BHM training 1: ondersteunende communicatie Flashcards

1
Q

Ondersteunende communicatie (OC)

A

alle voorzieningen die ondersteunend werken op aanwezige communicatieve vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar ligt de focus op bij het inzetten van OC?

A

Focussen op wat wél kan, voortbouwen op wat iemand al kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zonder communiceren kan je niks aangeven. Het belang van OC is dan ook:

A
  • Basis participatie
  • Integratie bevorderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indeling van OC gaat op basis van termen die bestaan uit twee woorden met een streepje ertussen.

het woord vóór het streepje geeft aan … (1)
het woord ná het streepje geeft aan … (2)

A
  1. hoe het overgebracht wordt
  2. hoe het binnenkomt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de vier soorten OC (woorden met streepjes ertussen)

A
  1. Motorisch-visueel
    * Lichaamstaal
    * Mimiek
    * Natuurlijke gebaren
  2. Grafisch-visueel
    * Grafische signalen
  3. Ruimtelijk-tactiel (voelen)
    * Braille
  4. Akoestisch-auditief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ook nog verschil tussen vormen van techniek die je gebruikt bij OC

A
  • Low tech
  • Mid tech
  • High tech

Pas dit aan op het individuele geval en wat is het beste in die situatie (en wat is er mogelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een interventie middels OC kan leiden tot verbetering van (4)

A
  • Contact en relatie opbouw
  • Beurt nemen
  • Taalproductie/begrip
  • Verbeterde grammatica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

paar conclusies over OC

A
  • Door iedereen inzetbaar
  • OC ook goed werkend bij volwassenen
  • Parralel aan taalspurt: gebruikstoename bij herkenning van meerdere symbolen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

belangrijke ingrediënten van OC

A
  • Brengt vaardigheden en beperkingen in kaart
  • Keuze van woordenschat is heel belangrijk
  • Modelleren is heel belangrijk
  • Uitlokken van initiatieven
  • Presume potential (uitgaan dat er potentie in zit, vertrouwen hebben dat het werkt en dat het kan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kern- en randvocabulair

A

Kernvocabulair: 80%, situatieonafhankelijk
Randvocabulair: 20%, situatiespecifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het probleem van OC met betrekking tot kern- en randvocabulaire

A

op OC staat vaak voornamelijk veel randvocabulaire (situatiespecifieke woorden). dit is gek omdat mensen ongeveer 80% van de tijd hun kernvocabulaire gebruiken en maar 20% van de tijd gebruik maken van hun randvocabulaire.

waarom staat er dan vaak op OC randvocabulaire? beetje gek

Toegang tot voornamelijk randvocabulaire of snelzinnen stimuleert de communicatieve- en taalontwikkeling niet of onvoldoende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat kan je zeggen over de taalontwikkeling van verstandelijk beperkte mensen?

A

Verstandelijk beperkte mensen hebben een vergelijkbare/vertraagde taalontwikkeling; niet per se afwijkend!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ModelER
waar staat Model voor?
waar staat de E voor?
waar staat de R voor?

hier was ook een vraag over in het tentamen!

A

Model: voordoen, eigen gesproken taal ondersteunen met OC
E: enthousiasme
R: reageer en breid uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ankergestuurd leren
wat wordt hier globaal mee bedoelt?

A

Het gaat erom dat je je semantisch systeem uit breidt en dat dit een soort netwerk gaat vormen.

voorbeeld: Strand heeft een netwerk met schep, zand, zon etc.
door dingen te koppelen aan elkaar wordt de woordenschat beter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ankergestuurd leren, is leren door… (4)

A
  • Intrinsieke motivatie
  • Samenhang (netwerk vormen)
  • Samen doen- modelleren
  • Stimuleren communicatieve intentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De KLINC cyclus maakt gebruik van ankergestuurd leren
wat is de klinc cyclus?

A
  1. Ervaren
  2. Exploreren
  3. Verdiepen
  4. Associëren/relaties leggen
  5. Ordenen/evalueren/presenteren
17
Q

wat zijn twee kernwoorden van ankergestuurd leren

A
  1. semantisch netwerk
  2. woordenschat
18
Q

GAS-procedure

A

om te evalueren
GAS = goal attainment scale

geeft niet alleen aan of je doel gehaald hebt maar ook in hoeverre. Er worden verschillende niveaus opgesteld

19
Q

belangrijk om te onthouden over de GAS procedure

A

uitgangspositie is -2 en doel is 0.

voor verduidelijking, zie schema in de slides.