6. lichten en zichten Flashcards
Wat is een licht?
Het licht is een opening die enkel licht doorlaat en geen uitzicht biedt. Het betreft bijvoorbeeld doorschijnende glastegels of een opening op een zekere hoogte zodat geen uitzicht naar buiten mogelijk is.
Wat is een (uit)zicht?
Een (uit)zicht is een raam dat kan worden geopend en dat zowel licht als lucht binnenlaat. Via een uitzicht is het eigendom van anderen zichtbaar. De uitzichten kunnen onder meer balkons, terrassen, loggia’s en dakramen zijn.
Wat zegt het BW over uitzichten op het eigendom van de nabuur in geval van gemene muur?
Geen van de naburen mag, zonder toestemming van de andere, in een gemene muur een opening of venster maken, hoe dan ook, zelf niet met vaststaand glasraam.
Wat zegt het BW over uitzichten op het eigendom van de nabuur in geval van een niet gemene (scheids)muur?
De eigenaar van een niet gemene muur (/privatieve (scheids-)muur) die aan een erf van een ander paalt mag in die muur vensters en lichtopeningen maken met ijzeren traliewerk en vaststaand glasraam.
Deze vensters moeten voorzien zijn van een ijzeren traliewerk waarvan de maliën ten hoogste een decimeter groot zijn en een vaststaand glasraam zijn.
Wat zijn de richtlijnen van het BW over uitzichten op het eigendom van de nabuur?
- deze venster of lichtopeningen mogen niet lager gemaakt worden dan 2.60 m boven de vloer of grond van de kamer die men wil verlichten, indien deze met de straat gelijkvloers is, en niet lager dan 1.90 m boven de vloer, voor de hogere verdiepingen.
- men mag op een besloten of niet besloten erf van zijn nabuur geen rechtstreekse uitzichten of uitzicht gevende vensters, noch balkons of soortgelijke vooruitspringende werken hebben, tenzij er een afstand van 1.90 m is tussen de muur waar die men maakt en het erf.
- men mag op datzelfde erg geen zijdelingse of schuine uitzichten hebben, tenzij er een afstand is van 60 cm.
Waarop zijn de wettelijke beperkingen over uitzichten op het eigendom van de nabuur niet van toepassing?
Deze zijn niet van toepassing op aangelanden van openbare wegen of spoorwegen die tot het openbaar domein behoren.
Wat zegt de versoepeling van de wet over rechte en schuine zichten?
Voortaan mag de eigenaar van een gebouw volgens de tekst van de wet, vensters met doorzichtige beglazing, muuropeningen, balkons, terrassen of soortgelijke werken aanbrengen voor zover deze op een rechte afstand van minstens 1,9 meter van de perceelsgrens zijn aangebracht. De afstand wordt gemeten met een loodrechte lijn die wordt gezet op de raamopening of de andere werken zelf aan de dichtste plaats aan de buitenkant hiervan tot aan de perceelsgrens en dus
niet met een loodrechte lijn op de perceelsgrens zelf.
Het nieuwe wetboek maakt dus geen onderscheid meer tussen lichten en uitzichten, rechte en schuine
uitzichten en de verschillende verdiepingen. Voor al deze mogelijkheden is er een uniforme afstand van minstens 1,90 meter vastgelegd.
Wat kan je zeggen over verjaring i.v.m. lichten en zichten?
Als de lichten en uitzichten al meer dan 30 jaar bestaan, is er verjaring en kan hun verwijdering niet meer worden afgedwongen, ook niet als ze niet voldoen aan alle bepalingen.
Een uitzondering daarop is het feit dat het recht om de gemeenmaking van een muur te vorderen onverjaarbaar is. Wie de gemeenheid van een muur verkrijgt, zal dus alle daarin aangebrachte lichten en zichten mogen doen verwijderen, ook als ze al meer dan 30 jaar aanwezig zijn.
De feitelijke omstandigheden worden altijd afgetoetst aan de principes van rechtsmisbruik.
Wat is de sanctie voor lichten en zichten die niet voldoen aan de wettelijke bepalingen.
Wanneer lichten en uitzichten niet voldoen aan de wettelijke bepalingen, kan je hun verwijdering vorderen voor zover er geen verjaring is ingetreden.
Ofwel moeten ze worden aangepast aan de wettelijke voorschriften, ofwel moet alles in de oorspronkelijke toestand worden hersteld, dat wil dus zeggen dichtgemaakt met dezelfde materialen.
Het eisen van de verwijdering van lichten en uitzichten wanneer die niet schadelijk zijn, kan als een misbruik van recht beschouwd worden.
