Chapter 1 Flashcards

1
Q

3 ethologen

A

Lorenz
Von Frisch
Tinbergen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lorenz

A

Theoretisch kader
Inprenting
Instinct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tinbergen

A

4 hoofdvragen

Proximate en Ultimate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tinbergen hoofdvraag 1

A

Waardoor wordt gedrag veroorzaakt? (Prikkels, fysiologisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tinbergen hoofdvraag 2

A

Wat is de functie van gedrag?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tinbergen hoofdvraag 3

A

Hoe ontwikkelt gedrag ontogenetisch?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tinbergen hoofdvraag 4

A

Hoe ontwikkelt gedrag fylogenetisch?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ontologie

A

Studie van organisme vanaf bevruchting tot dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fylogenie

A

Studie van evolutie van (gedrag van) dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Selective attention

A

Aandacht wordt getrokken door meest actieve dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ethogram

A

Lijst van gedragselementen om gedrag te beschrijven
> Gestructureerd observeren en registreren
> Zonder menselijke emotie of oordeel; objectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sleutelprikkel

A

Prikkel die welbepaalde reactie uitvoert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Supranormale prikkel

A

Prikkel die effectiever is in het opwekken van een respons dan een gewone sleutelprikkel
> Meestal afkomstig van soortgenoten (in gevangenschap vaker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly