Behandeling van patiënten met een stoornis in het gebruik van alcohol Flashcards

1
Q

Welke behandelmethodes pas je hier toe? (2)

A

Motiverende gespreksvoering en cognitieve gedragstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar of niet waar: Alcoholafhankelijkheid vormt in Nederland, samen met angst en depressie, de top 3 van meest voorkomende psychische stoornissen.

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar of niet waar: Alcoholproblemen komen vaak voor in combinatie met andere
psychische problematiek, zoals depressie of angst.

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is Motiverende gespreksvoering (MGV) op gericht?

A

de ambivalentie van de patiënt ten aanzien van zijn alcoholmisbruik (op een niet-moraliserende wijze) te onderzoeken.
Het combineert empathische gespreksstijlen met directiviteit om ambivalentie te beïnvloeden richting verandering. Bij minder ernstige problematiek is MGV als op zichzelf staande
interventie vaak voldoende, bij ernstigere problematiek wordt dit vaak gebruikt om
therapietrouw voor een andere behandeling (als CGT) te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effectieve cognitief gedragstherapeutische interventies zijn: (4)

A
  • Zelfregistratie
  • Zelfcontroletraining
  • Trainen van coping vaardigheden
  • Sociale vaardigheidstraining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diagnose wordt bij voorkeur gesteld aan de hand van een gestructureerd klinisch interview.
Om terugval te voorkomen, zijn diverse medicamenten beschikbaar die gecombineerd kunnen
worden met cognitieve gedragstherapie. De beste evidentie bestaat voor …

A

anticraving middelen

Het aversiemiddel disulfiram is minder veilig en heeft
meer contra-indicaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De behandeling bestaat in grote lijnen uit twee stappen:

A
  1. Kortdurende motiverende interventie (eerste drie sessies)

2. Cognitieve gedragstherapie (het hele protocol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaruit bestaat stap 1, de kortdurende motiverende interventie?

A

Stap 1 begint met inventarisatie van het eigenlijke probleem en richt zich op het vergroten van de motivatie voor behandeling door middel van een voor- en nadelenbalans van zowel
alcoholgebruik als verandering hiervan. Ook worden veranderdoelen en
zelfcontrolemaatregelen afgesproken, en wordt er een noodplan gemaakt. Belangrijk is ook dat de patiënt zich bewust wordt van risico’s, en de link tussen overmatig alcoholgebruik en
psychische problematiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit bestaat stap 2, cognitieve gedragstherapie?

A

Stap 2 wordt toegepast wanneer er meer nodig is dan alleen MGV om verandering te
bewerkstelligen. Maak een functieanalyse van alcoholgebruik, onderga een vaardigheidstraining gericht op het herkennen van risico’s, vergroot self-efficacy met betrekking tot het hanteren van risicovolle situaties, voorkom terugval en leer omgaan met craving en sociale druk. Afhankelijk van individuele risicosituaties, kan er ook een coping
vaardighedentraining aangeboden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat moet de patient gedurende de gehele behandeling registreren?

A

registreert de patiënt het gebruik van alcohol en de mate van ervaren craving. Sessies (vanaf sessie 3) worden begonnen met bespreking van vooruitgang
en nadrukkelijke aandacht voor motivatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar begin je de behandeling mee, in sessie 1?

A

met een inventarisatie van het drinkpatroon

Neem een neutrale
houding aan (richt ook aandacht op positieve aspecten van drinken, om weerstand te
voorkomen), maar probeer wel de bezorgdheid van de patiënt over het eigen drinkpatroon te verhogen. Geef objectieve informatie over de risico’s van het huidige gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar begin je de behandeling mee, in sessie 2?

A

Stel een voor- en nadelenbalans op, en inventariseer hoe de patiënt hier tegenover staat en de bereidheid tot verandering. Inventariseer en onderhandel welke
veranderingen mogelijk zijn (gecontroleerd gebruik of tijdelijke abstinentie). Maak concrete afspraken hierover. Met MGV kan de patiënts vertrouwen in eigen kunnen om dit te bereiken vergroot worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zelfcontrolemaatregelen kunnen ondersteunend werken bij bereiken van het doel, welke drie?

A

-Stimuluscontrole (vermijding van personen, plaatsen, situaties die alcoholgebruik
uitlokken)
- Stimulusrespons (alternatief gedrag vertonen in risicosituatie)
- Responsconsequentie (beloning indien doel gehaald wordt, negatieve consequentie indien dat niet het geval is)

Leg in eerste fase nadruk op stimuluscontrole en het afspreken van een beloning. Brainstorm
samen over effectieve zelfcontrolemaatregelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vindt er in sessie 3 plaats?

A

Inventariseer (sessie 3) het gebruik van alcohol, en hoe het is gegaan met de bedachte zelfcontrolemaatregelen. Vraag naar positieve gevolgen van niet of minder drinken. Bespreek ook momenten waarop patiënt craving voelde en hoe hij/zij hiermee omging. Indien de patiënt meer heeft gedronken dat gepland, bekijk dan de situaties waarin dit gebeurde en bestempel dit als risicosituaties. Bedenk een streven voor de komende week. Bekrachtig de patiënt voor zijn inzet en geboekte vooruitgang indien er minder is gedronken dan voorheen. Het is van
belang dat de therapeut niet moraliserend of bestraffend optreedt!

Introduceer noodplannen om terugval te voorkomen.
Maak een lijst met mogelijke risicosituaties (extern – concrete situatie, en intern – gedachten, emoties, sensaties), en bedenk manieren om hiermee om te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat moet je benadrukken in de 4de sessie?

A

het belang van de aanwezigheid van een ondersteunende persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doe je nog meer in sessie 4?

A

Introduceer de functieanalyse van alcoholgebruik, om risicosituaties en gevolgen op lange en korte termijn in kaart te brengen. Betrek de ondersteunende persoon bij het maken van de
functieanalyse.

17
Q

In sessie 5 blijft het belangrijk om aandacht te besteden aan de motivatie van de patiënt, vele ervaren wisselingen in motivatie namelijk. Toename van craving is een normaal verschijnsel, welke verschillende manieren zijn er om met craving om te gaan?

A
  • Afleiding zoeken door activiteiten te ondernemen
  • Erover praten met vrienden of familieleden (bedenk van tevoren met wie de patiënt hier goed over zou kunnen praten)
  • Anders denken (identificeer irrationele gedachten (“ik zal nooit in staat zijn het te weerstaan”)en formuleer betere gedachten die kunnen helpen craving te weerstaan)
  • Gevoelsurfen (craving is als jeuk: het is heel vervelend, maar gaat ook weer over)
18
Q

In sessie 6 bespreek je

A

welke technieken de patiënt heeft toegepast om met craving om te gaan
Bij eventueel vermijdingsgedrag wordt besproken dat dit op de korte termijn wellicht werkt, maar dat dit op de lange termijn geen effectieve strategie is. Oefen met situaties waarin de patiënt het lastig vindt om alcohol af te wijzen.

19
Q

Sessie 7 t/m 12 zijn keuzesessies, wat kun je hierin nog doen?

A

een vinger aan de pols wordt gehouden met
hoe het gaat en geoefend wordt met verschillende huiswerkopdrachten. In de afsluitende sessie wordt besproken wat de behandeling heeft opgeleverd. Indien zowel de patiënt als therapeut van mening zijn dat er nog niet voldoende is bereikt, kan er overlegd worden over
eventuele aanvullende interventies.

20
Q

In dit protocol staat qua behandeling wat centraal? (2)

A

motiverende gespreksvoering

aanleren van copingsvaardigheden