college 2/3 - klinische verklaringsmodellen Flashcards
Risk-Need-Responsivity Model
wat is het risico dat iemand het opnieuw doet, kunnen we iemand behandelen en hoe moeten we iemand behandelen om recidive risico te verlagen
risicoprincipe
- aansluiting bij risiconiveau dader
- iemand met een laag risico krijgt een minder intense behandeling, dan iemand met een hoog risico
behoefte principe
behandelen van de criminogene behoeften
criminogene behoeften
veranderbare risicofactoren die direct samenhangen met recidive
welke criminogene behoeften zijn er
- criminele/ antisociale geschiedenis
- antisociale attitudes
- antisociaal netwerk
- antisociaal persoonlijkheidspatroon
- familie/ partnerrelatie
- opleiding/ werk
- middelenmisbruik
- vrije tijd/ ontspanning
criminele/antisociale geschiedenis (risico en bescherming)
- risico: betrokkenheid bij verschillende criminele activiteiten in meerdere settings, arrestatie op jonge leeftijd, schending voorwaarden
- beschermend: crimineel gedrag is afwezig of zo zeldzaam dat deze minimaal bijdragen aan pro-criminele attitudes
antisociale attitudes (risico en bescherming)
- risico: positieve attitudes, overtuigingen en waardes over criminaliteit. gevoelens van boosheid en irritatie, wrok en uitdagen. negatieve attitudes richting het rechtssysteem en wetten. crimineel gedrag is belonend, identificatie met criminelen
- beschermend: afkeuren van pro-criminele gevoelens; de persoonlijke identiteit is prosociaal
antisociaal netwerk (risico en beschermend)
- risico: pro-crimineel/ antisociaal netwerk en/of isolatie van pro sociale anderen
- beschermend: sterke band en frequente omgang met pro-sociale anderen, geen band met criminele/antisociale anderen
antisociaal persoonlijkheidspatroon (risico en beschermend)
- risico: impulsiviteit, thrill seeking, gegeneraliseerd problematisch gedrag, agressie, rusteloosheid, onverschilligheid naar anderen, snel geïrriteerd
- beschermend: hoge zelfcontrole en goede probleemoplossende vaardigheden
familie/partnerrelatie (risico en beschermend)
- risico: binding met familie en relaties als volwassene. beperkte zorg, opvoeding en supervisie. slechte familierelaties, interpersoonlijke relaties
- beschermend: adequate opvoeding en zorg in combinatie met toezicht en supervisie
opleiding en werk (risico en beschermend)
- risico: ontevredenheid met interpersoonlijke relaties, problematisch functioneren en geen voldoening op school en/of werk
- beschermend: sterke binding met mede studenten/ collega’s en autoriteitsfiguren. hoge niveaus van voldoening uit school/werk
middelenmisbruik (risico en beschermend)
- risico: problemen/misbruik met alcohol of andere middelen
- beschermend: geen risicovol gebruik van middelen, negatieve gevoelens richting middelengebruik
vrije tijd/ontspanning (risico en beschermend)
-risico: laag niveau van betrokkenheid en tevredenheid en beperkingen op pro-sociale vrijetijdsbesteding
- beschermend: hoog niveau van betrokkenheid en tevredenheid met de pro-sociale vrijetijdsbesteding
responsiviteitsprincipe
- aansluiting bij de capaciteiten van de dader
- risicofactoren zijn voorspellend, maar niet de onderliggende reden –> je moet altijd verder vragen naar waarom
algemene responsiviteit
- je moet ethisch handelen, weten wat je doet, evidence based werken
- cognitieve sociale leerinterventies (beloning en straf)
- GP/persoonlijkheidsproblematiek
- cognitief/ zelfbewuste regulatie (–> impulsbeheer)
- leren door interacties van anderen, beloning en straf
GP - persoonlijkheidsproblematiek
problematische persoonlijkheidskenmerken die niet perse gediagnosticeerd hoeven te zijn (bv. impulsief of egocentrisme), die bijdragen aan crimineel gedrag
specifieke responsiviteit
pas behandeling aan op specifieke kenmerken van de behandelsituatie en van de beoordeelde
- geringe motivatie
- leeftijd, geslacht, leerstijl en culturele aspecten
- gebruik kennis over passende behandelmethoden (bij bijv. iemand met angst)
- aandacht aan niet criminogene factoren (bv. zelfrespect)
Wat kan je doen als iemand geringe motivatie heeft voor behandeling
- werk aan sterktes
- verlaag persoonlijke en situationele barrières
- creëer een goede behandelrelatie
- prioriteer persoonlijke doelen
waar wordt gebruik van gemaakt bij risicotaxatie
- empirische grondlegging van de risicofactoren
- statistische benadering aangevuld met klinisch inzicht
–> gestructureerd klinisch einddoel
waarop zijn taxatie-instrumenten gericht
- het type delict (algemeen, seksueel
- type dader (persoonlijkheid, leeftijd)
stapeleffect RNR model
als je het model niet gebruikt kan het averechts werken. Hoe meer principes je toepast, hoe groter het effect van het model.
kritiek RNR model
- gaat puur over risicofactoren niet over de mensen zelf en hun kwaliteiten. het is probleemgericht
- weinig focus op responsiviteit van patiënt en motivatie voor therapie
- te weinig focus op de relatie tussen patiënt (pure focus op wat mis is met de patiënt is niet bevorderlijk)
- geen aandacht voor persoonlijke identiteit (one size fits all)
- moeilijk te integreren
good lives model
constructieve benadering, gebaseerd op de kracht van iemand
Seligman
het gaat om het verbeteren van vaardigheden voor het verkrijgen van primaire sociale goederen –> subjectief welbevinden