A. Pijnmedicatie Flashcards

1
Q

Nocireceptoren zijn

A

Zenuwen die pijn detecteren, ‘pijn receptoren’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pijn wordt veroorzaakt door

A

weefselbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stoffen die de nocireceptoren stimuleren

A

Histamine, serotonine, bradykinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie van prostaglandinen

A

verhogen gevoeligheid van sensorische zenuweinden nociceptoren voor histamine, serotonine, bradykinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stappen WHO pijnladder

A
  1. Paracetamol (evt + prostaglandinesynthaseremmer)
  2. NSAID (evt icm met paracetamol)
  3. Zwak werkend opioid (codeïne/tramadol)
  4. Sterker opioid (morfine/fentanyl, evt opiodrotatie)
  5. Pijnstilling via parenterale toediening iv of subcutaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Maximale dosering van paracetamol

A

500-1000mg 3-4x daags (gedurende maximaal 1 maand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maximale dosering van Ibuprofen

A

2400mg/dag - 3-4x dd 400-600 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maximale dosering van diclofenac

A

150mg/dag - 2-3 dd 25-50 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Maximale dosering van naproxen

A

1000 mg/dag - 2 dd 250-500 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Maximale dosering codeine

A

240 mg/dag - 30-60 mg/ keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MAximale dosering van tramadol

A

50-100mg 3-4x per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Belangrijkste bijwerking van paracetamol

A

Leverbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vanaf welke dosis treedt leverbeschadiding bij paracetamol op?

A

150 mg/kg per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van leverschade bij PCM gebruik zijn:

A
  • pre-existente leverbeschadiging
  • Alcoholisme
  • Slechte voedingstoestand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is geïndiceerd bij een paracetamol intoxicatie?

A

N-acetyl-cysteïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de gebruikelijke dosis paracetamol als er sprake is van alcoholisme, slechte voedingstoestand en leverfalen?

A

Max 2 gram per dag ipv 4 gram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Lever falen & paracetamol

A

Meer kans op hepatotoxische metabolieten van paracetamol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Slechte voedingstoestand & PCM

A

Minder glutathion in lever; minder conjugatie NAPQI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem de 2 niet-opioiden

A

Paracetamol & prostaglandine-esterase remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk medicament PCM of NSAID is koortswerend, ontstekingsremmend en pijnstillend?

A

NSAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Voorbeelden klassieke NSAID

A

ibuprofen, naproxen, diclofenac

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

selectieve COX-2 remmers

A

celecoxib

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

analgetische werking

A

pijnstillende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

antipyretische werking

A

koortswerende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
anti inflammatoire werking
anti ontstekende werking
26
COX1 enzym
productie prostaglandine weefselhomeostase: autoregulatie van renale perfusie, gastroprotectie en trombocytenaggregratie
27
COX 2 enzym
autoregulatie renale perfusie, inflammatie, ovulatie, sluiten van ductus van botalli in neonaten, en diverse functies van CZS (koorts inductie, pijnwaarneming en cognitieve functies)
28
Bij welke functies speelt COX2 invloed op CZS?
koorts inductie, pijnwaarneming en cognitieve functies
29
Welke enzymen remmen NSAID's?
COX1 en COX2
30
Wat is voordeel van COX2 remmer, meer selectieve NSAID zoals celecoxib?
Minder gastro-intestinale klachten
31
Rofecoxib is van de markt gehaald. Waarom?
Hoog selectieve COX2 remmer. Ernstige cardiovasculaire bijwerkingen met sterfte als gevolg
32
Bijwerkingen van NSAID's
ulcus pepticum, nierfalen, trombocytopathie, verergering van hartfalen door water en zout retentie
33
Risicofactoren voor ontstaan ulcus pepticum bij NSAID's
ulcus in de VG, reumatoide arteritis, hartfalen, diabetes mellitus
34
Risicofactoren voor ontwikkelen van nierfalen:
hartfalen, dehydratie, sepsis, pre-existent nierfalen
35
Wat wordt er gegeven ter voorkoming van ulcus pepticum?
PPI
36
acetylsalicylzuur
asperine
37
Bijwerkingen door NSAID zoals toename van trobocytenaggregratie kan bloedingstijd afnemen. Dit effect is
reversibel, dosisafhankelijk en kortdurend
38
Welk medicament geef je niet indien een patient verhoogde bloedingstijd heeft aan pijnstilling?
acetylsalicylzuur
39
PPI is geïndiceerd bij starten van NSAID bij
- VG van ulcus - Leeftijd boven de 70 jaar - Onbehandelde H. Pylori-infectie in kader van ulcus lijden
40
PPI moet overwogen worden bij starten NSAID bij: (risico stijgt als meer aanwezig)
- leeftijd 60-70 jaar - gebruik van anticoagulantia / acetylsalicylzuur - Ernstige invaliderende RA - hartfalen - diabetes - hoge doseringen van NSAID - corticosteroïden - SSRI gebruik
41
Prostaglandine zorgt in de nier voor een compensatie mechanisme bij afname van circulerend volume. Hierdoor zorgt prostaglandine voor:
dilatatie van afferente arteriole van nier, waardoor nierdoorbloeding bij daling van circulerend volume gelijk blijft
42
Wat is functie bij gastro-intestinale stelsel bij remming van prostaglandine?
remming van beschermende functie op de maag
43
Bij remming van prostaglandine wordt compensatie mechanisme in de nier geremd. Wat is dit mechanisme en wat kan hiervan resultaat zijn?
Compensatie mechanisme waarbij er vasodilatatie van afferente arteriole nier plaatsvind bij afname circulerend volume waardoor nierperfusie gelijk blijft. Bij remming van prostaglandine wordt dit mechanisme geremd. Resultaat: verminderde nierdoorbloeding, vocht retentie, acute nierinsufficientie
44
Hoger risico nierinsufficientie onder NSAID
- verminderd circulerend volume: hartfalen, dehydratie, sepsis - RAS remmers - Pre- existent nierfalen mdrd <30
45
NSAIDs kunnen nierinsufficientie geven. Wat verzoorzaakt dit?
elektrolystoornissen mn verhoogd kalium
46
NSAIDs en renaal geklaarde comedicatie is kans op geneesmiddellen intoxicatie. MEt welke middelen moet je oppassen?
sotalol, digoxine, lithium, nitrofurantoïne, metformine
47
Welke medicatie geeft in lage dosis geen nierfunctie verlies? <80mg
acetylsalicylzuur
48
Voor welke cardiovasculaire bijwerking zorgen NSAID's?
water- en zout retentie
49
Wat kan er ontstaan door water en zout retentie door NSAIDs?
perifeer oedeem
50
Waarom moeten NSAIDs vermeden worden bij mensen met hartfalen?
meer kans op links/rechtszijdig decompensatio cordis
51
NSAID's kunnen door water en zout retentie aanleiding geven tot
hypertensie
52
Welke combinatie geeft verhoogd risico op maagbloedingen met NSAIDS?
NSAIDS gecombineerd met: - coumarines - trombocyrenaggregratieremmers - steroiden - SSRI
53
Welke combinatie geeft verhoogd risico op hartfalen en nierfalen icm NSAIDS?
NSAIDS gecombineerd met: - RAS-remmers - diurectia door zout retentie
54
Krachtige opioiden
U-agonisten
55
opiaten binden aan opioidreceptoren welke receptoren zijn er?
mu recepter (u), Kappa receptor (K) , lambda receptor
56
Wat is een competitieve antagonist voor alle opiaat receptoren?
naloxon
57
Welke mediactie kan gebruikt worden om bijwerkingen tgv morfine-agonisten te couperen?
naloxon
58
Welk opiaat heeft relatief sterkst analgetisch effect tov morfine?
Fentanyl
59
Welke toedieningsvormen zijn er voor fentanyl?
nasaal, transdermaal, buccaal
60
Tramadol
zwak analgetisch effect relatief veel bijwerkingen: duizeligheid, delier, misselijkheid remmende werking adrenaline/noradrenaline/serotonine
61
Codeine is afhankelijk van enzym CYP2D6. Waarom is effectiviteit niet goed te voorspellen?
omdat activiteit dan dit enzym wisselt per patient
62
Bijwerkingen van opiaten
obstipatie, ademdepressie, afhankelijkheid
63
Bij welke VG moet je bedacht zijn op ademdepressie bij opiaat voorschrijven?
COPD
64
Oxybutynine
anticholinerg geneesmiddel voor de behandeling van de symptomen van overactieve blaas, waaronder urine-incontinentie en pollakisurie. Het vermindert de spierspanning van inwendige sluitspier van de blaas zodat de blaas kan uitzetten en meer urine kan bevatten
65
hoe kan het dat NSAIDs een AKI kunnen veroorzaken?
doordat NSAID's verminderde filtratie door de nieren bewerkstelligen en verminderde druk. Hierdoor kan deze te laag worden waardoor er een acute nierinsufficiëntie kan ontstaan.
66
Wanneer is de biologische beschikbaarheid hoger, bij parenterale toediending of orale toediening?
parenterale toediening
67