Anderson (2004) The role of the reader’s schema in comprehension, learning and memory. Flashcards

1
Q

Wat stuurt de interpretatie?

A

Voorkennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een klassieke opvatting in tekstbegrip

A

Begrip ontstaat doordat informatie-eenheden worden opgeteld. het suggereert dat voorkennis geen rol speelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een schema

A

Gestructureerde voorkennis van de wereld, het is cultureel bepaald en dynamisch en onmisbaar voor inferenties bij informatie representatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn inferenties

A

Het vermogen om nieuwe kennis af te leiden uit bestaande kennis, dit gaat normaal onbewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zorgt een schema voor

A

Structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de aannames in de schematheorie?

A

Het soort kennis bepaalt de manier waarop de tekst begrepen wordt. Schema’s zijn cultureel bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 6 voordelen van het gebruik van schemata?

A
  1. Het zorgt ervoor dat leren gemakkelijker wordt, lezers kunnen nieuwe informatie koppelen aan bestaande kennis.
  2. Het zorgt ervoor dat lezers gemakkelijk kunnen afleiden wat belangrijk is in een tekst.
  3. Het stimuleert het maken van inferenties, afleiden wat niet letterlijk in de tekst staat.
  4. Het zorgt ervoor dat de relevante informatie toegankelijk wordt, schemata structureren het geheugen.
  5. Schemata maken het gemakkelijker voor lezers om teksten samen te vatten.
  6. Als er gaten zijn in het geheugen, kunnen schema’s helpen om die informatie weer boven te halen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat heb je in onderzoek aan schema’s van doelgroepen?

A

Inschatten of onderzoeken wat men weet of vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn drie aspecten van de structuur die een schema biedt?

A

Scenario, script en verwante schema’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderzoek toont aan dat schemata worden gebruikt door lezers, waarop focussen deze onderzoeken zich?

A

culturen, passages en perspectieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is belangrijk bij een geactiveerd schema?

A

Tegenmoetkomen van de verwachtingen; belangrijke onderdelen niet overslaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is belangrijk bij andere schema’s?

A

Niet activeren wat afleidt van de boodschap, dit kan verkeerde verwachtingen oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly