CH 5 trainen van sociale vaardigheden bij kinderen en jeugdigen Flashcards

1
Q

oorzaken sociaal onhandig gedrag

A
  • geen sociaal adequaat gedrag beschikbaar.
  • wel de vaardigheden hebben maar het onvoldoende uitvoeren.
  • sociaal onhandig gedrag vertonen omdat het de omgeving niet goed kan inschatten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sociaal leren

A

de mogelijkheid om in interactie met anderen te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belangrijke therapeutkenmerken

A

kennis,
veel aandacht geven aan het opbouwen van contact
inzetten op voorspelbaarheidals kenmerk van de sociale omgeving.
passend advies kunnen geven aan anderen betrokken bij het kind
goed rolmodel zijn in het tonen van sociale vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

belangrijke ouder-leerkracht kenmerken

A

transparantie
sociaal gewenst gedrag leren observeren en registreren
probleemgedrag proberen te reguleren.
belonen van gewenst gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cue

A

is een hint uit de omgeving waarop je moet reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

prompt

A

zijn hints om gewenst gedrag te ontlokken (nu moeten we stil zijn zeggen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fading

A

dat wil zeggen dat door het geleidelijk minder hardop uitspreken van verbale instructie is op den duur voldoende als men nog een vinger tegen de lip houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

registratie en bezinning

A

jongere registreerd hoe hij zich heeft gedragen in bepaalde situaties.
bij bezinning reflecteerd de jongere hierop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zelfinstructietraining

A

de interne zelfspraak dient uitgebereid en verbeterd te worden. Kids doen dit door eerst te leren hardop te denken en zo meet tijd te leren nemen voor bezinning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

observationeel leren

A

kijken naar hoe leeftijdsgenoten sociaal gewenst gedrag vertonen. OF het eigen gewenste gedrag terugzien. Hierdoor leren ze sociale stimuli herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

video modelling

A

2 fundamenten zijn modeling en imitatie:
kind op video doet vaardigheid stap voor stap vervolgens doet het kind dit na.
OF
Kind kijkt naar een video van zichzelf en geeft zichzelf feedback.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

social scripts

A

kinderen krijgen in een oefensituatie een heel duidelijke instructie wat er van hen verwacht wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

social stories

A

door precies te schrijven hoeje een sociale situatie gaat aanpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevoelsinstructie

A

doel is het leren herkennen van eigen emoties en niet van anderen. adhv smileys en fysieke en mentale cues.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

rollenspel

A

rollenspel is een effectieve manier om nieuw gedrag aan te leren en ongewenst gedrag bij te sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

incidenteel leren

A

sociale situaties die zich in een groep voordoen worden besproken en wer wordt feedback gegeven

17
Q

imaginair intrainen

A

men kan de sociale situatie als een soort film in zijn hoofd afspelen. wanneer men dit regelmatig doet voor de kans dat hij/zij dit in praktijk gaat toepassen vergroot.

18
Q

thuisopdrachten doel

A

oefenen in andere context voor generalisatie.

19
Q

technieken die ongewenst gedrag ombuigen in doelgedrag middels bekrachtiging en negeren

A

DRI Differential reinforcement of incompatible behavoir:

DRO differential reinforcement of other behavoir

Bekrachtiging via andere kinderen. dus gewenst gedrag van andere kinderen bekrachtigen.

20
Q

soorten straffen

A

sociale straf = waarschuwing/booskijken
overcorrectie = iets extra doen naast de ongewenste situatie herstellen
iets positiefs wegnemen = niet deelnemen aan spelletjestijd
activiteiten straf
boete
isolatie/time-out

21
Q

DRI Differential reinforcement of incompatible behavoir:

A

contignente bekrachtigings procedure waarbij men eerst gedrag kiest dat onverenigbaar is met het probleemgedrag. het onverenigbare gedrag wordt bekrachtigd, waardoor het probleemgedrag meer geblokkeerd raakt.

22
Q

DRO differential reinforcement of other behavoir

A

elk ander gedrag dan het probleemgedrag wordt bekrachtigd.