AK Flashcards
Keerkring
Breedtecirkel op 23,5° ten noorden en ten zuiden van de evenaar, waar de zon nog recht boven je hoofd kan staan
Invalshoek
De hoek tussen de zonnestralen en het aardoppervlak
Klimaat
Het gemiddelde weer van een groot gebied gemeten over dertig jaar
Polaire luchtstreek
Het gebied tussen de poolcirkels en de polen, waar de invalshoek van de zon het kleinst is en het dus het koudst is.
Atmosfeer
Laag gassen om de aarde
Gematigde luchtstreek
Het gebied tussen de keerkringen en de poolcirkels, waar het gemiddeld niet heel warm en niet heel koud is.
Luchtstreek
Temperatuurzone op aarde die is afgegrensd op basis van een bepaalde gemiddelde temperatuur.
Aardas
Denkbeeldige lijn dwars door de aardbol, van de Noordpool naar de Zuidpool.
Weer
Toestand van de atmosfeer (temperatuur, neerslag, wind en zonneschijn) op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.
Poolcirkel
Breedtecirkel op 66,5° ten noorden en ten zuiden van de evenaar waarboven de zon minstens een dag per jaar niet ondergaat.
Tropische luchtstreek
Het gebied tussen de keerkringen, waar de zon het hoogst staat en het dus warm is.
Zeestroom
Beweging van grote hoeveelheden water in de oceanen en zeeën.
broeikaseffect
Het vasthouden van de door de aarde uitgestraalde warmte door koolstofdioxide en andere gassen in de atmosfeer.
Hogedrukgebied
Gebied waar veel luchtdeeltjes op elkaar zitten. Er is sprake van dalende lucht.
Aanlandige wind
Wind die van zee naar land waait.
Aflandige wind
Wind die van land naar zee waait
Lagedrukgebied
Gebied waar weinig luchtdeeltjes op elkaar zitten. Er is sprake van stijgende lucht.
Condensatie
Proces waarbij gas in een vloeistof verandert. Bijvoorbeeld: waterdamp wordt water.
Neerslag
Water dat uit de wolken op aarde valt in de vorm van regen, sneeuw of hagel.
Frontale neerslag
Neerslag die ontstaat als twee luchtsoorten botsen en de warme lucht omhooggeduwd wordt door de koude lucht.
Waterdamp
Water in gasvormige toestand.
Front
Grens tussen warme en koude lucht.
Stijgingsneerslag
Neerslag die ontstaat doordat lucht bij hoge temperaturen opstijgt.
Lijzijde
Kant van een gebergte waar de lucht daalt (de droge kant).
Loefzijde
Kant van een gebergte waar lucht gedwongen wordt te stijgen (de natte kant).
Stuwingsneerslag
Neerslag die ontstaat als lucht met veel waterdamp tegen een berghelling opstijgt.
ET-klimaat (toendraklimaat)
Klimaat waarin de gemiddelde temperatuur van de warmste maand lager is dan 10 °C. De begroeiing bestaat uit grassen, mossen en lage struiken.
EH-klimaat (hooggebergteklimaat)
Klimaat in het hooggebergte waarin de temperatuur in de warmste maand niet boven 0 °C komt, er is geen begroeiing.
klimaatgebied
Een gebied met een soortgelijk klimaat.
Middellandse Zeeklimaat
Zeeklimaat met een droge zomer en gemiddelde temperatuur in de warmste maand hoger dan 22 °C.
A-klimaat (tropisch klimaat)
Warm en vochtig klimaat. De gemiddelde temperatuur van de koudste maand is niet lager dan 18 °C.
Permafrost
Ondergrond die permanent bevroren is.
EF-klimaat (sneeuwklimaat)
Klimaat in de poolgebieden waarin de temperatuur in de warmste maand niet boven 0 °C komt, er is geen begroeiing.
C-klimaat (zeeklimaat)
Gematigd zeeklimaat met zachte winters. De gemiddelde temperatuur van de koudste maand ligt tussen –3 °C en 18 °C, de gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C.
E-klimaat (poolklimaat
Zeer koud klimaat. De gemiddelde temperatuur van de warmste maand is nooit hoger dan 10 °C.
Vegetatie
Plantengroei
B-klimaat (droog klimaat)
Klimaat met weinig neerslag waardoor er weinig of bijna niets kan groeien.
D-klimaat (landklimaat)
Klimaat met hete zomers en koude winters. De gemiddelde temperatuur van de koudste maand is lager dan –3 °C, de gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C.
Fahrenheit
Temperatuurschaal in de VS gebaseerd op het vriespunt (32 °F) en het kookpunt van water (212 °F).
Staafgrafiek
Grafiek waarin informatie wordt gegeven door middel van staven.
klimaatgrafiek (klimaatdiagram)
Grafiek van een plaats met de gemiddelde temperatuur en de gemiddelde neerslag voor de twaalf maanden van het jaar.
Celsius
Temperatuurschaal gebaseerd op het vriespunt (0 °C) en het kookpunt van water (100 °C).
Lijngrafiek
Grafiek waarin informatie wordt gegeven door middel van een lijn.