bouwbestekken - wetgeving van overheidsopdrachten Flashcards

1
Q

Wat is een overheidsopdracht?

A

De overheid doet beroep op derden (aannemer, leverancier…) voor het uitvoeren van:
- werken
- leveringen/aankoop van goederen
- uitvoeren van diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kan de overheid vrij kiezen inzake overheidsopdrachten?

A

nee: overheidsopdrachtenreglementering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk onderscheid wordt gemaakt bij overheidsopdrachten?

A
  • klassieke sectoren (KB plaatsing klassieke sectoren 18 april/9 mei/30 juni 2017)
  • speciale sectoren (KB plaatsing speciale sectoren 18 juni 2017)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie moet de wetgeving overheidsopdrachten toepassen? (toepassingsgebied)

A

elke aanbestedende overheid: klassieke sectoren
- de staat
- territoriale lichamen: gewesten, provincies, steden, gemeenschappen
- publiekrechtelijke instellingen: OCMW, kerkfabrieken, intergemeentelijke politiezones
- open categorie: groep/personen die op datum van beslissing tot opdracht over te gaan beantwoord aan volgende
- rechtspersoonlijkheid hebben = rechtspersoon
- opgericht zijn met specifiek doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn = doelstelling van algemeen belang
- gefinancierd worden door/beheer onder toezicht van/waarvan de beslissende organen voor meer dan de helft samengesteld zijn door aanbestedende overheden = determinerende overheidsbeïnvloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een erkenning?

A

Om overheidsopdracht van bepaalde aard en omvang te kunnen uitvoeren, moet de aannemer een de onderaannemer aan een aantal voorwaarden voldoen:
- technische bekwaamheid
- financiële draagkracht
- professionele integriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe worden aannemers ingedeeld?

A

De aannemers worden ingedeeld in bepaalde
- klassen naargelang de omvang van de werken die zij mogen uitvoeren
- categorieën en/of ondercategorieën in functie van de specifieke aard van de werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk onderscheid maakt de wet in soorten overheidsopdrachten?

A

De wet maakt onderscheid tussen overheidsopdrachten van
- werken
- leveringen
- diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tot wat hebben opdrachten voor werken betrekking?

A
  • bouwwerk
    = het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen
  • bouwwerkzaamheden (bouwkundige of civieltechnische werken; ontwerp en/of uitvoering)
  • bouwwerk op maat
    = het laten uitvoeren, met welke middelen ook, van een bouwwerk dat aan de door de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf vastgestelde behoeften voldoet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tot wat hebben opdrachten voor leveringen betrekking?

A

= andere overheidsopdracht dan een overheidsopdracht voor werken die betrekking heeft op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten
- aankoop roerende goederen
- opmerking: een overheidsopdracht die betrekking heeft op het leveren van producten en in bijkomende orde op plaatsings- en installatiewerkzaamheden wordt als een overheidsopdracht voor leveringen beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tot wat hebben opdrachten voor diensten betrekking?

A

Een overheidsopdracht wordt gekwalificeerd als een opdracht voor diensten als de opdracht betrekking heeft op het verlenen van diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan je zeggen over gemengde opdrachten?

A
  • zowel leveringen als diensten: opdracht van diensten indien de waarde van de diensten hoger is dan die van de leveringen
  • zowel werken als diensten: opdrachten van diensten indien werken slechts bijkomstig zijn aan de diensten die het hoofdvoorwerp vormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de Europese basisbeginselen / basisprincipes?

A
  • gelijke behandeling: alle deelnemende concurrenten hebben recht op een neutrale beoordeling en een gelijke toepassing van de geldende regels en voorwaarden
  • verbod van discriminatie/ (concurrentiebeginsel): de participatie van concurrenten uit de andere lidstaten van de Europese Unie mag niet worden verhinderd of bemoeilijkt door nationale regelingen of behandelingen
  • transparantiebeginsel: het overheidshandelen moet logisch, redelijk en duidelijk zijn, in een dossier traceerbaar zijn en op gemotiveerde wijze gebeuren
  • proportionele wijze: de actie of sanctie van de overheid moet in verhouding staan tot het betrokken feit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de algemene principes?

A

uit gelijkheid vloeit mededinging voort
voorwaarden:
- verbod afspraken tussen inschrijvers
- verbod tot specifieke technische specificaties (merknamen)
- voorkennis (afspraak voor aanbesteding tussen ambtenaar en inschrijver)
- uitbreiding van de opdracht na toewijzing
& integriteit van inschrijvers
belangenconflicten voorkomen
naleving milieu-, sociaal-, arbeidsrecht
vrij van ondernemen
forfaitaire grondslag: m.a.w. vaste prijs
- verplichting tot prijsherziening
- onvoorziene omstandigheden
- vormen:
- opdracht voor globale prijs (één forfaitaire prijs dekt geheel / uitsluitend forfaitaire posten)
- opdracht volgens prijslijst (eenheidsprijzen van posten forfaitair, hoeveelheden niet vast)
- gemengde opdracht (forfaitaire posten en posten volgens prijslijst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly