college 6 - stoornis en delict Flashcards
general aggression model
verklaart agressief gedrag dmv persoonlijke en omgevingsfactoren
op welke drie niveaus van factoren is het GAM gebaseerd?
- input
- routes
- uitkomst
input (GAM)
hoe iemand situaties/gebeurtenissen interpreteert en hoe zij reageren
persoonlijke factoren input
eigenschappen van het individu, zoals persoonlijkheid, eerdere ervaringen, waarden, overtuigingen, en biologische factoren (zoals hormonen en temperament).
Voorbeelden zijn een lage zelfcontrole of eerdere blootstelling aan geweld.
situationele factoren input
omgevingsfactoren die agressief gedrag kunnen uitlokken, zoals het ervaren van frustratie, provocatie, blootstelling aan geweld in de media, alcoholgebruik of hoge temperaturen.
routes/ huidige interne toestand (GAM)
de onmiddellijke psychologische toestand van een persoon die wordt beïnvloed door de inputfactoren
–> affect, cognitie en arousal
cognitie (GAM)
Gedachten of interpretaties van een situatie.
VB: als iemand wordt uitgescholden, kan hij of zij dit interpreteren als een aanval, wat agressieve reacties kan aanwakkeren.
affect (GAM)
de gevoelens die iemand heeft op dat moment, zoals boosheid of irritatie
arousal (GAM)
Verhoogde fysieke opwinding, zoals een verhoogde hartslag of spanning, kan ook agressie bevorderen. Arousal kan afkomstig zijn van stress, fysieke inspanning of angst.
uitkomst (GAM)
- automatische processen
- gecontroleerde processen
definitie ADHD
DSM-5:
- aandachtsdeficiëntie-/hypoeractiviteitsstoornis
- neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
- hardnekkig patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit
- belemmert het dagelijks functioneren of de ontwikkeling in significante mate
verschil tussen screening en diagnose bij ADHD
- over-inclusieve screening (bv. WURS)
- screening weinig sensitief in daderpopulaties
- B-BAARS instrument
over-inclusieve screening (WURS)
screening is gericht op een brede verzameling aan symptomen, die niet altijd exclusief zijn voor adhd (bv. concentratieproblemen, rusteloosheid en impulsiviteit).
–> hoog percentage fout-positieven
waarom is screening weinig sensitief in daderpopulaties
omdat veel van de gedragingen die kenmerkend zijn voor ADHD (zoals impulsiviteit en moeite met het volgen van regels) ook vaak voorkomen bij criminelen of delinquenten zonder ADHD
B-BAARS instrument
kort screeningsinstrument waarbij er minder sprake is van over-inclusie. Het is meer gericht op de kern-symptomen van adhd
complexiteit van adhd in forensische psychologie
- weinig middelen en expertise
- onder-diagnostisering
- lastig vast te stellen dat adhd functioneren belemmert
waarom is er onder-diagnostisering van adhd in forensische psychologie
adhd symptomen worden toegeschreven aan slecht gedrag of opstandigheid
waarom is het lastig vast te stellen of adhd het functioneren belemmert in de forensische psychologie
in een instelling worden patiënten van structuur voorzien
prevalentie adhd
- dader vs algemene populatie: 5-10x meer bij daders
- geen verschillen in leeftijd
- gevangenis: gebrek aan beschermende factoren voor vrouwen met adhd en vrouwen met adhd hebben meer risicofactoren voor detentie
comorbiditeit adhd
- stemmingsstoornissen (OR 4.5)
- angststoornis
- antisociale persoonlijkheidsstoornis (bij jeugd: conduct disorder)
- aan middelen gebonden stoornis (OR 2.41)
- PTSS
- niet aangeboren hersenafwijking
- autisme spectrum stoornis
PTSS en adhd
PTSS kan ervoor zorgen dat iemand zijn aandacht er moeilijk bij kan houden
Niet aangeboren hersenafwijking en adhd
kan ervoor zorgen dat iemand zijn aandacht moeilijk erbij kan houden
adhd en delictgedrag
- duidelijke link met delinquentie, gearresteerd worden en veroordeling op jonge leeftijd
- gelinkt aan recidive
- gebrek aan inhibitiecontrole
- gelinkt aan (reactieve) agressie
- veel discussie over rol adhd bij delinquentie en recidive
adhd en recidive
- gevangenen met adhd hebben niet perse een verhoogde kans op recidive
- mensen met adhd recidiveren sneller en niet per se meer