algemene wetgeving Flashcards

1
Q

Wat is verordening 178/2002? Welke 3 dingen kwamen hieruit tot stand?

A

Algemene beginselen van levensmiddelenverordening
- voorschriften veiligheid levensmiddelen en diervoeders
- oprichting EFSA -> risicobeoordeling
- procedures voedselveiligheidsaangelegenheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke sector heeft 178/2002 geen invloed?

A

Algemene levensmiddelenverordening -> geldt NIET voor primaire productie voor huishoudelijk gebruik of behandeling levensmiddelen thuis (regels gelden van farm tot supermarkt)

WEL: alle stadia van productie, verwerking en distributie van levensmiddelen en diervoeders (behalve huishoudelijk gebruik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is verordening 178/2002 tot stand gekomen?

A
  • regels voor levensmiddelen leidt tot vrije handel van veilig voedsel is belangrijk (SPS)
  • hoog niveau van bescherming van leven en gezondheid van mens essentieel
  • geen oneerlijke concurrentie
  • alle aspecten van voedselproductieketen moeten als 1 geheel beschouwd worden
  • labo’s nodig voor controle voedselveiligheid
  • maatregelen zijn gebaseerd op risicoanalyses
  • interne en internationale handel moet veilig voedsel voorzien
  • tracering
  • autocontrole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van 178/2002?

A

vrije handel van veilig voedsel => gezorgd voor oprichting EFSA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat valt onder de levensmiddelenwetgeving?

A

alle stadia van productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, en diervoeders voor voedselproducerende dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een risico?

A

gevaar (ernst van effect) x blootstelling (kans op nadelige gevolgen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het ALARA principe?

A

“As Low As Reasonably Achievable” = minimaliseren van blootstelling aan potentiële risico’s tot een niveau dat redelijkerwijs haalbaar is, rekening houdend met technologische, economische en sociale factoren. Het is bedoeld om een evenwicht te vinden tussen het nemen van maatregelen om risico’s te verminderen en het behoud van praktische haalbaarheid en proportionaliteit.

Het moet technisch mogelijk zijn de maximum gehalten te
bepalen
->De contaminant moet detecteerbaar zijn in het levensmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de algemene beginselen van de levensmiddelenwetgeving?

A
  • hoge bescherming van gezondheid mens
  • belangen van consument
  • eerlijke praktijken in de levensmiddelenhandel
  • rekening houdend met de bescherming van de gezondheid en welzijn van de dieren, gezondheid, plant en milieu
  • vrij verkeer van goederen in de Gemeenschap
  • internationale normen worden toegepast

Wetgeving gebaseerd op risicoanalyse!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen een gevaar en een risico?

A

gevaar: biologisch, chemisch of fysisch agens in een levensmiddel of diervoeder, of de toestand van een levensmiddel of diervoeder, met mogelijk nadelige gevolgen voor de gezondheid => aanwezigheid gevaar hoeft geen risico teweeg te brengen
risico: functie van de kans op een nadelig gezondheidseffect en de ernst van dat effect, voortvloeiend uit een gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welke 3 pijlers bestaat risicoanalyse?

A
  1. risicobeoordeling: gebaseerd op wetenschappelijke gegevens door EFSA => gevareninventarisatie (welke gevaren), gevaren karakterisatie (omschrijving gevaren), blootstellingsschatting (hoeveel blootstelling) en risico karakterisatie (hoe groot is risico + effect bij blootstelling)
  2. risicomanagement: welke maatregelen nemen?
  3. risicocommunicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het voorzorgsbeginsel?

A

Wanneer de mogelijkheid van schadelijke gevolgen voor de gezondheid
is geconstateerd, maar er nog wetenschappelijke onzekerheid heerst,
kunnen voorlopige maatregelen voor risicomanagement worden
vastgesteld

Wordt toegepast wanneer risico niet beoordeeld kan worden => anders risico-analyse!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie is verantwoordelijk voor het voldoen en controleren van levensmiddelenwetgeving?

A

exploitant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt gedaan wanneer er vermoeden van onveiligheid van levensmiddel is?

A
  • uit handel nemen
  • consument verwittigen
  • producten terugroepen
  • autoriteiten verwittigen
    => lidstaten controleren exploitanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Met welke 4 notificaties werkt RASFF?

A

Rapid Alert System for Food and Feed
1. alert notificatie: levensmiddel is serieus risico en er is snelle actie vereist van andere lidstaten
2. informatie notificatie: risico is geïdentificeerd, maar geen snelle actie van andere lidstaten nodig, omdat product nog niet of niet meer op markt aanwezig is
3. Border rejection / afkeuringsnotificatie: levensmiddel is getest en afgekeurd aan grensinspectie van EU door gezondheidsrisico -> notificatie naar grenzen zodat producten niet via andere grenspost worden binnengelaten
4. nieuws notificatie: informatie over risico’s die niet onmiddellijk gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid, maar wel van belang kunnen zijn voor het toezicht op de voedsel- en diervoederketen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is crisismanagement?

A

het proces van het voorbereiden op, reageren op en herstellen van een crisis => plan met praktische procedures om risico’s weg te nemen, inclusief communicatie strategie (opgesteld met EFSA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn noodmaatregelen?

A

maatregelen getroffen door Europese Commissie wanneer levensmiddel ernstig risico voor gezondheid mens/dier/milieu inhoudt en waarbij het risico niet op afdoende manier door lidstaat kan worden beheerd
- opschorting van het in de handel brengen of gebruik van levensmiddel
- vaststelling bijzondere voorwaarden voor betrokken levensmiddel
- elke andere passende tijdelijke maatregel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is verordening 853/2004?

A

levensmiddelenhygiëne van dierlijke oorsprong (gaat dus NIET over diervoeders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarop is verordening 853/2004 niet van toepassing?

A
  • primaire producten van particulier huishoudelijk gebruik
  • huishoudelijke bereiding
  • rechtstreekse levering door producent van kleine hoeveelheden primaire producten aan eindverbruiker of plaatselijke detailhandel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de doelstelling van verordening 853/2004 inzake levensmiddelenhygiene?

A

identificeren + onder controle houden van gevaren voor voedselveiligheid betreffende voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Is het mogelijk om op alle bedrijven HACCP toe te passen?

A

Nee, daarom wordt gebruik gemaakt van gidsen voor goede praktijken die passende hygienepraktijken omschrijven op boerderijen. HACPP moet echter zoveel mogelijk gestimuleerd worden.

NIET op alle bedrijven van primaire sector en kleine bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wie draagt de verantwoordelijkheid om HACCP en GHP toe te passen?

A

exploitant -> voldoen aan gidsen met microbiologische criteria + temperatuurbeheersing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke 3 principes toepassen voor voedselveiligheid?

A
  1. minimumeisen hygiene
  2. toepassing HACCP met opleiding personeel
  3. officiele controles
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Op basis van welke principes wordt verordening 853/2004 inzake levensmiddelenhygiene opgesteld?

A
  • verantwoordelijkheid voedselveiligheid ligt bij exploitant levensmiddelenbedrijf
  • voedselveiligheid moet doorheen hele voedselketen gewaarborgd zijn
  • koude-keten voor producten die niet veilig op omgevingstemperatuur gehouden kunnen worden
  • ingevoerde levensmiddelen moeten voldoen aan dezelfde gezondheidsnormen als levensmiddelen van EU oorsprong
  • van toepassing op alle stadia van productie, verwerking, distributie, uitvoer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat betekent de bevoegde autoriteit?

A

centrale autoriteit van een lidstaat die bevoegd is ervoor te zorgen dat aan de vereisten van deze verordening wordt voldaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is het verschil tussen schoon water en drinkwater?

A

drinkwater: voldoet aan minimum vereisten voor menselijke consumptie

schoon water: water zonder micro-organismen of schadelijke stoffen in een hoeveelheid die invloed hebben op de gezondheidskwaliteit van lenvesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn onverwerkte producten?

A

geen behandeling ondergaan, wel: partjes, uitgebeend, gehakt, van huid ontdaan, gemalen, gereinigd, bijgesneden, geplet, gekoeld, bevroren of ontdooid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke verplichtingen hebben exploitanten van levensmiddelenbedrijven wat betreft levensmiddelenhygiene?

A

= zorgen dat alle stadia van productie, verwerking, distributie van levensmiddelen voldoen aan hygiënevoorschriften
- algemene en specifieke hygiene voorschriften: voldoen aan microbiologische criteria, procedures, voldoen aan temperatuurbeheersing, handhaving koelcircuit, autocontrole
- HACCP beginselen
- officiele controles, registratie, erkenning
- gebruiken nationale en communautaire gidsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is het verschil tussen nationale en communautaire gidsen?

A

BEIDE houden rekening met codex alimentarius + verordeningen

1) nationaal:
- opgesteld door levensmiddelenbranche
- inhoud beoordeeld door lidstaat + dienen naar Commissie gestuurd te worden voor registratie
- enkel van toepassing op 1 lidstaat

2) communautair:
- opgesteld in samenspraak met de verschillende belangengroepen van de verschillende sectoren (vb consumenten), bevoegde autoriteiten, en commissie
- bruikbaar in ALLE lidstaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke hygiene voorschriften gelden voor primaire productie?

A

primaire productie = plantaardige en dierlijke producten rechtstreeks uit de natuur
- beschermd tegen verontreiniging door lucht, bodem, water, mest, opslag, afvalstoffen, infecties, zoönose
- propere infrastructuur voor productie producten dierlijke oorsprong: opslag, voertuigen, dieren zelf, schoon drinkwater, gezond personeel, correct gebruik geneesmiddelen, afval apart
- passende maatregelen bij problemen tijdens controles
- register bijhouden van maatregelen die zijn getroffen om verontreiniging tegen te gaan

30
Q

Wat moet een register over hygiene maatregelen bevatten voor primaire productie?

A
  • aard en oorsprong diervoeder
  • toegediende geneesmiddelen of behandelingen -> data + wachttijd
  • aanwezigheid ziekten die impact kunnen hebben op veiligheid product
  • resultaten van analyses na staalname
  • uitgevoerde controles
31
Q

Wat zijn algemene eisen voor bedrijfsruimten voor levensmiddelen?

A
  • schoon en goed onderhouden
  • indeling en ligging zodat onderhoud en reiniging goed kan gebeuren, waarbij verontreiniging zo laag mogelijk is en er voldoende werkruimte beschikbaar is
  • voldoende afgezonderd sanitair met goede ventilatie
  • voldoende wasbakken, afgescheiden van wasbakken voor levensmiddelen
  • goede ventilatie: naar buiten afgevoerd
  • voldoende verlichting
  • adequate afvoer afval
  • geschikte omkleedruimtes voor het personeel: proper <-> vuil, niks op grond
  • geen opslag van reinigings- en ontsmettingsmiddelen in ruimte waar ook levensmiddelen gehanteerd worden
32
Q

Wat zijn specifieke voorschriften voor ruimten waar levensmiddelen worden bereid?

A
  • vloer-, muuropp, deuren, opp waar levensmiddelen worden gehanteerd = schoonmaken/ontsmetten + geen geluven/spleten
  • geen vuil/condens/schimmel ophoping
  • ramen: geen vuil, horren indien nodig
  • roestvrij staal
  • koud en warm water beschikbaar
  • voorzieningen om levensmiddelen te kunnen wassen
33
Q

Wat zijn voorschriften voor mobiele/tijdelijke bedrijfsruimten (kramen)?

A
  • ontwerp + ligging zodat verontreiniging vermeden kan worden
  • voldoende voorzieningen voor persoonlijke hygiene
  • opp die goed te reinigen zijn
  • schoonmaak voorzieningen
  • voldoende warm en koud water
  • adequate opslag levensmiddelen
  • verwijdering afval
34
Q

Wat zijn regels omtrent vervoer van levensmiddelenbedrijven?

A
  • verontreiniging vermijden
  • schoon en goed onderhouden vervoersmiddelen/recipienten
  • ruimten/containers enkel bestemd voor levensmiddelen, ndien andere producten = tussendoor reinigen
  • bij meerdere producten: voldoende afscheiding
  • temperatuurcontrole
35
Q

Wat zijn regels omtrent uitrusting van levensmiddelenbedrijven?

A
  • alle apparatuur en artikelen die met voedsel in aanraking komen: vaak reinigen/ontsmetten + zo min mogelijk
  • controle op reiniging
  • indien chemische producten: volgens goede praktijken
36
Q

Wat zijn regels omtrent levensmiddelenafval?

A
  • zo snel mogelijk verwijderen
  • adequate afvoersystemen met goede afsluiting
  • systemen voor opslag en verwijdering
  • afval op hygienische en milieuvriendelijke manier verwijderen
37
Q

Wat zijn regels omtrent watervoorziening?

A

al het water dat in contact komt met levensmiddel = drinkwaterkwaliteit
- voldoende drinkwater
- visserijproducten met schoon water
- adequate aanvoer schoon water
- leidingen van niet-drinkbaar en drinkbaar water gescheiden
- ijs, stoom, koelwater mogen geen schadelijke stoffen bevatten

38
Q

Wat zijn regels omtrent persoonlijke hygiene?

A
  • goede persoonlijke hygiene
  • beschermende kledij
  • handschoenen niet verplicht, wel regelmatig handen wassen
  • indien ziek door overdraagbare ziekte of kans op verontreiniging door wonden: symptomen kenbaar maken, GEEN levensmiddelen hanteren, GEEN toegang tot ruimte met levensmiddelen
39
Q

Welke regels gelden er specifiek voor levensmiddelen/producten?

A
  • exploitant mag geen verontreinigde producten aanvaarden met pathogenen of toxines die na verwerking nog steeds ongeschikt zullen zijn voor menselijke consumptie
  • bewaring grondstoffen/ingredienten
  • bescherming levensmiddelen tijdens gehele proces tegen verontreingiging
  • bestrijding schadelijke organismen
  • voorkomen van toegang huisdieren op plaatsen waar levensmiddelen worden gehanteerd
  • bewaring bij goede temperatuur -> zonder microbiele groei
  • zo snel mogelijk koelen na verhittingsproces
  • bij ontdooien zo min mogelijk gevaar op groei pathogenen
  • correcte identificatie en opslag gevaarlijke substanties
40
Q

Wat zijn voorschriften omtrent verpakking?

A
  • verpakkingsmateriaal mag geen bron van verontreiniging zijn
  • correcte opslag verpakkingsmateriaal
  • geen verontreiniging tijdens verpakking
  • bij hergebruik: reiniging & ontsmetting
41
Q

Wat zijn regels omtrent warmtebehandeling?

A
  • enkel voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipitenten in handel zijn gebracht
  • gewenste temperatuur in alle delen product
  • proces moet gecontroleerd worden
  • toegepast proces moet voldoen aan internationaal erkende normen
42
Q

Voor welke producten is 853/2004 over specifieke hygienevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong NIET van toepassing?

A
  • primaire productie voor particulier huishoudelijk gebruik of huishoudelijke bereiding
  • levensmiddelen die zowel verwerkte dierlijke producten als plantaardige producten bevatten (enkel dierlijk)
  • kleine hoeveelheden
43
Q

Wanneer hoeven bedrijven die dierlijke producten hanteren GEEN erkenning te hebben van goede hygiene?

A

uitsluitend handelingen in:
- primaire productie
- vervoer
- opslag producten waarvoor geen opslag met geconditioneerde temperatuur vereist is
- kleinhandel

44
Q

Wanneer mag je producten van dierlijke oorsprong invoeren van buiten de gemeenschap?

A
  • op lijst van derde landen + slachthuis/uitsnijderij op lijst
  • product moet voldoen aan richtlijn 852 + 853 => zelfde voorwaarden als producten binnen land
  • invoercontrole -> aantoonbaar
  • vergezeld met documenten
45
Q

Wat is het verschil tussen vers vlees, vleesbereiding en vleesproduct?

A
  • vers vlees: vlees dat geen behandeling ondergaan heeft (wel koelen/vriezen + verpakking)
  • vleesbereiding: vers vlees, in stukken gehakt, waaraan kruiderijen en additieven zijn toegevoegd -> inwendige spierstructuur NIET veranderd
  • vleesproduct: verwerking zodat inwendige spierstructuur WEL is veranderd

vlees = alle eetbare delen van dieren inclusief bloed

46
Q

Wat zijn gezondheids- en identificatiemerken? + voorwaarden

A

labels die worden gebruikt op producten van dierlijke oorsprong om informatie te verstrekken over de gezondheid, herkomst, traceerbaarheid en kwaliteit van het product -> consumenten informeren en beschermen
- mag NIET van vlees verwijderd worden, tenzij verdere verwerking -> nieuw label
- moet aangebracht worden voor het product instelling verlaat
- ENKEL indien product in overeenstemming met verordening is vervaardigd
- eieren: pakstation code = voldoende
- indien niet op product mogelijk: op documenten

47
Q

Hoe ziet een identificatiemerk eruit in Gemeenschap gevestigde inrichting?

A

ovaal + ‘EG’ op label

48
Q

Wat is VKI? Welke informatie bevat dit?

A

VoedselKeten Informatie = gegevens en documentatie die betrekking hebben op de stappen en partijen in de productie-, verwerking- en distributieketen van voedsel. Het omvat informatie over de herkomst, productiecondities, verwerking, opslag en transport van voedselproducten.
- slachthuisexploitanten moeten dit >24 u ontvangen voordat dieren komen
- slachthuisexploitant moet dit meteen doorgeven aan DA
- exploitant moet paspoorten paard controleren of ze bestemd voor slacht

Info:
- gezondheidstoestand bedrijf van herkomst
- varkens: officiele erkenning voor toepassing gecontroleerde huisvestingsomstandigheden trichinella
- gezondheidsstatus dieren + GM
- aanwezigheid relevante ziekten, resultaten analyses en genomen monsters
- relevante verslagen ante- en post-mortem van DA slachthuis
- productiegegevens
- naam + adres van bedrijfsdierenarts

49
Q

Wat moet er gedaan worden wanneer dier aankomt zonder VKI op slachthuis?

A

exploitant moet officiele DA verwittigen en toestemming vragen op slachting (mag enkel geslacht worden met toestemming van bevoegde autoriteit)

50
Q

Wat zijn voorschriften voor slachthuizen?

A
  • hygienische goed reinigbare stallen
  • afzonderlijk afsluitbare stallen voor zieke dieren
  • stallen ruim genoeg voor dierenwelzijn
  • ante-mortem keuring moet gemakkelijk kunnen plaatsvinden
  • verontreiniging vlees vermijden: voldoende aantal lokalen voor verschillende bewerkingen, afzonderlijk lokaal voor schoonmaken maag/darm, scheiding in lokaal of tijd
  • vermijden vlees in contact met vloer, muur, installaties
  • er mag geen onderbreking zijn van slachtproces, geen kruisverontreiniging tussen onderdelen slachtlijn
  • 2 slachtlijnen moeten gescheiden blijven
  • gereedschap ontsmetten met heet water >82 graden
  • kranen schoon
  • afsluitbare voorzieningen voor gekoelde opslag voor vlees dat nog eens gekeurd moet worden vs. ongeschikt vlees
  • apart lokaal om vervoersmiddelen te reinigen
  • afsluitbare voorzieningen voor slachten zieke dieren OF op einde slachten
  • afzonderlijk afsluitbaar lokaal voor veterinaire dienst
51
Q

Wanneer mag het vlees van een noodslachting gebruikt worden voor menselijke consumptie?

A
  • gezond dier heeft ongeval gehad waardoor hij niet meer naar slachthuis kon worden vervoerd
  • ante mortem door DA
  • zo snel mogelijk naar slachthuis (na slachting en verbloeding)
  • maag en darmen onder toezicht van DA verwijderd, zonder verdere uitslachting
  • verwijderde ingewanden met geslachte dier naar slachthuis
  • tussen slacht en aankomst slachthuis >2 u = koelen
  • informatie naar slachthuis sturen: ante-mortem rapport, datum, tijdstip noodslachting
  • in slachthuis: post mortem
52
Q

Hoe wordt de hygiene tijdens het slachten van het dier gewaarborgd?

A
  • geen onnnodig uitstel
  • vlees niet voor menselijke consumptie als dieren NIET door slachting zijn gestorven in slachthuis -> behalve: goedgekeurd bij inspectie
  • enkel voor slacht bestemde dieren naar slachthuis, tenzij: na noodslachting, dieren op productieplaats zijn geslacht of vrij wild
  • beoordeling huidbevuiling op basis van 3 klassen
53
Q

Hoe wordt de hygiene na het slachten van het dier gewaarborgd?

A
  • identificatie aanwezig
  • bij ante-mortem proper -> beoordeling huidbevuiling 1-3 => 3 mag niet meer door slachthuis aanvaard worden
  • uitslachten moet zo snel mogelijk plaatsvinden om verontreiniging te voorkomen
  • luchtpijp + slokdarm tijdens verbloeden intact laten, behalve bij rituele slachting
  • tijdens verwijderen huid/vacht: geen aanraking karkas + personeel/apparatuur geen contact tussen huid - vlees
  • karkas volledig villen behalve: varken, kop HK en poten HK -> verontreiniging voorkomen
  • varkens: haren onmiddellijk verwijderen wanneer niet gevild
  • verwijderen uier mag niet leiden tot verontreiniging karkas met melk
  • risico op verontreiniging vlees met broeiwater zo klein mogelijk, enkel erkende additieve gebruiken
  • karkas mag niet zichtbaar met uitwerpselen verontreinigd zijn -> verwijderen
  • karkas niet in contact met vloer, wand, tafels
  • delen van geslacht dier mogen niet in aanraking komen met ander karkas + geen contact tussen delen geschikt en niet-geschikt voor menselijke consumptie => samen met karkas TOT post-mortem
  • vet van beide nieren verwijderen
  • geen kruiscontaminatie tussen diersoorten
  • afzonderlijke ruimtes voor ontvangst en opslag niet-gevilde karkassen
54
Q

Welke hygiene maatregelen gelden bij de uitsnijderij?

A

huisdier gehouden hoefdieren: verdeeld in helft of kwartieren
- halve karkassen: max in 3 gedeeld voor groothandel
- verontreiniging vermijden: gescheiden bewerkingen
- productieprocessen gescheiden houden
- gescheiden opslag verpakt - niet-verpakt vlees
- kranen om handen te wassen
- gereedschap ontsmetten min 82 graden
- tijdens verwerking vlees: 3 graden slachtafval, max 7 graden ander vlees, max 12 graden omgeving
- kruisverontreiniging tussen vlees van verschillende diersoorten voorkomen

55
Q

Hoe gebeurt opslag en vervoer van karkas en slachtafval?

