chapter 8 joints Flashcards
gewrichten gebaseerd op structuur
- Fibrous
- Cartilaginous
- Synovial joints
gewrichten gebaseerd op functie
- Synarthroses
o Dit zijn gewrichten die niet kunnen bewegen. - Amphiathroses
o Dit zijn gewrichten die een klein beetje kunnen bewegen. - Diarthroses
o Dit zijn gewrichten die zich vrij kunnen bewegen.
fibrous gewrichten
In fibrous gewrichten, worden de botten bij elkaar gehouden door de collageen vezels van
bindweefsel. De bewegingen die mogelijk zijn hangt ad van de lengte van de bindweefsel
vezels. De meeste van deze gewrichten kun je niet bewegen, sommige kun je een heel klein
beetje bewegen. Bij dit type gewricht is er geen joint cavity.
fibrous joints Er zijn drie types fibrous
gewrichten.
- structures
- syndesmoses
- gomphoses
- Sutures
o Dit betekent letterlijk naad en deze soort is alleen in de schedel te vinden.
o Dit weefsel hecht de lamellen aan elkaar, wanneer je ouder bent verkalken de
bindweefsel vezels. In die fase heten ze synostoses.
o Dit gewricht kun je vanzelfsprekend niet bewegen.
- Syndesmoses
o In dit type gewricht zijn de botten uitsluitend gehecht door ligamenten, kabels
van fibrous weefsel.
o De mate van beweging in zo’n gewricht ligt aan de lengte van zo’n kabel.
o Deze komen voor in de aanhechting van de fibula en tibia, hier is niet vele
beweging mogelijk.
o Ook komen deze voor in de aanhechting van de ulna en radius, deze kunnen
geheel over elkaar heen draaien, deze kabels zijn daar dus langer
- Gomphoses
o Dit is een speciaal gewricht, wat vertaald kan worden naar ‘peg in socket’.
o Hiervan is het enige voorbeeld de tanden die in je kaak zitten.
o De ligamenten binding wordt daar ook wel de periodontal ligament.
cartilaginous joints, gewricht met kraakbeen
In deze variant van gewrichten, is er sprake van een gewricht met kraakbeen. Bij dit type
gewricht is er ook geen sprake van een joint cavity en zijn de gewrichten niet erg bewegelijk.
Er zijn twee types van kraakbeengewrichten.
Er zijn twee types van kraakbeengewrichten.
- Synchondroses
o Een plak of plakkat van hyaline kraakbeen unites de botten op ee plek
genaamd de synchondrosis.
o Dit type kan je vinden in de botten van kinderen, als de epiphyseal plates.
o Deze plakken worden uiteindelijk door verkalking synostoses.
o Een ander voorbeeld is het onbeweeglijke gewricht tussen de costal
kraakbeen in de eerste rib en het manubrium van het sternum. - Symphyses
o Een gewricht waarbij fibrocartilage de botten verbind noemen we een
symphysis.
o Een voorbeeld hiervan zijn de tussenwervelschijven in de wervelkolom.
o Bij dit type is er altijd ook nog hyaline kraakbeen aanwezig.
Synovial joints have a fluid-filled joint cavity
In dit type gewricht worden de botten gescheiden door een fluid-containing joint cavity. Door
deze samenstelling is er veel vrijheid om te bewegen. Vrijwel alle gewrichten van de
ledematen van het menselijk lichaam vallen in deze categorie.
Synovial joinst hebben in totaal zes specifieke kenmerken.
- Articular cartilage
- Joint (articular) cavity
- Articular capsule
- Synovial fluid
- Ligaments
- Nerves and blood vessels
Articular cartilage
o Een doorzichtig en glad hylaline kraakbeen bedekt de tegenoverstaande
botoppervlakken. Dit zorgt voor een schokdemping die voorkomt dat de
botuiteindes versplinteren.
- Joint (articular) cavity
o Alleen synovial joints hebben dit.
o Deze holte bevat een klein beetje synovial fluid.
o Dit is een holte die potential is, hij is meestal eigenlijk niet te zien.
Deze ruimte kan zich vergroten als het vocht toeneemt.
Dit zien we bij ontstekingsreacties.
- Articular capsule
o De joint cavity is afgesloten door een dubbellaags articulair kapsel.
De sterke buitenste laag bestaat uit dense irregular connective tissue,
oftewel fibrous layer. Dit versterkt het gewricht zodat het niet uit elkaar
getrokken wordt.
De binnenste laag is een synovial membrane die bestaat uit loose
connective tissue.
De functie van dit membraan is het produceren van synovial
fluid.
- Synovial fluid
o Deze vloeistof zit in de ruimte in het gewricht.
o Wordt gemaakt door het synovial membraan.