BHM training 1: aanleren van vaardigheden Flashcards
toegepaste gedragsanalyse en -therapie bestaat uit twee onderdelen:
- Aanleren van vaardigheden
- Analyseren en behandelen probleemgedrag
3 manieren van ordeningen van procedures die gebruikt worden bij gedragstherapie en gedragsanalyse:
- procedures op basis van A, B of C
- procedures op basis van onderliggende principes
- procedures op basis van de functie van het gedrag
bij gedragstherapie en gedragsanalyse worden verschillende soorten procedures gebruikt.
wat houden procedures op basis van A, B of C in? + voorbeelden
o Focus op antcedent: antecedente controle, fading, non-contigente reinforcement
o Focus op behavior: aanleren alternatief of gewenst gedrag
o Focus op consequent: exctinctie, positieve oefening, time-out, responsblocking
bij gedragstherapie en gedragsanalyse worden verschillende soorten procedures gebruikt.
wat houden procedures op basis van onderliggende principes in?
o Uitdoving
o Bekrachtiging
o Bestraffen
bij gedragstherapie en gedragsanalyse worden verschillende soorten procedures gebruikt.
wat houden procedures op basis van de functie van gedrag in?
hier wordt het kwadrant van bekrachtigers (schema) gebruikt.
Je hebt positieve/negatieve bekrachtiging van sociale of niet-sociale aard. Kijken naar de juiste categorie. Zie het schema uit de training.
Differential reinforcement:
Differentiele bekrachtiging is specifiek gericht op het bekrachtigen van bepaald gedrag terwijl ander gedrag wordt genegeerd of minder wordt bekrachtigd. Het begrip “differentieel” verwijst naar het selectief toepassen van bekrachtiging op specifieke gedragingen en niet op alle gedragingen.
verschillende vormen van differentiële bekrachtiging:
DRO
DRA
DRI
DRC
- DRO: bekrachtigen van ander gedrag
Al het andere gedrag naast het probleemgedrag bekrachtigen - DRA: bekrachtigen van alternatief gedrag
Bekrachtigen gedrag dat alternatief is voor probleemgedrag - DRI: bekrachtigen van onverenigbaar gedrag
Gedrag dat niet tegelijkertijd kan opspelen met het probleemgedrag - DRC: bekrachtigen van communicatief gedrag
Gaat om alternatief gedrag, maar dan op een communicatieve manier. Als iemand dus op een juiste manier communiceert.
DRC (functionele communicatietraining)
communicatieve respons aanleren met dezelfde functie als het probleemgedrag.
Non-contigente reinforcement:
bekrachtiger aanbieden op basis van tijdsintervallen.
Bij het aanleren van vaardigheden wordt gekeken naar: (4)
- Stimuleren van ontwikkeling
- Reduceren gedragsproblemen/frustratie
- Vergroten kwaliteit leven
- Praktische problemen oplossen
Wanneer er meervoudige gedragingen moeten worden aangeleerd (gedragsketens) moeten de volgende stappen doorlopen worden:
- taakanalyse (bureau analyse)
wat moet er gebeuren? - kiezen hoe het nieuwe gedrag moet worden aangeleerd.
bij het kiezen van een methode over hoe je een kind/client iets wil aanleren, kan je kiezen voor total task chaining, backward chaining en forward chaining.
wat houden deze methodes in en wanneer gebruik je welke methode?
total task chaining: in een keer alles aanleren
gebruik je als de taak makkelijk is of het kind de taak al bijna beheerst of er goed bekend mee is.
backward chaining: alles voordoen en de laatste stap aan de client laten. dit schuift steeds een beetje op tot dat de client alles zelf kan.
gebruik je als het kind gevoelig is voor beloningen of onzeker is
forward chaining: client eerste stap laten doen en de rest afmaken. dit schuift steeds een beetje op tot de client alles zelf kan.
gebruik je als je wil dat het kind initiatief durft te tonen
wat is preference assessment bij bekrachtigen?
We doen dan een preference assessment: welke soort bekrachtiging vindt het kind fijn?
bekrachtiging is effectief als:
- Direct volgt op het gedrag
- Alleen bepaald gedrag bekrachtigd wordt
- Tekort (als je een kind een snoepje aanbiedt als bekrachtiger maar het kind al veel snoepjes heeft, werkt niet)
- Grootte moet goed zijn (niet een hele grote bekrachtiger voor een klein stapje en andersom)
bij bekrachtigen bestaat de voorkeur voor twee soorten bekrachtigers:
- Functionele bekrachtigers: hebben een functie bij gedragingen.
Voorbeeld: bij het koken is de functionele bekrachtiger dat je het erna kan eten. Bij afwassen is de functionele bekrachtiger dat je daarna een leeg aanrecht hebt. - Sociale bekrachtigers: bekrachtigers van sociale aard
Voorbeeld: compliment, aandacht, schouderklopje geven