A
  • na post mortem direct koeling
  • max 3 graden slachtafval <-> max 7 graden vlees
  • voldoende ventilatie tijdens koelen tegen condens
  • temperatuurbeheersing in vervoer
  • verontreiniging voorkomen
  • gescheiden opslag verpakt en onverpakt vlees
56
Q

Welke data moeten vermeld worden bij invriezen producten van dierlijke oorsprong?

A
  • datum slachten van karkassen
  • datum doden vrij wild
  • datum oogsten/vangen visserijproducten
    + datum invriezen
57
Q

Welke verordening over algemene beginselen levensmiddelenwetgeving, oprichting EFSA en voedselveiligheid?

A

178 / 2002

58
Q

Welke verordening over levensmiddelen hygiene vs. van dierlijke oorsprong?

A

852 / 2004
853 / 2004

59
Q

Welke verordening over controlewetgeving?

A

2017 / 625

60
Q

Welke uitvoeringsverordening over voedselveiligheid?

A

2019 / 627

61
Q

Welk nummer gedelegeerde verordening?

A

2019 / 624

62
Q

Moeten zowel ingevoerde als uitgevoerde levensmiddelen voldoen aan voorschriften van Gemeenschap?

A

uitgevoerd enkel niet wanneer derde land of overeenkomst anders stelt

63
Q

Wat zijn voedselveiligheidsvoorschriften?

A

levensmiddelen/diervoeders worden niet in handel gebracht als ze onveilig zijn

1 onveilig levensmiddel in partij = hele partij onveilig

product kan uit handel gehaald worden bij vermoeden van onveiligheid

64
Q

Hoe heeft levensmiddelenwetgeving geleid tot oprichting EFSA?

A

= resultaat van verschillende voedselveiligheidsschandalen en de behoefte aan een meer gecoördineerde aanpak op Europees niveau (gekkekoeiencrisis, dioxinecrisis). Dit leidde tot een roep om versterkte regelgeving en toezicht op het gebied van voedselveiligheid.

De Europese Unie heeft gereageerd op deze bezorgdheid door de oprichting van de EFSA in 2002. De EFSA kreeg als taak het evalueren en communiceren van wetenschappelijk advies over risico’s met betrekking tot de voedselketen. Het agentschap werkt onafhankelijk van politieke invloeden en is verantwoordelijk voor het beoordelen van risico’s op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke kennis.

65
Q

Wat gebeurt er wanneer er een ernstig risico is in producten van derde landen?

A
  • opschorting invoer uit desbetreffend land en indien nodig ook het derde land van doorvoer product
  • bijzondere voorwaarden voor lenvesmiddel
  • elke andere passende tijdelijke maatregel
66
Q

Wat moet er op een identificatiemerk staan?

A
  • naam van land inrichting: voluit of volgens ISO norm
  • vermelding van erkenningsnummer bedrijf
  • door inrichting in Gemeenschap: ovaal merk + ‘EG’ toevoegen

leesbaar, duidelijk, onuitwisbaar

67
Q

Welke dieren mogen naar slachthuis gebracht worden die al dood zijn?

A
  • noodslachting
  • vrij wild
  • geslacht op productieplaats
68
Q

Welke karkassen hoeven niet gevild te worden?

A
  • varkens
  • kop + poten HK
69
Q

Welke regels gelden wanneer post-mortem keuring nog niet voltooid is?

A
  • op elk moment moeten delen van karkas geïdentificeerd kunnen worden
  • geen aanraking met andere karkassen of slachtafval
  • geen contact tussen delen geschikt en niet-geschikt voor consumptie
70
Q

Bij welke dieren moet ook nierkapsel verwijderd worden na slacht?

A
  • runderen
  • varkens
  • eenhoevigen: paard