College 2 Immunotherapie – biologicals Flashcards

1
Q

Welke drie soorten medicijnen zijn er?

A
  1. traditionele medicijnen: small molecules
    Bvb aspirine, ibuprofen, atorvastatine
  2. biologics: large molecular weight molecules
    bvb. insuline, infliximab, filgrastim
  3. plasma derived products (uit plasma van mensen): large molecular weight molecules
    bvb Ig, albumine, stollingsfactoren, C1-esterase inhibitor, alfa-1-antitrypsine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kwam men vroeger aan insuline en wat is hier nadelig aan?

A

Uit dieren (bvb runderen)
- reactie door vorming Ab dat insuline neutraliseert
–> patienten moesten heel veel spuiten

  • duur
  • tijdrovend
  • kwaliteit is erg variabel
  • geen constante werking waardoor lastig inschatten hoeveel iemand moet hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een analoog?

A

een medicijn waarbij er iets in de AZ volgorde verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een biosimilar?

A

Een medicijn bestaande uit dezelfde AZ, maar dat net op een andere manier geglycosyleerd is

–> kan gemaakt worden als patent verlopen is op original

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kwam men vroeger aan groeihormoon en wat was hier het gevolg van?

A

Uit overleden mensen
–> ziekte van creutzfeldt Jakob door pionen (verkeerd gevouwen eiwitten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kwam met een GH toen ze dit niet meer uit overledenen haalden?

A

Recombinant DNA-technolgoie
Gen in plasmide –> in bacterie stoppen –> groeien –> GH isoleren

Hierna zijn allemaal biosimilars gemaakt op originele GH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem enkele voorbeelden van biologicals?

A
  • EPO
  • IFN
  • MAB
  • eiwitten
  • vaccinaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn biologicals?

A

Therapeutische producten die gemaakt zijn dmv genetische manipulatie van LEVENDE cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt de productie van een biologic?

A
  1. DNA wordt in bacterie gebracht
  2. in een vat gestopt
  3. cel expansie
  4. cel productie in bioreactors
  5. filtratie en centrifugeren
  6. zuivering door chromatografie: binding en wegwassen ongebruikte/ongewenste dingen
  7. karakteristiek en stabiliteit
  8. gezuiverd bulk medicijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is nodig om biologicals op grote schaal te kunnen produceren?

A

Genoeg cellen
Meer cellen = meer product
≥ 15 000 L cellen in een vat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe loopt de groeicurve van cellen?

A
  1. lag time
  2. exponentiële toename
  3. stationair
  4. afsterving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar kan allemaal variatie zitten bij biosimilars?

A
  • andere cellijn
  • andere groeimedium
  • andere methode van expansie
  • andere bioreactie condities
  • verschillende operationele omstandigheden
  • verschillende bindings en wegwas manieren
  • verschillenden methoden van karakterisatie en stabiliteit
  • verschillende reagents
  • verschillende standaards
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn criteria voor de cellen om biologicals mee te produceren?

A
  1. vrij van virussen
  2. DNA, Vrije AZ, onnodige eiwitten eruit –> ZUIVER proteine wat je nodig wil over houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het verschil tussen chemische geproduceerde moleculen (a) en biologicals (b) op het gebied van:
- grootte
- productieproces
- product
- duidelijkheid proces
- product verlies
- contaminatie risico
- analytische technieken
- proces beheersing

A
  • grootte
    a) klein
    b) groot
  • productieproces
    a) simpel
    b) complex
  • product
    a) robuust –> tablet
    b) kwetsbaar (zijn eiwitten die door humane gastro-intestinale systeem kunnen worden opgenomen/afgebroken) –> injectie
  • duidelijkheid proces
    a) duidelijk en goed beschreven
    b) variabel
  • product verlies
    a) laag
    b) kan hoog zijn (> 30%)
  • contaminatie risico
    a) laag
    b) hoog
  • analytische technieken
    a) simpele technieken
    b) complexe technieken
  • proces beheersing
    a) beheersbaar
    b) minder beheersbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de definitie van biologicals volgens de FDA? en de EMA?

A

FDA:
- eiwit van > 40 AZ
- geproduceerd in levens systemen (meestal met recombinante DNA-technieken)
- waarbij productieproces variabel is –> subject variatie
–> identieke kopieën kunnen NIET gemaakt worden

EMA:
- medicijn waarvan de actieve substantie gemaakt is door een levens organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke Ab wordt vaak gebruikt als biological en waarom? wat voor mix van moleculen is dit? waardoor komt dat?

A

IgG: lange T1/2

heterogene mix van structureel gerelateerde isovormen

Door mutaties, RNA splicing, post-translationele modificaties (glycosylaties) en proces effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is glycosylatie?

A

Versuikering van eiwitten (vaak glycoproteinen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

waarom is de glycosylering bij biosimilars anders?

