ch. 2: oorlogsliteratuur Flashcards

1
Q

tautonisme

A

stijlfiguur waarbij je 2 synoniemen na elkaar gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dagboek van Odon van Pevenaege: tekstdoel + inhoud

A

tekstdoel = informeren
inhoud: fragment beschrijft hoe hij aan het front zijn kameraad vasthoudt terwijl hij sterft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom is het dagboek van Odon van Pevenaege zo aangrijpend?

A

door de hoge mate van authenticiteit, gedoemde kortstondige vriendschap en de verscheurdheid van de auteur: blijven of medische hulp halen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

met welke middelen wordt de authenticiteit benadrukt? (odon v pevenaege)

A
  • ik-verslag
  • lijst met gesneuvelden
  • letterlijke citaten
  • fragmenten uit gesprekken
  • aanduiding van het regiment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke technieken werden gebruikt om soldaten voor het leger te ronselen?

A
  • inspelen op patriottisme, mannelijkheid, solidariteit
  • beloftes van premies: geld, eten, onderdak, etc.
  • toepassing van eufemismen: het beter laten lijken dan het is
  • ‘brainwashen’ zodat ze enkel in hun eigen doel geloven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de functie van een minister van oorlog?

A

moedigt soldaten aan om in het leger te komen en regelt hoe deze wordt gevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de functie van de minister van defensie?

A

doet er alles aan om het land te verdedigen zonder oorlog te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het tekstdoel van ‘post voor mevrouw Bromley’?

A

amuseren/diverteren en informeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de historisch correcte elementen van ‘post voor mevrouw Bromley’?

A
  • soldatenliedjes
  • ronselaars in kaki uniform
  • de affiche met het portret van Lord Kitchener
  • papieren waarop stond waar en hoe men zich kon aanmelden voor het leger.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het doel van propaganda?

A

overtuigen: men probeert men een bepaald idee te geven dat zal leiden tot het uitvoeren van een bepaalde actie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de mogelijke kenmerken van propaganda?

A
  • diaboliseren
  • waarden en normen
  • symbolen
  • groepsgevoel
  • inspelen op emoties
  • eufemismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

diaboliseren in propaganda

A

het afschilderen van je tegenstander als het kwaad door middel van overdrijven of liegen. men moet reageren op dit beeld in plaats van op je tegenstander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarden en normen in propaganda

A

je doet beroep op algemeen aanvaarde of gedeelde waarden. je misbruikt deze waarde voor eigen doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

symbolen in propaganda

A

je maakt gebruik van emotioneel geladen symbolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

groepsgevoel in propaganda

A

je doet beroep op het feit dat men graag bij een groep hoort, om gevoelens binnen deze groep te versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inspelen op emoties in propaganda

A

kritische geest van de ontvanger wordt onderdrukt: ze denken minder goed na over hun reactie en hun mening over de boodschap.

17
Q

eufemismen in propaganda

A

je laat de realiteit minder erg lijken door enkel de positieve aspecten te belichten

18
Q

wat is het tekstdoel van ‘oorlog en terpentijn’?

A

dagboek = informeren
literair werk = diverteren en informeren

19
Q

welke zaken zijn weggelaten in het literair werk die wel in het dagboek stonden? waarom werden ze weggelaten?

A

de naam ‘Reinwalt’ en de verwijzing naar de wachtpost van sergeant Huys.

ze zijn weggelaten uit respect voor hun privacy: ze voegen toch niet veel meerwaarde toe aan het literaire werk.

20
Q

wat is zijn de verschillen tussen het dagboek en het literair werk?

A
  • bepaalde passages werden meer uitgewerkt, om het beschrijvender en echter te maken
  • Hertmans laat zijn grootvader op een bepaald moment Frans spreken: de legerleiding was Franstalig (taalstrijd)
21
Q

waar gaat ‘Bezette stad’ over?

A

optocht van Duitsers die steeds nadrukkelijker naderden en een aanslag (bommen, toren in brand)

22
Q

welke gevoelens straalt ‘bezette stad’ uit?

A

eigen aan de oorlog: chaos, onrust, angst, woede, etc.

23
Q

wat zijn eigenschappen van typografisch expressionisme in ‘Bezette Stad’?

