Bacteriële Meningitis Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 belangrijkste symptomen van BM bij ouderen en kinderen

Noem ook een paar kind specifieke symptomen

A
  1. Koorts (>38.5 C)
  2. Hoofdpijn (vnl ouderen)
  3. Nekstijfheid
  4. Braken (vnl ouderen of oudere kinderne 5j)

Dan heb je nog kindspecifieke symptomen als prikkelbaarheid (luierverversing), huiduitslag en bomberende fontanel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het zo moeilijk voor de arts om de diagnose te stellen bij kinderen

A

De symptomen bij baby’s zijn minder duidelijk. De baby kan niet communiceren met arts. Een hint is dat de baby vooral prikkelbaar is bij luierverversing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen voor baby’s

A
  1. Koorts
  2. Sufheid
  3. Prikkelbaarheid
  4. Huiduitslag
  5. Bomberende fontanel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer groeien de fontanellen dicht

A

De fontanellen groeien dicht na 12-18 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn fontanellen?

A

Hersenplaten die los zitten en geven een opening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een bomberende fontanel

A

Een uitpuiling veroorzaakt door vochtophoping Een zeer gespannen of uitpuilende fontanel is een aanwijzing op verhoogde intracraniële druk. Verhoogde craniale druk bij zuigelingen kan de fontanellen doen bollen of veroorzaken dat het hoofd veroorzaken abnormaal vergroot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de verwekker van BM

A
  1. Stretococcus pneumoniae of Pneumokok
  2. Neisseria meningitidis of meningokok
  3. Haemophilus influenzae
  4. Listeria monocytogenes
  5. Streptocoocus agalactiae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een serotype

A

Een serotype of serovar is een specifiek subtype van een bepaald (ziekteverwekkend) micro-organisme of cel, ingedeeld op basis van de specifieke antigenen aanwezig op het celmembraan.

Het bepalen van het serotype van een bepaalde ziekteverwekker kan belangrijke implicaties hebben op de prognose en de behandeling van de ziekte. Zo heeft het influenza A-virus tientallen serotypen die elk een verschillende gastheer, virulentie of mortaliteit kunnen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet catalase en is S. pneumoniae catalase positief of negatief

A

Catalase is een enzym die H2O2 omzet naar H2O en O2

S. pneumoniae is catalase Negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de virulentiefactoren van S. pneumoniae

A
  1. Kapsel - 92 serotypes (Bestaat uit polysacharides. Het beschermt de bacterie tegen fagocytose)
  2. IgA protease (EZ dat IgA afbreekt)
  3. Pneumolysine (remming trilhaarfunctie en zorgt ervoor oxidatieve burst minder wordt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de drie eigenschappen van N. meningitidis (gram, aeroob/anaeroob en kapsel of geen )

A
  1. Gram Negatief
  2. aeroob
  3. omgekapseld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de virulentiefactoren van Neisseria meningitidis

A
  1. Polysacharide kapsel
  2. Lipo-oligosacharide kapsel (LOS ipv LPS)
  3. FImbriae
  4. IgA protease
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar komt de woord Haemophilus vandaan

A

De bacterie heeft Bloed met name Hemine en NAD+ nodig voor de groei (Het groeit enkel op chocolade agar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de virulentiefactor van Haemophilus influenzae

A

Polysacharide Kapesel (6 serotypes: a, b, c, d, e en f )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de nasopharynx

A

De nasofarynx is het bovenste gedeelte van de farynx. Het is het deel dat zich boven en achter het zachte verhemelte bevindt, op dezelfde hoogte als en meteen volgend op de neusholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de belangrijkste eigenschappen van Listeria monocytogenes

A
  1. Obligaat intracellulair
  2. Gram +
  3. Groeit tussen 3 C en 45 C (dus ook in de koelkast)
17
Q

Benoem de balngrijkste virulentiefactor van Listeria monocytogenes en beschrijf wat de bacterie ermee kan doen

A

Listeriolysine O

Dit is een enzym dat een fagosoom openbreekt. (fagosoom is een holte in een cel die onstaat na het opnemen van een deeltje door fagocytose).

