chapter 7 The skeleton Flashcards

1
Q

ruggenwervel

A

De ruggenwervel bestaat uit 26 irregular botten, vertebrae genaamd, die aan elkaar zijn
gehecht op een manier zodat ze toch hun flexibiliteit behouden. De vertebrae worden van
elkaar gescheiden door intervertebral discs, gemaakt van kraakbeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De ruggenwervel kan worden opgedeeld in vijf delen.

A
- Cervical curvature
o C1-C7
o Concave
- Thoracic curvature
o T1-T12
o Convex
- Lumbar curvature
o L1-L5
o Concave
- Sacral curvature
o Vijf gefuseerde vertebrae
o Convex
- Coccyx
o Vier gefuseerde vertebrae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de anterior en de posterior longitudinale ligamenten

A

De anterior zorgt ervoor dat er geen
hyperextensie (buiging naar achteren) kan
plaatsvinden, de posterior voorkomt een hyperflexie
(buiging naar voren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De tussenwervelschijven zijn een soort kussens die tussen de vertebrae zitten in de
wervelkolom. Deze schijven bestaan uit twee delen.

A
  • Nucleus pulposus

- Annulus fibrosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Nucleus pulposus
A

o Het innerste gelatine achtige deel.
o Fungeert als een soort rubberen bal.
 Dit geeft de disc elasticiteit en de mogelijkheid van compressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Annulus fibrosus
A

o Dit omringt de nucelus pulposos.
o Een sterke ring van collageen vezels en intern fibro kraakbeen.
o Deze ring zorgt ervoor dat de bal in het midden niet te ver kan uitplatten.
o Het fungeert ook als een soort touw om de omliggende vertebrae bij elkaar te
houden, en het ten opzichte van elkaar draaien te limiteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

intercostal muscles

A

De intercostal spaces tussen de ribben zijn gevuld met intercostal muscles, die de borstkas
omhoogtrekken en weer laten zaken tijdens de ademhaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

The upper limb consists of the arm, the forearm and the hand

A

Het forearm bestaat uit twee botten, de radius en de ulna. De proximal ends van deze botten
staan in verbinding met je bovenarm. De distale eindes staan in contact met de botten van je
pols. De radius en ulna staan aan beide eindes van het bot in contact met een zogenoemd
radioulnar joint. Langs de lengte van deze botten zijn ze verbonden met een plat en flexibel
ligament, genaamd de interrosseous membrane.
In de anatomische postitie, ligt de radius lateraal (aan de duimkant) en de ulna ligt mediaal.
Wanneer je je onderarm draait zodat de palm van je hand posterior is (deze beweging heet
pronation), gaat het distale einde van de radius kruislings over de ulna heen, waardoor de
botten een X vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

The lower limb consists of the thigh, leg and foot

A

De lower limb draagt het gehele gewicht van het lichaam, en is onderhevig aan vele
krachten tijdens het bewegen van het lichaam. Het is dus niet verassend dat deze botten
breder en sterker zijn wanneer je deze met andere botten zou vergelijken.
Het bovenbeen, femur, is het dikste en sterkste bot in het been. De femur is omringt door
grote spieren. Aan de bovenkant van de femur zit een bal achtige uitstupling, genaamd de
fovea capitis. Dit is het meest kwetsbare deel van de femur. Op dit dunne deel, zitten de
lateral greater trochanter en de posteromedial lesser trochanter. Deze plekken dienen als
aanhechtingsplekken voor de bovenbeen en bilspieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly