bloedvaten 2 Flashcards
waar liggen grote aders
oppervlakkiger dan slagaders
wat zijn gelijkenissen tussen slagaders en aders
zelfde verloop
zelfde benaming
waarvan ontvangt vena cava superior bloed
hoofd, hals, armen en borstorganen
waarvan ontvangt vena cava inferior bloed
benen, bekken en buikorganen
welke slagaders komen aan in de hersenen
2 paar
arteria carotis
arteria vertebralis
wat is de cirkel van willis
komen slagaders aan, cirkel, slagaderlijk bloed kan beide kanten uitstromen (goed als kant blokkeerd want gaat gewoon langs andere)
andere naam levercirculatie
leverpoortadersysteem
welke aanvoerende bloedvaten heeft de lever
leverslagader
poortader (vena porta)
waaruit komt het bloed uit de vena porta
bloed spijsverteringsorganen en milt
wat is er met het bloed uit de vena porta
bevat glucose, aminozuren, afvalstoffen en soms gifstoffen
wat doet de lever met de voedingsstoffen
slaat deze op
wat gebeurt er met de gifstoffen
worden ontgift/afgebroken
waar komt de leveraders uit
vena cava superior
hoe verloopt de bloedsomloop in lever
gebruikt bloed via vena porta, dan tweede capilairsysteem (opslaan/afbreken), dan leverader
hoe ontstaat polsslag
afwisselend uitzetten en inkrimpen van slagaders bij elke systole
wat is gemiddelde polsslag
75/min
wat zijn drukpunten
plaats waar je kan drukken om drukverlies tegen te gaan
wat is de bloeddruk
de druk die het bloed uitoefent tegen binnenwand van grote slagaders van grote circulatie
hoe stroomt bloed
van hoge naar lage druk
wat is atherosclerosa
vetafzetting tegen wand bloedvat, hierdoor bloedvat minder elastisch
(elasticiteit zeer belangrijk)
hoe wordt systolische/diastolische druk uitgedrukt
mmHg (milimeter kwikdruk)
onthouden: bloeddruk bijna 0 wanneer het terug in hart aankomt, bloeddruk neemt af doorheen de bloedsomloop
wat beeinvloed de bloeddruk
slagvolume en perifere weerstand
hogere slagvolume = hogere systolische druk
waarvan is de perifere weerstand afhankelijk
vernauwing bloedvaten
hoger bloedvolume (oedeem)
verhoogde viscositeit
wat als bloeddruk veranderd
reactie autonoom zenuwstelsel en urinewegstelsel
wat als bloeddruk daalt
sympatisch zenuwstelsel: vasoconstrictie
hartfrequentie stijgt ook
hoe neemt het zenuwstelsel verandering in bloeoddruk waar
baroreceptoren
wat doet het urinewegstelsel als bloeddruk stijgt
meer urine produceren
-> lager bloedvolume = minder bloeddruk
wat doet urinewegstelsel als bloeddruk daalt
nieren houden water vast
-> meer bloedvolume = meer bloeddruk
wat doen nieren bij bloeddruk
maken enzym renine
waarvan is renine deel
RAAS-systeem: renine-angiotensine-aldosteronsysteem
wat doet het RAAS-systeem
angiotensine: zorgt voor vasoconstrictie
alsdosteron: bijnierschorshormoon, hogere opname natrium = trekt water aan = meer bloedvolume = meer bloeddruk