Analyse van de kruistabel (H9) Flashcards

1
Q

Kruistabel

A

In een kruistabel worden de OV en AV gezet om zo te kijken of er een verband is. Zodra je de kruistabel omzet in procenten, kijk je enkel naar de rijen als groepen.

Je moet ook nagaan of je gevonden verband, statistisch significant is. Dat betekent of je iets mag concluderen over de populatie, uit de gegevens die gevonden zijn in de steekproef.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De chi-kwadraattoets van kruistabellen

A

De chi-kwadraattoets beantwoord of er een betekenisvol verband bestaat tussen variabelen.
Hier is een formule voor:
chi^2 = (f_geobserveerd - f_verwacht)^2 / f_verwacht

f_geobserveerd: Alle geobserveerde frequenties, dus de celfrequentie zoals die in de tabel staat.
f_verwacht: Wordt gebruikt om een tabel te maken waarin geen samenhang bevind, om zo te vergelijken met de originele tabel. Hier is ook een formule voor:
f__verwacht = (rij_totaal x kolom_totaal) / totaal aantal deelnemers (n)

Deze formule gebruik je om zo een nieuwe tabel te bouwen en die ga je vergelijken met de originele.
Als je deze vergelijkt kan je de chi-kwadraat berekenen.
Je berekent de formule voor elke cel (rij x kolom). Als je al deze resultaten bij elkaar optelt krijg je chi-kwadraat.

Vervolgens moet je de kritische waarde van de chi-kwadraattoets gaan vergelijken met jouw chi-waarde. Om hier achter te komen moet je eerst de vrijheidsgraden berekenen. Dit is simpel, rijen - 1 x kolommen -1 = vrijheidsgraden. De vrijheidsgraden is gelinkt aan een chi-kwadraat waarde en als jouw chi-waarde hoger is dan die in de tabel dan is er een significant verband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beperkingen van chi-kwadraat

A
  • Is sterk afhankelijk van het aantal proefpersonen. Hoe groter het aantal proefpersonen, hoe groter de chi-kwadraat.
  • Verwachte frequentie mag in enkele gevallen kleiner zijn dan 5 en nooit kleiner dan 1.
  • Kan niet gebruikt worden bij herhaalde metingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dichotoom

A

Een nominale variabele die maar 2 waarden aan kan nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Contingentiecoëfficiënt

A

Dit is een maat om de sterkte van het verband te berekenen. Je komt uit op een getal tussen 0 en een bepaald maximum, deze valt te berekenen met een formule en is afhankelijk van de tabel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Chi-kwadraat voor frequenties

A

Chi-kwadraat voor frequenties gebruik je voor de toets van een verdeling van de uitslagen van één nominale variabele.

Hierbij ga je zelf een verwachte frequentie maken door het totaal aantal frequenties gelijkmatig te verdelen aangezien het aantal variabelen. Hierdoor maak je een verschil tussen het geobserveerde aantal en het verwachte aantal, dit verschil noteer je en kwadrateer je. Na het gekwadrateerd te hebben deel je het door je verwachte aantal. Dan krijg je de onderdelen van het chi-kwadraat, enkel nog optellen en je hebt je chi-kwadraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De associatiematen

A

De associatiematen worden gebruikt om de sterkte van de samenhang tussen twee variabelen te meten. We hebben meerdere associatiematen.
- Contingentiecoëfficiënt
- Cramer’s V
- Phi-coëfficiënt

De formules van deze associatiematen staan op blz. 231 van het handboek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly