cardiovasculaire stelsel 4 Flashcards
naam antigenen bij rode bloedcellen
agglutinogenen
andere naam geelzucht
icterus
in welke weefsels zitten witte bloedcellen
zwezerik
amandelen
milt
wat zijn de kenmerken van witte bloedcellen in de bloedbaan
ameuboide bewegingsvorm
diapedese
chemotaxis
fagocyteren
wat zijn ameuboide bewegingen
maakt uitstulpingen in cytoplasma waardoor deze voortbeweegt
wat is diapedese
kunnen door de epitheelwand van het bloedvat gaan om lichaamsvreemde cel aan te vallen
wat is (positieve) chemotaxis
chemisch worden aangetrokken tot lichaamsvreemd materiaal
wat is fagocytose
: lichaamsvreemd materiaal vernietigen (opeten)
aspecifieke afweer
wat is specifieke afweer
lichaam maakt antistoffen aan zodat als het opnieuw in contact komt lichaam ziektekiem herkent
wat is een neutrofiel
meest voorkomend
komen eerst aan bij infectie of lichaamsvreemd materiaal
korte levensduur
zit in pus
waaruit bestaat pus
dode neutrofielen, celfragmenten, afvalstoffen
wat zijn eosinofielen
granulocyten die kleurbaar zijn met eosine, vooral zichtbaar bij allergische reacties
wat zijn basofielen
produceren heparine en histamine,
heparine: antistollingsmiddel,
histamine: verergert ontstekingsreactie
wat zijn lymfocyten
specifieke afweer
antistoffen aanmaken (lichaam herkent ziektekiem)
ontstaat niet uit zelfde stamcel als andere witte bloedcellen
minst voorkomende leukocyt
basofielen