Chapter 4 Flashcards

1
Q

Motivationele status

A

Bepaalt intensiteit van uitvoering van gedrag

v. b. Veel dorst:
- ‘Mindere’ vloeistoffen zijn ook goed genoeg
- Kortere latency om te gaan drinken
- Snelheid en hoeveelheid drinken groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Niet uitvoeren hoog gemotiveerd gedrag

A

Onaangenaam/negatieve emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wel uitvoeren hoog gemotiveerd gedrag

A

Aangenaam/positieve emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Interne stimuli motivationele status

A

Ontregeling homeostase

Invloed van hormonen betrokken bij reproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Externe stimuli motivationele status

A
  • Seizoensinvloeden (langer licht, temperatuur)
  • Agressieve signalen soortgenoten of andere soort
  • (Signalen van) Risico op predatie
  • Aangeleerde stimuli van nieuwe partners of voedselbron
    v. b. springen op fantoom door hengst
    v. b. blikvoor voor kat of hond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Combinatie intern + extern

A

Mager dier (honger) slechts lage signalen voedsel
> Toch laagwaardig voedsel gaan zoeken
Verzadigd dier alleen respons op hoogwaardig voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vacuümgedrag

A

Hoge interne stimuli
Geen of verkeerde externe stimuli
> Enkel interne stimuli lokken gedrag uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Motivatie

A

Proximate verklaringen van gedrag t.g.v. van

  • Honger
  • Dorst
  • Angst
  • Noodzaak om te migreren, reproduceren, stofbaden. nest bouwen…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Motivatie meten

A
  • Voorkeuren
  • Aantal negatieve ervaringen voor het stopt
  • Hoe hard wil het dier ervoor werken
  • Is er stress als dier gedrag niet kan uitvoeren?
  • Rebound effect?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hysteresis

A

Vertraagde negatieve feedback

> beetje eten, beetje drinken, beetje eten…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderverdeling gedrag

A

Appetitief
Consummatorisch
Verzadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Appetitief gedrag

A
Eerste fase 
> Oriënterend gedrag
> Zoeken naar een doel 
> Kan aangeleerd gedrag bevatten 
> Vaak essentieel voor voortbestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Consummatorisch gedrag

A
Afsluiting van de gedragssequentie 
> (Positieve) feedback 
> Niet aangeleerd
> Soort-specifiek
> Motivatie-specifiek 
> FAP's
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Feed forward mechanisme

A
Preventieve positieve feedback 
- Op basis van eerdere ervaringen 
> Kans op afwijkingen inschatten 
> Op afwijkingen anticiperen 
> Afwijkingen (proberen) voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Contra free loading

A

Dieren werken liefst om iets te bekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behaviouristen contra free loading

A

Dieren willen gedrag uitvoeren (secundaire beloning) om iets te verkrijgen (primaire beloning)

17
Q

Ethologen contra free loading

A

Bezigheid is zelfbeloning

> In eentonig milieu