Algemene fiscale principes deel 1 Flashcards

1
Q

Een belasting heeft dus 4 kenmerken

A

– Een rechtsband
– Tussen de overheid en de belastingplichtige
– Waarbij een heffing of prestatie wordt opgelegd ten behoeve van een overheid
– Met als doel in de openbare uitgaven te voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het materieel belastingschuld?

A

Het materieel belastingschuld is het werkelijke bedrag aan belasting dat een belastingplichtige daadwerkelijk moet betalen aan de belastingdienst, na aftrek van eventuele belastingkortingen, aftrekposten of vrijstellingen waarop hij of zij recht heeft. Het vertegenwoordigt het bedrag dat daadwerkelijk moet worden betaald om te voldoen aan de belastingverplichting op basis van het belastbaar inkomen of de belastbare winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het formeel belastingschuld?

A

Het formeel belastingschuld is het bedrag aan belasting dat een belastingplichtige volgens de wet verschuldigd is aan de belastingdienst op basis van zijn of haar inkomen, winst of andere belastbare gebeurtenissen. Het vertegenwoordigt de belastingverplichting die voortvloeit uit de toepassing van belastingwetten en -tarieven op het belastbaar inkomen of de belastbare winst van een individu, bedrijf of entiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De autonome belastingbevoegdheid

A

impliceert dat een bevoegdheidsniveau binnen haar wettelijk bevoegdheidskader zelf
(autonoom) een belasting gaat invoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De toegewezen belastingbevoegdheid

A

impliceert dat een beleidsniveau
een stuk van haar eigen belastingbevoegdheid afstaat aan een ander beleidsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De autonome belastingbevoegdheid is niet absoluut. Bespreek.

A
  • De autonome belastingbevoegdheid is niet absoluut, er zijn grenzen door internationale normen
    en nationale wetsbepalingen:

-Bevoegdheid beperkt door EU-wetgeving en door verdragen

-Bevoegdheid beperkt door de grondwet

– Bevoegdheid beperkt door de “wet”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de toegewezen belastingbevoegdheid van de regionale/lokale overheid.

A
  • De toegewezen belastingbevoegdheid kan enkel binnen het toegewezen wetskader
    – Deze bevoegdheid wordt vastgelegd door het bestuur die de bevoegdheid gaat toewijzen

» Ondergeschikt bestuur wijst een bevoegdheid toe aan een hoger bestuur:
* Vb. artikel 34 GW en EU-richtlijn inzake BTW

» Hoger bestuur wijst een bevoegdheid toe aan een ondergeschikt bestuur
* Vb. Bijzondere Wet 16 januari 1989 en Wet van 23 januari 1989
* Vb. artikel 464 WIB 92

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De belastingbevoegdheid van de federale overheid

A
  • De federale overheid heeft enkel een autonome belastingbevoegdheid
    – Cf. art. 170 GW
    – De federale overheid heeft de meest uitgebreide fiscale bevoegdheid
    – De autonome belasting bevoegdheid is geen absolute bevoegdheid

» Bevoegdheid beperkt door verdragen
* Vb. BTW en Douane
* Vb. Dubbelbelastingverdragen in de inkomstenbelastingen
* Vb. EU-verdrag ( staatssteun en vrij verkeer )

» Bevoegdheid beperkt door eigen wetten
* Vb. de grondwet ( art. 10 en 11 GW )
* Vb. Wet van 23 januari 1989

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De belangrijkste federale belastingen

A
  • De inkomstenbelastingen
  • Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
    – Gedeeltelijke regionalisering
  • BTW
  • Douane en accijnzen
  • Registratie en successierechten
    – Gedeeltelijke regionalisering
  • Diverse rechten en taksen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de autonome belastingbevoegdheid van de federale/regionale/lokale overheid.: Regionaal niveau

A

– Enkel een autonome belastingbevoegdheid voor de gewesten, niet voor de gemeenschappen
– De grondslag is hier artikel 170, § 2 GW, maar “de wet bepaalt de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt”

  • De federale wet kan dus de fiscale autonomie van ondergeschikte besturen beperken
  • Zie de wet van 23 januari 1989
  • Geen regionale belasting mogelijk op materie die reeds het voorwerp uitmaken van een federale belasting
  • Vb. Turteltaks, GwH nr. 83/2017, 22 juni 2017
  • Uitz. afval en water
    – Algemene beperkingen uit verdragen en grondwet blijven ook gelden ( vb.
    gelijkheidsbeginsel en recht op eigendom )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De belangrijkste autonome regionale belastingen

A
  • Deze zijn voorlopig vrij beperkt
  • Voorbeelden:
    – Leegstandsbelasting woningen
    – Leegstandsheffing bedrijfsruimten
    – Planbatenheffing
    – Afvalwaterheffing
    – Kilometerheffing voor vrachtwagens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de krachtlijnen van het financieringssysteem van de Bijzondere Financieringswet.

A

Het gaat om de regionale belastingbevoegdheid.
* De toegewezen belastingbevoegdheid van de gewesten:
» Deze wet bepaalt de financiering van de gewesten en de gemeenschappen via twee technieken:
* Een dotatiesysteem
* Toegewezen belastingbevoegdheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek de krachtlijnen van het financieringssysteem van de Bijzondere Financieringswet:Het “dotatiesysteem”

A
  • De gemeenschappen krijgen een dotatie van de federale overheid uit de inkomsten van de personenbelasting en uit de inkomsten van de BTW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek de krachtlijnen van het financieringssysteem van de Bijzondere Financieringswet :De toewijzing van de fiscale bevoegdheid mbt federale belastingen aan de gewesten

A
  • Belastingen die historisch op het nationale( federale)
    niveau werden ingevoerd worden zowel qua opbrengst als qua bevoegdheid toegewezen aan de gewesten
  • Dit is het systeem van de “oneigenlijke
    gewestbelastingen”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bespreek de normatieve bevoegdheid van de gewesten ten aanzien van de oneigenlijke gewestbelastingen.

A

» De bevoegdheid tav de oneigenlijke gewestbelastingen is echter slechts gedeeltelijk:

  • Het federaal niveau blijft bevoegd voor “de
    belastbare materie” ( art. 4 BFW )
  • Het regionaal niveau is bevoegd
    voor het regelen van de “heffingsgrondslag, tarief, verminderingen en vrijstellingen” ( art. 4 BFW )
  • Het federaal niveau blijft bevoegd voor de “dienst
    van de belasting” tot op moment dat de gewesten
    “dienst van de belasting” overnemen ( art. 5 BFW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek de localisatiecriteria van de oneigenlijke gewestbelastingen.

A

Regels die bepalen welk gewest precies bevoegd is

– De lokalisatiecriteria zijn terug te vinden in art. 5 BFW:

» Voorbeelden:
* Onroerende voorheffing: gewest van de ligging onroerend goed
* Successierecht: gewest van de laatste woonplaats overledene
* Uitz. verhuis gewest-gewest laatste 5 jaar
* Registratierecht op schenkingen: gewest woonplaats schenker
* Uitz. verhuis gewest-gewest laatste 5 jaar
* Aanvullende personenbelasting: gewest van de woonplaats
belastingplichtige op 1 januari aanslagjaar

17
Q
  • Belastingplichtige :
A

: persoon ( subject) aangeduid in belastingwet

18
Q

Belastingschuldige :

A

persoon ten aanzien van wie een materiële
belastingschuld is ontstaan
– Vb. in de personenbelasting de persoon die een inkomen heeft
ontvangen
– Vb. in de successierechten de erfgenamen

19
Q

Belastingbetaler

A

: persoon die wordt verplicht de belasting te betalen
– Dit is niet noodzakelijk de belastingschuldige, ook derden kunnen aansprakelijkheid worden gesteld voor het betalen van andermans
belastingschuld (cf. art. 442bis WIB 92 )

20
Q

Bespreek de verschillende functies van een belasting

A

Het doel van een belasting is het dekken van uitgaven van algemeen nut.
Maar ook nevenfuncties van sociale of economische aard zijn mogelijk:

Belasting kunnen gedrag stimuleren:
* Vb. fiscaal vrijstellen van fietsvergoedingen
* Vb. belastingverminderingen in de personenbelasting :
– Giften aan goede doelen
– pensioensparen

Belastingen kunnen gedrag ook ontraden:
* Vb. accijnzen op alcohol en tabak en de “sugartax”
* Vb. vliegtaks
* Vb. de slimme kilometerheffing

21
Q

Verhaalbelastingen:

A

dit zijn heffingen om kosten te recupereren die
ten goede komen aan beperkte groep
– Vb. aanleg riolenne

22
Q

Retributies

A

dit zijn vergoedingen van de overheid voor een
individuele dienst waar men vrijwillig op beroep doet
– Vb. parkeerretributies of havenrechten

23
Q

Parafiscale bijdragen

A

dit zijn bijdragen die uitsluitend de kosten van
de sociale zekerheid dekken
– Vb. RSZ-bijdrage

24
Q
A