A
  • er is geen DNA template for glycanen –> kan erg verschillend zijn per dier bvb –> hier kunnen we soms wel en soms geen invloed op hebben
  • de structuur hiervan hangt af van meerdere factoren
  • de regulatie is slecht begrepen (uitgebreid proces met enzymen)
  • verschilt per mens heel erf afhankelijke van allerlei factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat kan er fout gaan bij biologicals en hoe noemen we dit?

A

Misfolding ziekte
doordat er veel moet gebeuren waarbij fouten gemaakt kunnen worden
- DNA transcriptie
- RNA productie
- translatie in ribosomen
- post-translationele modificaties: fosfaten, lippiden, koolhydraten gekoppeld
- proteolytisch knippen: verändernden in chemische natuur of AZ (formatie)
- glycosylatie
- behoud tijdens transport: opslagcondities kunnen tolerant zijn voor bepaalde degradatie pathways zoals oxidatie, deaminatie en aggregatie

–> bij fouten kunnen er verkeerd gevouwen eiwitten ontstaan = misfolding protein

20
Q

waarom zijn biologicals minder voorspelbaar?

A

omdat gemaakt wordt door levende cellen kunnen er in die cellen veranderingen optreden en daardoor ook in het product

21
Q

Welke soorten MABs zijn er?

A
  • Ab
  • Fusie eiwit: receptor verbinden met Fc-deel van Ab –> iets wegvangen wat in het bloed zit (bvb TNF)

Oha werken Ab wel beter dan receptoren

22
Q

Hoe kunnen we MABs herkennen aan de naamgeving?

A

Volledig humaan = -umab
gehumaniseerd (5-10% muis)= -zumab
chimeer (25% muis) = -ximab
Volledig muis = -omab

23
Q

Wat zijn de effector mechanismen van TNF-a?

A
  • induceert chemokines, cytokines, adhesie moleculen, MMPs (matrix metalloproteases), angiogenese en acute fase eiwitten
  • verhoogt inflammatie cell recruitment naar inflammatoir weefsel
  • draagt bij aan: anemie, leukocytosis en trombocytosis
  • inflammatie en weefsel schade
24
Q

wat kan je krijgen als TNF-a afwezig is?

A

TBC

25
Q

bij welke ziektebeelden speelt TNF-a een grote rol?

A
  • Crohn
  • DM1
  • MS
  • Sarcoidose
  • Psoriatische artritis
  • psoriasis
  • ankyloserende spondylitis
  • RA
  • SLE
  • uveitis
26
Q

Bij welke ziekten kunnen we GEEN anti-TNF geven en waarom niet?

A
  • lupus (SLE)
  • MS

Omdat deze ziekten ook al een bijwerking zijn van anti-TNF –> verergeren

  • DM1
27
Q

Bij welke ziekten gebruiken we anti-TNF?

A
  • Crohn
  • Sarcoidose
  • psoriatische artritis
  • psoriasis
  • ankylosernde spondylitis
  • RA
  • uveitis
28
Q

wat is de T1/2 van IgG?

A

3 weken (geldt ook voor biologicals)

29
Q

waardoor is de T1/2 van IgG vrij lang?

A

Door neonatale Fc-R
–> hergebruik van IgG

Gebeurt bij zowel lichaamseigen IgG als medicijnen

T1/2 –> 2-3 wk

30
Q

HOe werkt de FcRn?

A
  • opname IgG en Ag de cel in endosoom
  • FcRn bindt IgG in het verzuurde endoom
  • Sortering van IgG-FcRn complexen
  • IgG-FcRn wordt via recycling endosoom naar oppervlakte van cel gebruikt waarbij het weer loslaat door normale pH waarde
  • Ag/eiwiten blijven in het endosoom en worden afgebroken door lysosoom (gebeurt ook bij ongebonden IgG)

ENKEL BIJ IgG!!
Vooral in endotheelcellen

31
Q

Waarvoor is de FcRn naast recycling van IgG nog meer belangrijk?

A

Transport van IgG over de placenta van moeder naar kind
Na de 3e maand

32
Q

Hoe oud kunnen sommige plasmacellen worden?

A

10-20 jaar

33
Q

wat is de T1/2 van IgE?

A

2 dagen

34
Q

wat zijn belangrijke aanknopingspunten voor biologics?

A

IL-1 productie door Mf
dus Anti-IL1
- Anakinra
- Canakinumab

Wegvangen van IgE
- omalizumab

Anti-CD20
- Retuximab

Binding van CD80/86 van B-cel of APC op CD28 van T-cel
- Abatacept

Productie van IL-17 door T-cel –> anti-IL17
- secukinumab

Productie van IL-12 en IL-23 door APC voor T-cel
- ustekinumab

Productie van BLyS (een aan TNF gerelateerde cytokine) door Mf –> maturatie van B-cellen
= BAFF (B-cel activating factor)
Anti-BLyS
- belimumab

TNF productie door T-cellen en Mf
- infliximab
- adalimumab
- etanercept
- certolizumab
- golimumab

Anti-CD38 op plasmacellen
- daratumumab

35
Q

Noem de bijbehorende medicijnen:
- anti-IL1
- anti-IL12/IL23
- anti-BLyS
- anti-CD20
- Anti-IgE
- anti CD80/86
- anti-IL17
- anti-TNF
- anti-CD38

A
  • anti-IL1
    1) anakinra
    2) canakinumab
  • anti-IL12/IL23
    1) Ustekinumab
  • anti-BLyS
    1) belimumab
  • anti-CD20
    1) retuximab
  • Anti-IgE
    1) omalizumab
  • anti CD80/86
    1) ustekinumab
  • anti-IL17
    1) Secukinumab
  • anti-TNF
    1) infliximab
    2) adalimumab
    3) etanercept
    4) certolizumab
    5) golimumab
  • anti-CD38
    1) daratumumab
36
Q

Wat is de werking van de volgende medicijnen?
- retuximab
- abatacept
- secukinumab
- etanercept
- golimumab
- anakinra
- belimumab
- ustekinumab
- infliximab
- omalizumab
- adadlimumab
- canakinumab
- golimumab
- daratumumab

A
  • retuximab: anti-CD20
  • abatacept: anti-CD80/86
  • secukinumab: anti-IL17
  • etanercept: anti-TNF
  • golimumab: anti-TNF
  • anakinra: anti-IL1
  • belimumab: anti-BLyS
  • ustekinumab: anti-IL12/IL23
  • infliximab: anti-TNF
  • omalizumab: anti-IgE
  • adadlimumab: anti-TNF
  • canakinumab: anti-IL1
  • golimumab: anti-IL1
  • daratumumab: anti-CD38
37
Q

wat is een biosimilar?

A

= kopie van de AZ volgorde van een bestaand geneesmiddel

lijkt op een bestaand, licensed biological
–> eerst zat patent op bestaande product = innovator of originator biologic

hierna productie van een middel dat er sterk op lijkt, maar niet identiek is

38
Q

wat maakt biosimilars anders?

A
  • andere cellijn
  • verschillend proces
  • vaak verschil in glycosylering
39
Q

Wat zijn drie grote targets van biologicals?

A
  • Ab tegen cytokines
  • Ab tegen cellen (bvb B-cellen)
  • Ab tegen immuunreacties (stimulerende of remmende co-stimulatoren)
40
Q

wat zijn pro-inflammatoire cytokines, wat anti-inflammatoire cytokines en welke zitten er een beetje tussenin?

A

Pro-inflammatoir
- IL-1
- TNF-a
- IFN-y
- GM-CSF
- IL-8
iets minder:
- IL-15
- IL-16
- IL-17
- IL018

tussenin:
- TGF-b
- IL-6

iets meer anti
- IL-1ra
- sIL-1R1
meer anti-inflammatoir
- sTNF-R
- MAB tegen TNF

Anti-inflammatoir
- IL-4
- IL-10
- IL-11
- IL-13
- IL-18BP

41
Q

hoe worden biosimilars gemaakt?

A
  • innovator product wordt gekocht en geanalyseerd
  • cellijn en proces ontwikkeling
  • testen van similarity
  • product

Minder onderzoek nodig
- tm 1 toxicologische studie voor veiligheid, farmacokinetiek, immunogenictiteit en farmacodynamiek
- Niet routinematig nodig: reproductieve toxiciteit, genetische toxiciteit en carcinogene toxiciteit

42
Q

welke dingen kunnen komen door verandering bij de productiee van biologics en biosimilars?

A
  • drift = onbekende veranderingen in het productieproces
  • evolutie = bekende veranderingen in het productieproces (bvb in gebruikte materialen, de schaal)
43
Q

wat is het gevaar van biosimilars mbt het testen van het middel? Noem een voorbeeld erbij

A

ER wordt minder op veiligheid getest

EPO –> beenmerg vervetting en anaplastische anemie doordat een stof in het dopje zorgde voor de productie van Ab tegen EPO waardoor beenmerg leeg

44
Q

welke factoren beïnvloeden de immunogeniciteit van biologicals?

A

Structurele factoren
- sequentie variatie
- glycosylatie

  • contaminaties en onzuiverheden (uit het productie proces)
  • duur van de behandeling
  • formulation
  • assay technologien
  • route van toediening
  • patiënt karakteristieken
  • dosis
  • onbekende factoren
45
Q

waardoor kan verlies van effectiviteit van biologcs optreden?

A
  • productie van Ab tegen het medicijn