C2 Populatie- en ecosysteemniveau Flashcards

1
Q

Biologisch afbreekbaar

A

De mate waarin een stof door bacteriën kan worden afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Duurzame ontwikkeling

A

De aanpak waarbij wordt gestreefd om rekening houden met de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Trofisch niveau

A

De positie van een organisme in de voedselketen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Commensalisme

A

Vorm van symbiose, waarbij een profiterend organisme op of in een gastheer leeft, waar de gastheer geen voordeel, maar ook geen nadeel van heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Consument

A

Organisme dat zich voedt door het opeten van andere organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Duurzaamheid

A

Het streven om verstandig met energiebronnen en het milieu om te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mutualisme

A

Vorm van symbiose, waarbij een organisme op of in een gastheer leeft, waar beide soorten voordeel van hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parasitisme

A

Vorm van symbiose, waarbij een organisme op of in een gastheer leeft, waar de gastheer nadeel van heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Predatie

A

Het doden en opeten van andere organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Producent

A

Organisme dat organische stoffen produceert met behulp van energie uit de levenloze natuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reducent

A

Een organisme dat dood organisch materiaal afbreekt en omzet naar de basisbouwstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Symbiose

A

Het langdurig samenleven van twee verschillende soorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voedselketen

A

Een keten van organismen, waarbij elk organisme een voedselbron is voor het volgende dier in de keten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voedselweb

A

Het geheel van voedselrelaties in een levensgemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vraat

A

Het aanvreten of aangevreten worden van planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly