ch. 0: inleiding (taalclichés) Flashcards
1
Q
wat zijn taalclichés?
A
gemeenplaats/stoplap
vorm van beeldspraak dat zijn kracht door het vele gebruik zijn verloren
voornamelijk mondeling gebruikt in informele context
2
Q
welke woordenschatstrategieën zijn er?
A
context
woordfamilie
woordbouw
woordenboek
voorkennis
taalverwantschap
3
Q
welke signaalwoorden zijn er?
A
chronologie
plaats
tegenstelling
opsomming
verklaring
argumentatie
4
Q
welke tekststructuren zijn er?
A
opsomming
middel en doel
probleem en oplossing
oorzaak en gevolg
vergelijking
vraag en antwoord
toegevend
voorwaardelijk
5
Q
wat is afasie?
A
een taalstoornis: het niet meer kunnen zeggen zoals iemand dat wil
vaak het gevolg van hersenschade