Biologie 6.1 T/m 6.3 Flashcards
Welke vier rijken zijn er?
Dieren, Planten, schimmels en bacteriën
Welke dingen hebben alle cellen (van inhoud)
Cytoplasma en celmenbraam
De cellen van het dierenrijk hebben?
Celkern, (celmembraam en cytoplasma)
De cellen van plantenrijk hebben?
Celkern, celwand, bladgroenkorrels, vacuole (celmembraan en cytoplasma)
De cellen van schimmelrijk hebben
Celkern, vacuole, celwand (celmembraan en cytoplasma)
De cellen van bacterienrijk hebben?
Celwand (celmembraam en cytoplasma)
Hoe zijn de rijken verdeeld?
De vier rijken zijn onderverdeeld in groepen en die groepen zijn ook steeds weer onderverdeeld: rijk → afdeling → klasse → orde → familie → geslacht → soort.
Wanneer zijn organismen van hetzelfde soort?
Als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Waar bestaat een soortnaam uit?
Geslachtsnaam (als eerst met hoofdletter) soortaanduiding (zonder hoofdletter)
Hoe heet de leefomgeving van een organismen?
Biotoop dat is een gebied met perfecte leefomstandigheden voor dat organismen
Wat vormen alle organismes in een biotoop?
Een leefgemeenschap
Wat zijn biotische factoren?
Levende invloeden zoals bomen dieren
Wat zijn a-biotische factoren?
Niet levende invloeden zoals wind en zon
Hoe zijn dieren concurrenten?
Als ze hetzelfde voedsel eten
Hoe is er minder concurrentie?
Dieren leven op andere manieren en plekken en zoeken eten anders
Wat zijn de lagen van licht?
Boomloog, struiklaag, kruidlaag, moslaag
Wat is een habitat?
Plek waar een organismen leeft in een biotoop, in elk habitat zijn de omstandigheden anders
Wat is biodiversiteit?
Door klimaatveranderingen ontstaan er meer habitats waardoor er meer organismen komen
Hoe zit fotosynthese in elkaar?
Een plant maakt glucose in de bladgroenkorrels en zuurstof met water en koolstofdioxide
Hoe lukt fotosynthese?
Als er zonlicht op de cellen van de bladgroenkorrels valt
Wat maakt de plant met glucose?
Zetmeel, eiwitten, vetten, vitaminen hiervoor zijn mineralen nodig
Welke soorten eters heb je?
Planteneter: eet alleen maar plantaardig voedsel
Vleeseter: eten alleen maar dierlijk voedsel
Alleseter: eten plantaardig en dierlijk voedsel