Cholera Flashcards

1
Q

ziekteverschijnsel/symptomen

A
  • Meestal mild
  • Typisch ziektebeeld:
  • Plots overgeven
  • Geen koorts en geen buikkrampen
  • Grote hoeveelheden waterdunne diarree (”rijstwater”)
  • CFR: autochtoon > reiziger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Symptomen uitdroging

A
  • hoofpijn
  • Duizeligheid
  • donkergele urine
  • lage BD
  • flauwvallen
  • Sufheid tot coma
  • Verminderde huidturgor
  • droge mond

dehydratatie –> nierinsufficientie + hartklopping (arythmia)

Intoxicatie als neiren niet goed de afvalstoffen afvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verwekker

A
  • Vibrio cholerae
  • Kommavormige, Gram- staaf (Phylum: Proteobacteria)
  • Meer dan 200 serotypes: O1 en O139 geven epidemieën
  • Productie exotoxine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Endotoxine werking

A
  • het is een endotoxine
  • het heeft 1 A deel en 5 B eenheden
  • A deel wordt in 2en gesplits - A1 en A2
  • A1 zet AC aan ATP — AC–> cAMP —> Efflux van ionen waardoor water mee gaat vertrekken

bacterie blijft buiten de cel maar endotoxine gaat de cel in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Incubatieperiode

A

Enkele dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reservoir

A

enkel mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Besmettingsweg

A
  • Drinken van besmet water
  • Eten van besmet voedsel (contact met vuil water)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagnostiek

A

•Klinisch beeld maar labodiagnose ter bevestiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeling

A
  • Rehydratatie -> ORS
  • Antibiotica: Doxycycline of ciprofloxacine
  • Bij resistentie: Azithromycine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly