B. Antistolling Flashcards
Mechanisme dat aan bloedstolling ten grondslag ligt noemt men
hemostase
Mediatie aangrijpend op hemostase
anticoagulantia
uit welke 3 onderdelen bestaat de hemostase
vasoconstrictie, aggregatie, coagulatie
waarom is factor 10 belangrijk?
omzetting van tromboxaan > trombine waardoor fibrinogeen omgezet wordt in fibrine
Trombocyten bestaan ongeveer hoeveel dagen?
7 dagen
Patiënten met hemofilie A hebben een verhoogd bloedingsrisico doordat welke factor verminderd aanwezig is?
factor VIII (factor 8)
Bij welke stollingsfactoren is vitamine K noodzakelijk?
9 10 2 7
Primaire hemostase
Interactie tussen bloedplaatjes (trombocyten) en collageen uit de beschadigde vaatwand (adhesie). Hierdoor klonteren trombocyten aan elkaar (aggregatie) en worden nieuwe trombocyten geactiveerd.
Onder welke factor vind adhesie plaats van trombocyten aan collageen in de vaatwand?
Von willebrand factor
Primaire homeostase wordt ook wel genoemd:
extrinsieke stollingscascade
Vorming van fibrine stolsel wordt ook wel genoemd:
intrinsieke stollingscascade
stollingsbevorderende factoren uitgescheiden door trombocyten
tromboxaan A2, ADP en serotonine
Welke factor kan binding van fibrinogeen aggregatie met andere bloedplaatjes tot stand brengen?
glycoproteine IIb/IIIa-receptor
Waarmee begint de intrinstieke stollingscascade (vorming van fibrine stolsel)
Tissue Factor, tromboplastine + in aanraking met bloed
Waar zit Tissue Factor, tromboplastine normaal?
Onder de oppervlakte van het endotheel
Benoem de 3 fases van bloedstolling
- primaire hemostase (extrinsieke stollingscascade),
- vorming van bloedstolsol (intrinsieke stollingscascade)
- Opruimen van bloedstolsel (fibrinolyse)
Welk enzym breekt fibrine weer af?
plasminogeen omgezet tot plasmine
Trias van Virchow
- verhoogde stolbaarheid van bloed, 2. vertraagde bloedstroom 3. beschadigde vatwand
Welk onderscheid wordt er gemaakt binnen de antithrombotica
Direct (heparine groep)
Indirect (vitamine K-antagonisten)
Trombocytenaggregatie remmers
Behandeling arteriele trombose
trombocytenaggregatieremmers: acetylsalicylzuur, clopidogrel (plavix), dipyridamol (persantin)
Arteriele trombose
Herseninfarct/hartinfarct
Functionele onderbreking van de endotheellaag
Witte trombi: trombocyten weinig erytrocyten en fibrine
Veneuze trombose
circulaire stase
De rode trombi: erytrocyten, fibrine en relatief weinig trombocyten
VB: DVT of longembolie
Behandeling van DVT
1, Coumarinederivaten (vitamine K antagonisen
Acenocoemarol (sintrom)
Fenprocoumon (marcoumar)
2. Heparines (heparine iv), low dose LMWH, high dose LMWH
3. Directe orale anticoagulantia ( dabigatran, apixaban, edoxaban, rivaroxaban)
Anticoagulatia welke zijn er?
- Trombocytenaggregatie remmers
- Vitamine K-antagonisten / Coumarinederivaten
- Heparines
- Directe Orale Anti Coagulantia (DOAC’s)
levensduur van trombocyt
10 dagen
Werkingsduur van asperine staat gelijk aan de levensduur van trombocyt =
10 dagen
acetylsa;ycilzuur (asperine)
Werkingsmechanisme
Trombocytenaggregatie remmende werking is gerelateerd aan de remming van tromboxaan A2.
Tromboxaan A2 stimuleert de trombocytenaggregatie.
Door irreversibele remming van werking van COX ook tromboxaan A2 geremd
Wat is het verschil tussen Ascal en aspirine?
In Nederland gebruiken we o.a. acetylsalicylzuur (Aspirine®) en carbasalaatcalcium (Ascal®) als plaatjesremmers. Carbasalaatcalcium is een vorm van acetylsalicylzuur die beter in water oplost en daarom minder bijwerkingen geeft.