BHM training 1: introductie Flashcards

1
Q

wat is de klinische cyclus

A

= diagnostische cyclus + behandelingscyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bij de overgang van de diagnostische cyclus naar de behandelingscyclus moet je:

A
  • Globaal behandeldoel formuleren
  • SMART doel formuleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

SMART doel (wat betekent elke letter)

A
  • Specifiek (eindtermen)
  • Meetbaar (duidelijk evalueren)
  • Acceptabel (positief geformuleerd en aanvaardbaar)
  • Realistisch (binnen tijdbestek en mogelijkheden)
  • Tijdsgebonden (duidelijke start- en einddatum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor werken de SMART doelen succes verhogend?

A
  1. ze zorgen voor duidelijkheid
  2. ze werken motiverend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noem de behandelingscyclus op (4 stappen)

A
  1. verkennende behandelingsanalyse (VBA)
  2. voorspellen van reacties
  3. toetsende behandeling
  4. evaluatie ten opzichte van globale doel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doe je in de eerste stap van de behandelingscyclus: de VBA

A

faciliterende factoren benoemen
belemmerende factoren benoemen

let op dat deze aansluiten bij deze specifieke behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lisette gaf een voorbeeld over een mogelijke tentamenvraag betreffend de VBA. wat was dit voorbeeld?

A

Er worden op tentamen verschillende factoren genoemd, jij moet vertellen welke faciliterende of belemmerende factor het beste aansluiten met het beste argument. Let op dat dit aansluit bij deze specifieke behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de tweede stap van de behandelingscyclus is voorspellen van reacties (VR).
1. wat houd deze stap in?
2. welke formulering wordt er gebruikt?
3. je kan dit op twee manieren doen:

A
  1. Verwachtingen over directe effecten van concrete instructies en reacties.
  2. als … dan …
  3. korte termijn (per sessie) en lange termijn (per reeks sessies)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de derde stap van de behandelingscyclus is toetsende behandeling (TB)
1. wat houdt deze stap in?
2. er moet aan voorwaarden worden voldaan. leg uit welke twee soorten voorwaarden

A
  1. Nagaan of de verwachting uitkomt a.d.h.v. een vooraf bedacht criterium
    • Methodologische voorwaarde: effecten moeten toetsbaar zijn
      • Professionele voorwaarde: bewustzijn van oordeelsfouten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de vierde en laatste stap van de behandelingscyclus is evaluatie ten opzichte van het globale doel.
1. wat houd deze stap in?
2. welke vraag stelt men zich?

A
  1. Voortdurend afwegen van het belang van verandering op korte termijn ten opzichte van het uiteindelijke doel
  2. “In welke mate is het hoofddoel bereikt?”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

evalueren van een behandeling kan op grote en kleine schaal.
wat houd dit in? wat is het verschil?

A

Evalueren van een behandeling kan op grote schaal: d.m.v. wetenschappelijk onderzoek

Evalueren van een behandeling kan op kleine schaal: kijken naar de cliënt (ROM, GAS-procedure)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar staat de afkorting ‘ROM’ voor

A

ROM = Routine Outcome Monitoring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

‘Rom als tomtom’

wat wordt hiermee bedoelt?

A

hiermee wordt bedoeld dat rommen werkt als een soort navigatiesysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

drie feitjes over de ROM

A
  • ROM wordt nauwelijks goed ingebouwd (gebrek aan tijd)
  • ROM werkt vooral bij ‘not-on track’ cliënten
  • Moment van afnemen is heel belangrijk: na 4 weken is het beste.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly