Advance Trauma Life Support (ATLS) Flashcards

1
Q

Wat is de ATLS?

A

De Advanced Trauma Life Support (ATLS) is een protocol, ontworpen door de American College of Surgeons (ACS), voor de opvang, diagnostiek en behandeling van patiënten die een trauma hebben ondergaan.

De ATLS zorgt ervoor dat elke patiënt volgens dezelfde systematiek wordt beoordeeld en er dus geen levensbedreigende letsels over het hoofd gezien kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sinds wanneer wordt de ATLS in NL gebruikt?

A

In Nederland gebruiken we sinds 1995 de ATLS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van een trauma?

A

Een trauma (ongevalsletsel) is een afwijking van buitenaf veroorzaakt door fysisch, thermisch, of chemisch geweld of door (radioactieve) straling, waarbij de homeostase van de patiënt potentieel bedreigd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem het tijdspad van de opvang van traumapatienten

A
  1. Voorbereiding
  2. Primary Survey
  3. Secondary Survey
  4. Definitive Care
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de voorbereiding in een trauma opvang?

A
  • melding MKA (meldkamer Ambulance) middels SBAR
  • traumakamer voorbereiden en traumateam oproep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tot welke temp dient de traumakamer opgewarmd te worden ter voorbereiding van een trauma?

A

Je moet de traumakamer opwarmen tot 25-27 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de primary survey in een trauma opvang?

A
  1. Treat first what kills first
  2. Do no further harm

de ABCDE controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn middelen die gebruikt kunnen worden voor immobilisatie bij CWK-letsel?

A

vacuümmatras met headhuggers om de nek en het hoofd te stabiliseren/immobiliseren.

Op SEH overgang naar manuele stabilisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke situaties dien je aan CWK letsel te denken?

A

Hoog Energetisch Trauma (HET): bijvoorbeeld een verkeersongeval met een snelheid groter dan 30 km/h

Val van grote hoogte: 1,5-2x lichaamslengte dus +/- 3 meter = 1ste verdieping

Hyperflexie/hyperextensie letsel

Letsel boven de clavicula: letsel aan het nek/hoofd/aangezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de eerste stap in de beoordeling van een patiënt met mogelijke CWK-letsel in een acute setting?

A

Het maken van een röntgenfoto om CWK-letsel uit te sluiten of te bevestigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onder welke voorwaarde kan een CT-scan worden uitgevoerd bij een patiënt met vermoedelijk CWK-letsel?

A

Onder welke voorwaarde kan een CT-scan worden uitgevoerd bij een patiënt met vermoedelijk CWK-letsel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

elke diagnostische methode kan overwogen worden als een patiënt te instabiel is voor een CT-scan?

A

Conventionele röntgenfoto’s van de nek kunnen worden overwogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke criteria bepalen of aanvullende diagnostiek voor CWK-fracturen noodzakelijk is bij een patiënt?

A

De Canadian C-Spine Rules zijn een set van klinische richtlijnen die gebruikt worden om te bepalen of radiografische beeldvorming van de cervicale wervelkolom (nek) noodzakelijk is bij traumapatiënten. Deze regels worden toegepast op alerte, ABC-stabiele patiënten om het risico op cervicale wervelkolomfracturen te beoordelen en om onnodige beeldvorming te vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat moet je doen als je twijfelt aan de stabiliteit van de CWK?

A

Bij twijfel moet toch een CT-CWK gemaakt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke manoeuvre voer je uit bij CWK om de A vrij te maken?

A

jawthrust :)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Luchtweg management technieken kunnen onderverdeeld worden in 2 groepen. Benoem ze allemaal heheh

A

Definitieve airways:
- Endotracheale intubatie
-Cricothyroïdotomie (chirurgische luchtweg)

Non-definitieve airways:
- Jaw thrust of trauma chin-lift
-Guidel of mayo tube (oropharyngeale airway)
-Nasopharyngeale airway
-Larynxmasker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn indicaties voor intuberen ( endotracheale intubatie)?

A

Endotracheale intubatie

De enige veilige, gezekerde (definitieve) luchtweg.

Indicaties:

EMV-score < 9. Je patiënt kan bij deze EMV score zijn luchtweg niet meer zelf vrij houden middels een slik- en hoestreflex.

Aangezichtsletsel indien hierbij de luchtweg bedreigt wordt of dit te verwachten is bij het letsel (bijv. bloed in de mond/keel etc.).

Niet bereiken van adequate oxygenatie (onvoldoende saturatiestijging).

Inhalatietrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de stappen voor het intuberen?

(lees deze door)

A

Uitvoering:

  1. Voorbereiden

Geef de patiënt slaapmiddel/anesthesie (bijv. propofol), pijnstilling (bijv. fentanyl) en spierverslappers (bijv. rocuronium).

  1. Zicht

Breng de stembanden zo goed als mogelijk in zicht met een laryngoscoop.

  1. Plaatsen tube

Voer de tube op tot de markering boven de cuff in zijn geheel voorbij de stembanden is.

  1. Zekeren

Blaas de cuff (het ballonetje) op: dit zorgt voor een gezekerde luchtweg, omdat er geen passage meer van bloed/braaksel of enige andere vloeistoffen kan plaatsvinden. Tevens dient de tube goed gefixeerd te worden middels tape of lint.

  1. Controleren

Ausculteer om te bepalen of de tube goed zit: indien je beiderzijds VAG hoort, zit de tube goed. Tevens dient de cuffdruk gecontroleerd te worden met een manometer, omdat een langdurig te hard opgeblazen cuff drukletsel geeft aan het gevoelige tracheaweefsel en tot necrose leidt.

  1. Meet de EtCO2 (End-tidal CO2/Capnogragfie)

Dit is een belangrijke parameter om de mate van ventilatie en gasuitwisseling in beeld te brengen. Dit bevestigd tevens of de tube op de juiste plek zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een Cricothyroïdotomie?

A

Als laatste redmiddel kan je een chirurgische luchtweg overwegen (cricothyroïdotomie of coniotomie), waarbij je een incisie maakt in het membrana cricothyroidea om via daar te beademen. Dit is een tijdelijke oplossing en je dient zo snel mogelijk te zorgen voor een intubatie of tracheotomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de indicaties voor een jaw trust?

A

Indicaties:

Ter overbrugging tot een definitieve luchtweg wordt geplaatst
Als andere luchtwegmanagement technieken niet beschikbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een guidel/mayo tube?

A

Een guidel of mayo tube, ook wel oropharyngeale airway, is een handig hulpmiddel om de luchtweg vrij te maken van de tong. Dit wordt voornamelijk gebruikt als overbrugging tot endotracheale intubatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het nadeel van een mayo tube?

A

Een belangrijk nadeel hierbij is dat het een kokhalsreflex kan geven met braken en onrust tot gevolg. Patiënten die dermate buiten bewustzijn dat ze deze reflex niet meer hebben, hebben daardoor eigenlijk recht op een endotracheale tube.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de indicaties voor een mayo tube?

A

Indicaties:

Als het vrijmaken van de luchtweg middels de JT niet lukt of niet kan worden vastgehouden

Om te voorkomen dat de endotracheale tube wordt dichtgebeten

Om uitzuigen te vergemakkelijken, bij bloed of losse tanden in de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is een Nasopharyngeale airway

A

De nasopharyngeale airway is een alternatief op de mayo tube die wordt ingebracht via de neus om de luchtweg vrij te maken van de tong. Deze wordt over het algemeen veel beter door de patiënt geaccepteerd dan een mayo tube en biedt uitkomst bij een lichte bewustzijnsdaling of onrust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat zijn indicaties voor een Nasopharyngeale airway?

A

Indicaties:

Bij een patiënt die niet volledig bij bewustzijn is en de orale mayo tube niet accepteert

Als het met JT niet lukt of niet kan worden vastgehouden.

Oropharyngeaal trauma

26
Q

wat zijn contra-indicaties voor een Nasopharyngeale airway?

A

Contra-indicaties:

Tekenen van aangezichtsletsel
Schedelbasisfractuur
Orbita fractuur
Nasaal liquorlek (rhinorrhoe)

27
Q

Wat is een larynxmasker? benoem hierbij een voordeel en een nadeel?

A

Een larynxmasker is een beademingsmasker dat over de glottis komt te liggen.

Het voordeel is dat het minder invasief is dan een endotracheale tube.

Omdat het geen gecuffte tube is, is het nadeel dat er daarom alsnog kans bestaat op bijvoorbeeld aspiratie van maaginhoud of andere vloeistoffen.

28
Q

Welke controles in de ATLS bij de A dienen uitgevoerd te worden?

A

Look
Letsel, obstructie of zwelling (in de mond)
Alert, georiënteerd (EMV ≤8 geeft een bedreigde ademweg!)

Listen
Heldere stem (bij zwelling van de luchtwegen is de stem vaak niet helder of juist hees)
Bijgeluiden:
1. Geen (ademhaling 2.aanwezig/afwezig)
3.Snurken (tong)
4.Rochelen (bloed, braaksel)
Piepen (stridor) (obstructie, zwelling)

Feel
Uitgeademde lucht

29
Q

Wat geef je traumaslachtoffers standaard bij het doorlopen van de B?

A

Traumaslachtoffers krijgen standaard 15L 100% O2 over een non-rebreathing mask

e sluit een pulsoxymeter aan, dit geeft het percentage zuurstof-hemoglobineverzadiging in arteriële bloed aan tezamen met de hartfrequentie.

30
Q

Welke tekenen wijzen erop dat een patiënt in respiratoire nood verkeert?

A

Het gebruik van hulpademhalingsspieren (m. sternocleidomastoideus, mm. scaleni en mm. intercostales) `

intrekkingen, vooral bij kinderen, kunnen duiden op respiratoire nood.`

bij palpatie–> crepitaties

gedistendeerde halsvenen

31
Q

Welke controles in de ATLS bij de B dienen uitgevoerd te worden?

A

Controles Breathing

Look
Ademfrequentie (bij vrije ademweg) en ademgeruis
Diepte excursies
Symmetrie thorax
Hulpademhalingsspieren (intrekkingen)
Gestuwde halsvenen
Verplaatsing trachea (midline shift)
Saturatie

Listen
Auscultatie longen voor ademgeruis en bijgeluiden

Feel
Subcutaan emfyseem (crepitaties)
Ademfrequentie (bij vrije ademweg), moet tussen de 12-20 liggen
Diepte excursies
Symmetrie thorax
Percussie

32
Q

noem 4 problemen die zich specifiek in de B voor kunnen doen en daarbij de behandeling

A
  • spanningspneumothorax –> naald/vingerdecompressie
  • Fladderthorax –> zuurstof geven en analgesie (definitef operatie)
  • Open pneumothorax (Sucking Chest Wound) –> met steriel verband 3 kanten afplakken, hierna thoraxdrain, later chirurgisch afsluiten gat.
  • Massieve hematothorax –> horaxdrain aanleggen, bij te veel bloedverlies (>1500mL of >200cc/u bloedverlies 4 uur achtereen) of bloeding die niet stopt is thoracotomie geïndiceerd om de bloeding te stoppen. Daarnaast is blijvende behoefte voor transfusies of het niet stoppen van de drain een indicatie. Bij thoracotomie zal je het vat dat geraakt is behandelen. Gebruik gedraineerd bloed voor autotransfusie!
33
Q

Wat zijn de 5 B’s en benoem deze

A

Bij trauma patiënten is de voornaamste reden voor problemen shock ten gevolge van bloedingen. De 5 B’s zijn de plaatsen waar het meeste bloed wordt verloren.

Borst
Buik
Bekken
Benen
Bodem

34
Q

Welke controles in de ATLS bij de C dienen uitgevoerd te worden?

A

Look
Bewustzijnsgraad
Huidskleur
Bloedingen (de 5 B’s)
Standsafwijkingen benen/bekken
Monitoring: bloeddruk

Listen
Niet van toepassing op de traumakamer

Feel
Pols beiderzijds: kracht, frequentie, regelmaat, symmetrie
Huid, temperatuur, transpiratie
Bekken, femora
Capillaire refill (<2s)

35
Q

Wat is shock?

A

Shock is gegeneraliseerde hypoperfusie op weefselniveau, waardoor er hypoxie optreedt en de cellen overgaan op anaërobe verbranding met verzuring als gevolg, wat uiteindelijk leidt tot celdood.

36
Q

Waaraan herken je shock?

A

Shock begint met een verhoging van de ademhalingsfrequentie, tachycardie in het eerste stadium, waarna andere verschijnselen volgen, zoals daling van bloeddruk en vermindering van het bewustzijn.

37
Q

Wat zijn de verschillen in het herkennen van shock bij kinderen en ouderen

A

Kinderen en jonge mensen kunnen vaak erg lang compenseren bij shock en kunnen hun hemodynamiek vrijwel stabiel houden, waarna juist een snelle decompensatie volgt, terwijl ouderen juist slecht compenseren. Bij ouderen moet je bedachtzaam zijn op bepaalde medicatie die een invloed hebben op de compensatiemechanismen (minder/anders) waardoor shock gemaskeerd wordt (bètablokkers, waardoor je de tachycardie mogelijk mist).

38
Q

Wat is de pathofysiologie van een distributieve shock?

A

1.Verminderde sympathische 2.stimulatie EN verhoogde parasympatische stimulatie
3.Verlaagde vasculaire tonus
4.Massieve vasodilatatie
5.Verlaagde systemische 6.vasculaire weerstand
7.Verlaagde cardiac output
8.Verminderde weefselperfusie
9.Shock (weefselischemie)

39
Q

Wanneer dient een botnaald (IO) geplaatst te worden bij een patiënt?

A

Een botnaald moet geplaatst worden als het na twee pogingen of binnen twee minuten niet lukt om een intraveneuze (IV) toegang te verkrijgen.

40
Q

Wat zijn de voorkeurslocaties voor het plaatsen van een botnaald bij volwassenen en kinderen?

A

Voor volwassenen is de proximale humerus de voorkeurslocatie, terwijl voor kinderen tot 12 jaar de distale femur een hoge slagingskans biedt. Andere locaties zijn het sternum en de proximale tibia.

41
Q

Welke medische handelingen kunnen uitgevoerd worden via een IV/IO-toegang?

A

Via een IV/IO-toegang kan men veneus bloedgas en laboratoriumtests afnemen, een kruisproef voor bloedgroepbepaling doen, kristalloïden, bloed, plasma (FFP), stollingsfactoren en thrombo’s toedienen.

41
Q

Hoe behandel je een verdenking van hypovolemische shock en waar moet je rekening mee houden?

A

Bij een verdenking van hypovolemische shock geef je maximaal 1 liter verwarmde kristalloïden als bolus, geleid door de algehele hemodynamische situatie van de patiënt. Het is belangrijk te beseffen dat kristalloïden het bloed verdunnen, waardoor Hb en stollingsfactoren verdund worden.

42
Q

Wat is ‘Permissive Hypotension’ en wanneer wordt het geaccepteerd?

A

Permissive Hypotension houdt in dat een bloeddruk die lager is dan de normale fysiologische bloeddruk van de patiënt wordt geaccepteerd, zolang de patiënt alert blijft (een A op de AVPU - EMV 14/15). Dit concept wordt toegepast om verdere bloeding te minimaliseren en is voldoende effectief.

43
Q

Wanneer is een transfusie geïndiceerd bij een trauma patiënt?

A

Een transfusie is geïndiceerd als de patiënt niet reageert op een initiële bolus van 250mL/500mL, vooral bij een indicatie van massaal bloedverlies (Class IV Bloeding, meer dan 40% bloedverlies/2000mL).

44
Q

Wat houdt het Massaal Transfusie Protocol (MTP) in en wanneer moet het worden gevolgd?

A

Het MTP wordt gevolgd bij patiënten met massaal bloedverlies (Class IV Bloeding). Het protocol omvat het vullen met bloed en bloedproducten om het substantiële bloedverlies aan te vullen.

45
Q

Wat is de rol van tranexaminezuur in de behandeling van trauma patiënten met een bloeding?

A

Tranexaminezuur is een antifibrinolyticum dat de afbraak van gevormde bloedstolsels vertraagt. Het wordt gebruikt om de kans op overlijden te verkleinen bij trauma patiënten met een bloeding, met een oplaaddosis van 1g IV, gevolgd door 1g per 8 uur.

46
Q

Wat is de behandeling voor een harttamponade?

A

Openen van het pericard waardoor het bloed ontlast kan worden. Dit kan middels thoracotomie (chirurgisch openen van de thorax).

47
Q

Hoe beoordeel je de neurologische status van een traumapatiënt in de ‘D’-fase van de traumabeoordeling en welke specifieke onderzoeken worden daarvoor gebruikt?

A

Dat gebeurt door het beoordeling van de:

Glasgow coma scale (EMV-score)
Onderzoek van de pupillen
Lateralisatie
Glucose

48
Q

Wat id e Glascow coma scale?EMV Score?

A

De Glasgow Coma Scale (GCS) of EMV-score is een klinische schaal die wordt gebruikt om het bewustzijnsniveau van een patiënt te beoordelen, vooral na hoofdtrauma.

Oogreactie (Eye) - Score 1 tot 4:
Geen oogopening (1)
Oogopening bij pijn (2)
Oogopening bij aanspreken (3)
Spontane oogopening (4)

Motorische reactie (Motor) - Score 1 tot 6:
Geen motorische reactie (1)
Extensie op pijnprikkel (abnormale buiging, decerebrate houding) (2)
Flexie op pijnprikkel (abnormale buiging, decorticate houding) (3)
Terugtrekken op pijnprikkel (4)
Lokaliseren van pijnprikkel (5)
Opdrachten uitvoeren (6)

Verbale reactie (Verbal) - Score 1 tot 5:
Geen verbale reactie (1)
Onverstaanbare geluiden (2)
Inadequate woorden (3)
Verward (4)
Georiënteerd (5)

49
Q

Hoe onderzoek je de pupillen?

