Biologie Begrippen 9.2 Flashcards
Uitscheiding
Stoffen waar te weinig van zijn worden aangevuld en waar er te veel van zijn worden ze verwijderd
Uitscheidingsorganen
Longen, lever, nieren en huid. Zo raak je afvalstoffen uit je bloed kwijt
Regelkringen (kort)
- Meten 2. Vergelijken met de norm 3. Versturen via zenuwstelsel naar organen 4. Reactie, organen reageren
Norm
De waarde die het moet zijn
Hormonen
Regelstoffen die allerlei processen in je lichaam regelen
Glucose
Een benodigde brandstof voor je lichaam. Het geeft energie om je warm te houden en voor alle processen in je lichaam. Daarom is het belangrijk dat je cellen genoeg hebben
Eilandjes van langerhals
Insuline en glucagon worden hier gemaakt, deze hormonen zorgen voor goede hoeveelheid glucose in je bloed. Het zit in de alvleesklier als groepje cellen
Insuline
Hormoon dat ervoor regelt dat glucose wordt opgeslagen in je lever en spieren, en dat het glycogeen wordt zodat je glucosegehalte kan dalen.
Glycogeen
Lange vertakte ketting van glucosemoleculen
Glucagon
Regelt dat glycogeen glucose word en dat je glucose gehalte stijgt. Haalt het ook uit je lever en spieren
Diabetes 1
De alvleesklier die insuline maken zijn beschadigd, hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline.
Diabetes 2
Lichaamscellen zijn ongevoelig geworden voor insuline, hierdoor werken de hormonen niet meer goed. Dit komt veel voor bij mensen met overgewicht of weinig bewegen.
Lever
Zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen. Houd de omstandigheden binnen je lichaam constant
Leverslagader
Voert bloed met zuurstof naar de lever
Poortader
Komt bloed met de stoffen die door de darmen zijn opgenomen.
Leverader
Nadat de lever de samenstelling van het bloed heeft gecheckt wordt het bloed hiernaar afgevoerd.
Amonizuren
Bouwstenen van eiwitten in je verteringsstelsel. Je lever maakt er weer nieuwe eiwitten van
Cholesterol
De lever zet vet om in cholesterol.
Ureum
Ontstaat bij het afbreken van te veel amonizuren in je lever. Ureum wordt door je nieren uitgescheiden.
Gal
Wordt door je lever gemaakt, er worden afvalstoffen uitgescheiden.
Bilirubine
Een afvalstof van versleten rode bloedcellen, deze bloedcellen worden afgebroken in de milt
Glycogeen
De lever slaat glucose op als glycogeen
Ijzer
Slaat de lever op afkomstig van de hemoglobine uit versleten bloedcellen
De 4 processen van het lever
- Opbouwen & omzetten 2. Afbreken 3. Afvoeren 4. Opslaan
Nieren
Orgaan die je bloed filtert. Ligt in de buikholte aan de kant van je rug. Via nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen in de nieren
Nefronen
Je nieren bestaan uit ongeveer een miljoen nefronen, ze zuiveren je bloed. De vertakking van de nierslagader voeren het bloed naar de nefronen in de niershors
Filtratie
Door de bloeddruk wordt een deel van de bloedplasma uit de haarvaten geperst. Dit heet filtratie
Voorurine
Uitgeperst bloedplasma dat uit water, zouten, glucose en afvalstoffen bestaat. Je nier maakt er elke dag wel 180l van
Nierkanaaltje
Hier komt de voorurine terecht
Resorptie
Stoffen in je nierkanaaltje die je lichaam nog kan gebruiken, worden terug opgenomen in je bloed
Urine
Overtollig water en afvalstoffen
Blaas
Daar wordt je urine tijdelijk opgeslagen totdat je plast