Door het openbreken van de fagosoom kan er geen lysoom ermee fuseren. De kiem komt vrij in de cel en maakt een ‘actine staart’ aan. Hiermee kan het bewegen en kan het via een pseudopod een naburige cel infiltreren

18
Q

Wat is een andere naam voor Streptococcus agalactiae

A

GBS of Groep B streptococ

19
Q

Hoe gebeurt de indeling van streptococcen

A

DIt gebeurt via de lancefield typering

De streptococcen worden ingedeeld volgens de polysacharide compositie van bacteriele antigenen gevonden op de CW

Er wordt gebruik gemaakt van hoofdletters: A tot H en K tot V

20
Q

Wat is de reservoir voor GBS

A

commensaal in vagina, GI en luchtwegen

Commensaal: vorm van symbiose waarbij het ene voordeel heeft en het ander niet beïnvloed is

21
Q

Wat is de reservoir voor S. pneumoniae, N. meningitidis en Haemophilus influenzae

A

De nasofarynx

22
Q

Pathogenese BM

Hoe verloopt de pathogenese van BM

(Pathogenese: het meestal stapsgewijze ontstaan, ontwikkelen en verloop van een aandoening of ziekte.)

A

Via het epitheel van de luchtwegen kan het in de bloedbaan terechtkomen en daar kan het verschillende dingen veroozaken:

  1. Voorbijgaande bacteriemie
  2. Sepsis (Door LPS, denk aan G-)
  3. Meningitis - als het via de plexus choroideus in het CSF terecht komt
23
Q

Wat is de besmettingsweg van de verschillende kiemen

A
  • S. pnuemoniae, N. meningitidis en H. influenzae: Aerogeen (bv. via niezen) of direct contact
  • L. monocytogenes: Besmet voedsel: melk zachte kazen
  • GBS: Verticale transmissie via de geboortkanaal (van moeder op kind)
24
Q

Hoe gebeurt de lichamelijk onderzoek bij de diagnostiek van BM

A

Er wordt gekeken naar de symptomen waaronder Koorts, hoofpijn (en soms nekstijfheid)

Verder zijn er nog de TRIAS symptomen

Kernig’s sign: Je moet hard duwen om de been te strekken als je deze optilt vanuit liggende positie

Brudzinski’s neck sign: Plat laten liggen, hoofd omhoog tillen en dan zullen de benen mee buiden

Driepootsfenomeen: Op een kruk zitten en om stabiel recht te kunnen zitten moeten de kinderen steun zoeken met bv hun armen

25
Q

Hoe verloopt de lichamelijke onderzoek van neonati bij BM

A

Aanwijzingen zijn o.a.

Bomberende fonatanel en luierpijn

Huidafwijkingen: Doen van de glastest

  • Petechien (puntvormige bloedingen) Zwarte puntjes
  • Ecchymosen (vervloeiende bloedingen)
  • Purpura fulminans (paarse bloeduitstortingen)

De glastest houdt in dat dat je een glas houdt tegen het huid. Bij onderhuidse bloeduitstortingen blijft de vlek, wat eem teken kan zijn van meningitis.

De huidafwijkingen zijn niet altijd aanwezig maar wanneer wel dan meteen naar spoed gaan

26
Q

Hoe verloopt de klinisch onderzoek van BM

A

Er wordt een lumbale punctie gedaan en er wordt gekeken naar de CSF

Notes:

  • Door verhoging van aantal bacterien wordt het aspect van CFS troebel
  • Bacterie verbruikt glucose dus daalt deze
  • Bacterie produceert EW dus neemt deze toe
  • Door openingen in de bloedvatepitheel kunnen naast bacterien ook Al en WBC in het CFS terecht komen
27
Q

Behandeling van BM

A

SNEL REAGEREN

Intraveneuze toedining van van Breedspectrum AB

Vervolgd door identificatie van meningokokken

IV penicilline G of andere 3e gen Cefalosporine (Ceftriaxon)

28
Q
A