A

Bij het beoordelen van de pupillen beoordeel je de:

Reactie op licht
Isocorie
Vorm van de pupillen
Indien er geen afwijkingen zijn, dan zijn de pupillen PEARRL. Dit staat voor Pupils Equal and Round Reactive to Light.

50
Q

Hoe onderzoek je lateralisatie?

A

Hier beoordeel je de lateralisatie van de extremiteiten. Hierbij wordt de symmetrie van kracht en beweging getest. Hierbij wordt beoordeeld:

Beweging van de bovenste extremiteiten
Krachtsverschil van de bovenste extremiteiten
Beweging van de onderste extremiteiten
Krachtsverschil van de onderste extremiteiten

51
Q

Glucoseeeee

A

DEFG → Don’t Ever Forget Glucose!

In de aanvullende onderzoeken in de C, wordt er een bloedgas afgenomen. Daarin wordt ook de glucose beoordeeld.

52
Q

Welke 4 vormen van intracraniele bloeding zijn er?

A

Subduraal hematoom
Epiduraal hematoom
Subarachnoidaal hematoom
Intracerebraal hematoom

53
Q

Wat is de Cushing-reflex en welke symptomen zijn kenmerkend voor deze reactie?

A

De Cushing-reflex is een neurologische reactie op verhoogde intracraniële druk en wordt gekenmerkt door drie hoofdsymptomen: verhoogde bloeddruk (hypertensie), verlaagde hartslag (bradycardie), en abnormale ademhalingspatronen.

54
Q

cushing reflex in stappen uitgelegd

A

1.Start met Verhoogde ICP: Oorzaken zoals een hersentumor, bloeding, of zwelling verhogen de druk in de schedel.

2.Verminderde Cerebrale Perfusie: De verhoogde druk drukt op bloedvaten in de hersenen, waardoor de bloedstroom naar de hersenen vermindert.

3.Reactie op Ischemie: De hersenen reageren door de bloeddruk te verhogen om de bloedstroom te herstellen en de hersenen van zuurstof te voorzien.

4.Systemische Hypertensie: Als reactie op verminderde bloedstroom in de hersenen, stijgt de bloeddruk in het lichaam.

5.Bradycardie: De verhoogde bloeddruk wordt gedetecteerd door baroreceptoren, wat leidt tot een verlaagde hartslag om de bloeddruk te normaliseren.

6.Abnormale Ademhaling: Voortdurende verhoging van ICP kan de ademhalingscentra in de hersenstam beïnvloeden, wat abnormale ademhaling veroorzaakt.

55
Q

Waarmee kun je intracraniele hypertensie behandelen? Noem ook dosis

A

met mannitol (indien aanwijzing voor inklemming) en/of hypertoon zout (3%)

Mannitol (20%) in a dose of 0.25-1.0 gm/kg
or
Hypertonic Saline (3%) in a dose of 3-5 cc/kg
Serum osmolality and serum sodium to be charted

56
Q

Hoe werken mannitol en hypertoon zout bij de behandeling van intracraniële hypertensie?

A

Mannitol en hypertoon zout zijn hyperosmolaire middelen die vocht onttrekken van de hersencellen via osmose, waardoor hersenoedeem vermindert en intracraniële druk (ICP) verlaagd wordt. Mannitol werkt ook als diureticum, terwijl hypertoon zout voornamelijk uit NaCl bestaat.

57
Q

Waarom heeft hypertoon zout de voorkeur boven mannitol bij patiënten met bloedverlies buiten het hoofd?

A

Bij bloedverlies elders dan het hoofd heeft hypertoon zout de voorkeur omdat mannitol een diuretische werking heeft, wat kan leiden tot verdere volumedepletie en hypotensie.

58
Q

Hoe wordt de diagnose van intracraniële bloedingen gesteld?

A

De diagnose wordt gesteld middels een CT-cerebrum. Bij vermoeden van een intracraniële bloeding tijdens de ATLS primary assessment, moet direct een CT-cerebrum worden uitgevoerd, mits de vitale waardes dit toelaten.

59
Q

Waaruit bestaat de beoordeling in de E?

A

Het doel van de E is om overige levens- en ledemaatsbedreigende op te sporen. De beoordeling bestaat dan ook uit:

Top-tot-teen inspectie
Temperatuurmeting
Log-roll (bij verdenking op fractuur van de WK)

60
Q

Leg de triad of death uit

A

Hypothermie: Daling van de lichaamstemperatuur, belemmert enzymatische processen en bloedstolling.
Coagulopathie: Verminderde bloedstolling als gevolg van hypothermie, wat leidt tot verder bloedverlies.
Metabole Acidose: Overproductie van zuur of onvermogen om zuur te verwijderen door slechte weefselperfusie en hypothermie.