A
  • geen klassieke strofen, soms wel witruimte
  • verslengte is variabel: soms kort, soms lang
  • geen rijm
  • alledaagse woordenschat met veel associaties
  • stream of consciousness
  • zinsbouw: losse woorden en beelden, onvolledig, ongrammaticaal, geen hoofdletters of interpunctie
24
Q

hoe wordt de snelle opmars van het Duitse leger gesuggereerd?

A

korte, eenlettergrepige woorden en Duitse citaten: je hoort ze komen

25
Q

hoe wordt de onstuitbaarheid van het leger benadrukt?

A

groter en vetter drukken van woorden.

26
Q

waarom wordt Duits gebruikt?

A

om de omgevingsgeluiden weer te geven: Duitse leger is rondom

27
Q

‘Wij staan mijn broer en ik … laaiende brand’

A

dichter fungeert hier als getuige vanaf het balkon: beschrijft wat hij precies waarneemt: de brand in een buurtgemeente.

28
Q

wat drukken de verschillende lettertypes uit (bezette stad)?

A

emoties die met de gebeurtenissen gepaard gaan

29
Q

wat is ritmische typografie?

A

vorm van expressionisme (stroming): dichters experimenteren met de lay-out en bladspiegel om het gedicht extra betekenis te geven.

30
Q

wat is expressionisme?

A

een stroming in kunst die opbloeide na WOI: expressionistische dichters zetten de dreiging en onrust om in poëzie: breken met traditionele poëzie.
- onvolledige zinnen (ongrammaticaal)
- geen hoofdletters of interpunctie
- dagelijkse taal (citaten, reclameslogans, etc.)

31
Q

link Antwerpen aan Paul van Ostaijen

A

Van Ostaijen is geboren en opgegroeid in Antwerpen: hij ging hier naar school tot hij van school werd gestuurd op zijn 17de , waarna hij aan de slag ging als klerk in het stadhuis van Antwerpen.

32
Q

link ‘Bezette Stad’ aan Paul van Ostaijen

A

dit is een dichtbundel die hij heeft geschreven. De gedichten erin werden in de zomer van 1920 geschreven, terwijl van Ostaijen in Berlijnse ballingschap verbleef. De bundel is typografisch expressionisme: de woorden op zichzelf zijn niet genoeg om de boodschap over te brengen. Ze zijn dus op een speciale manier gedrukt en gezet.

33
Q

link Berlijn aan van Ostaijen

A

hij schreef tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de Vlaamsche Courant, en had hij smaad aan kardinaal Mercier gepleegd. Om de vervolging te ontvluchten, vluchtte hij na de Eerste Wereldoorlog naar Berlijn. Hij raakte in een geestelijke crisis. Hij raakte in contact met allerlei mensen die hem aanzetten tot het schrijven van proza. Hij schreef ook wat mogelijk het eerste Nederlandse filmscenario was (De bankroet jazz). In mei 1921 keerde hij terug naar België.

34
Q

link humanitair expressionisme aan Paul van Ostaijen

A

een kunstvorm waar de mens centraal staat, met een uitdrukking van gevoelens met felle kleuren. Het ontstond na de Eerste Wereldoorlog. Van Ostaijens dichtbundel ‘Het Sienjaal’ is in deze stijl geschreven.

35
Q

link dadaïsme aan Paul van Ostaijen

A

culturele beweging die zich focust op het mengvormen van beeldende kunst, poëzie, theater, etc. van Ostaijen was er geen fan van: een van zijn citaten was: ‘Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada…’ (dada = dadaïsme)

36
Q

link ritmische typografie aan van Ostaijen

A

een soort visuele poëzie: woorden worden ‘bevrijd’ van hun lineaire volgorde, traditionele typografie , klassieke prosodie en bladspiegel. Van Ostaijens gedicht ‘Boem Paukeslag’ is er een voorbeeld van.

37
Q

link ‘Straatpoëzie in Gent: ‘Melopee’’ aan van Ostaijen

A

een melopee is een ritmische zangspraak, droevig en recitatief (zonder tekstherhalingen). Het gedicht van van Ostaijen werd opgedragen aan Gaston Burssens. Het werd uitgegeven in de bundel ‘Nagelaten Gedichten’ die na zijn dood werd uitgebracht.