSM-5 sectie II ASPS
a. pervasief patroon van onverschilligheid voor en schending van de rechten van anderen, sinds de leeftijd van 15 en gekenmerkt door 3 (of meer) van de volgende:
1. niet in staat zich te gedragen conform de maatschappelijke norm
2. bedrog
3. impulsiviteit
4. irriteerbaarheid
5. roekeloze onverschilligheid
6. weinig verantwoordelijkheidszin
7. gebrek aan spijt
DSM-5 sectie III ASPS
a. matige of ernstige beperkingen in persoonlijkheidsfunctioneren, met moeilijkheden in 2 of meer van de volgende 4 gebieden
1. identiteit
2. zelf-directiviteit
3. empathie
4. intimiteit
identiteit ASPS
egocentrisme, identiteit hangt op aan macht
zelf-directiviteit ASPS
doelen stellen gebaseerd op persoonlijk voordeel, geen prosociale interne standaarden, niet voldoen aan normatief ethisch gedrag opgelegd door wet of cultuur
intimiteit ASPS
incapabel tot mutueel intieme relaties, enkel uitbuiting, bedrog, dwang, gebruik van intimidatie en dominantie om anderen onder controle te houden
verschil ASPS en psychopathologie
- ASPS: specifieke persoonlijkheidsstoornis, beperkt tot antisociaal gedrag, gebrek aan empathie, manipulatie en impulsiviteit
- Psychopathie: studie van mentale stoornissen in het algemeen, omvat diverse psychische aandoeningen, emotionele en cognitieve symptomen en variatie in aandoeningen
spijt
gaat over counterfactual thinking, wat is er gebeurd en wat kon er gebeuren
teleurstelling
verschil tussen een daadwerkelijke uitkomst en verwachte uitkomst
verdriet
gerelateerd aan overige emoties
schaamte
vaak tav morele of legale overtredingen
berouw
diep gevoel van spijt
boetedoening
het proces waarbij iemand erkent dat hij of zij fout is geweest en probeert de gevolgen van die fouten recht te zetten of goed te maken
evaluatie component: zelf-vs-gedrag onderscheid
- begrijpen hoe mensen hun daden en zichzelf beoordelen na het maken van een fout
- schuld: focus op iemands gedrag (‘ik heb iets slechts gedaan’)
- schaamte: focus op de zelf (‘ik ben een slecht persoon’)
gedragscomponent: publiek-vs-prive onderscheid
- de context waarin de overtredingen of fouten plaatsvinden, wat invloed heeft op de emotionele reactie en daaropvolgende acties
- privé fouten: leiden tot schuld, je repareert de fout
- publiekelijke fouten: leiden tot schaamte, je trekt je terug uit de publieke sfeer
spijt en crimineel gedrag
- spijt en andere morele emoties helpen bij het vermijden/stoppen van crimineel gedrag
- spijt –> erkenning van eigen keuze, en dus morele verantwoordelijkheid
- spijt –> gedragsmatige verbetering
- onverwachte uitkomst –> spijt na het delictgedrag
relatie morele emoties en psychopathie
- gebrek aan (morele) emoties)
- er is wel een aanwezigheid van (morele) emoties
gebrek aan morele emoties bij psychopathie
- gebrek aan schuld, schaamte en spijt
- gebrek aan emoties –> geen ethische richtlijnen die gedrag leiden –> verhoogd risico op antisociaal gedrag
wel aanwezigheid van (morele) emoties en psychopathie
- emoties worden ervaren, maar leiden niet tot gedragsverandering
- negatieve emoties bij het maken van slechte keuzes
- ervaren van spijt is geen signaal voor toekomstig gedrag
- tekortkoming in ordenen en integreren van informatie over kosten en baten
morele ontkoppeling
je gaat redenen verzinnen waarom het niet zo erg was, je er zelf niks aan kon doen, of waarom het aan het slachtoffer lag
morele ontkoppeling, morele emoties en psychopathie (2 standpunten)
- morele ontkoppeling is niet nodig, want er is geen zelfsanctie/ schuldgevoel na onethisch gedrag
- lagere zelfcontrole –> meer behoefte aan morele ontkoppeling
grote studie psychopathie
- mannen ervaren minder schuld dan vrouwen
- mannen rapporteren meer egocentriciteit en minder schuldevaluatie en sociaal terugtrekken
- man en vrouw gelijk in de neiging tot spijt
- alle factoren van psychopathie hangen samen met de gedragscomponent van schaamte
- primaire kenmerken: minder schuld
- secundaire kenmerken: meer spijt, minder schuld
- rol van morele ontkoppeling alleen bij antisociale en egocentrische kenmerken