Biologie Begrippen + To Knows 9.3 Flashcards

1
Q

De 3 functies van je huid

A
  1. Je lichaam op temperatuur houden 2. Bescherming tegen vuil en ziekte verwekkers 3. Bescherming tegen de zon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke lagen heeft je huid?

A

Opperhuid, lederhuid en onderhuids bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoornlaag

A

Zit in je opperhuid. Slijt steeds af en wordt steeds nieuw van gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kiemlaag

A

Zit in de opperhuid. Vult door celdeling de hoornlaag steeds aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Opperhuid

A

Bestaat uit hoornlaag en de kiemlaag. Is het bovenste stukje van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lederhuid

A

Zitten spieren, talgklieren, zweetklieren, bloedvaten, zintuigen en haarzakjes in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Talg

A

Komt uit de talgklieren. Houdt de huid en haren soepel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderhuids bindweefsel

A

Lopen bloedvaatjes, zenuwen en is vet opgeslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe blijf je op temperatuur?

A

Hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hypothalamus

A

Sturen impulsen als je warmer wordt en de hypothalamus vergelijkt de temperatuur met de norm zodat je lichaam weer afkoelt. Zit in je hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afkoelen (kort)

A
  1. Bloedvaatjes worden wijder 2. Je huid wordt rood en warm en geeft hitte af aan de omgeving 3. Je zweetklieren maken (meer) zweet 4. Het zweet verdampt door de hitte van je huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Warmer worden (kort)

A

B1. Bloedvaatjes worden nauwer 2. Je gaat rillen 3. Kippenvel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kippenvel

A

Je haartjes gaan omhoog staan om te isoleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe geneest een wondje? (Kort)

A
  1. Je bloedvaten vernauwen 2. Propvorming: je bloedplaatjes klonteren samen 3. Bloedvaatjes knappen open 4. Vorming fibrinedraden (korstje)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fibrogenen

A

Als de bloedvaatjes openknappen komt deze stof vrij. Het reageert met stollingseiwit in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fibrinedraden

A

Door fibrogenen ontstaan er een netwerk van fijne, kleverige draadjes. In die draden blijven rode bloedcellen hangen

17
Q

Ultraviolette straling (UV-straling)

A

Vangt je huid op als je in de zon ligt

18
Q

Pigment

A

Cellen in de kiemlaag maken kleine korreltjes bruine kleurstof zo word je bruin

19
Q

Huidkanker

A

Als je huidcellen in de kiemlaag te vaak beschadigen kan dat tot huidkanker leiden

20
Q

Gezwel / tumor

A

Als je huidkanker hebt. De cellen gaan zich extra snel delen en er ontstaat een ophoping van cellen

21
Q

Ontstaan van kanker (kort)

A
  1. Normale cel verander in een kankercel / tumorcel 2. Celdeling van de tumorcel 3. Tumorcellen groeien in lymfevaten 4. Uitzaaien tumorcel via bloed- en lymfevaten
22
Q

Uitzaaiing

A

Een nieuw gezwel / tumor. Als de kanker verspreid