ABCDE Flashcards

1
Q

Waarvoor gebruik je de CCR en/of de NEXUS

A

Om uit te sluiten of cervicale wervelkolom radiografie nodig is in een traumapatiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 5 punten van de NEXUS criteria waar een traumapatiënt aan moet voldoen?

A
  1. Geen posterior midline cervicale wervelkolom gevoeligheid
  2. Geen tekenen van intoxicatie
  3. Normaal alertheidsniveau
  4. Geen focale neurologische klachten/verslechtering
  5. Geen painful distracting injury
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn painful distracting injuries

A

Injuries zoals: ernstige fracturen, ernstige brandwonden, verwondingen waarbij de huid geheel weg is, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 high-risk factors zijn er bij de CCR criteria

A
  1. leeftijd > 65 jaar
  2. gevaarlijk voorval (val van hoogte, axiaal trauma, hoge snelheid botsing, etc.)
  3. paresthesie in de extremiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Als je niet meteen nekpijn hebt, maar wel een tijdje na het trauma en je je nek wel 45 graden naar links en naar rechts kan bewegen, is radiografie dan geïndiceerd volgens de CCR?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is vaak het eerste teken van volumedepletie?

A

Tachycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is vooral bij kinderen een teken van een ernstige shocktoestand?

A

Bloeddrukdaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk teken en waarom blijft dit teken achterwege bij oudere patiënten als er sprake is van volumedepletie?

A

Tachycardie. Dit blijft achterwege aangezien oudere patiënten vaak een beperkte capaciteit hebben om de HF te verhogen in reactie op bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar moet je op bedacht zijn bij atleten en volumedepletie/bloedverlies?

A

Atleten hebben vaak sterke compensatiemechanismen en kunnen normaliter al een bradycardie hebben, waardoor er een ander niveau van tachycardie is bij bloedverlies dan bij niet-atleten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer spreken we van shock

A

Als er onvoldoende aanbod van bloed of zuurstof aan de weefsels is in verhouding tot de behoefte. De oorzaak kan een absoluut of relatief tekort aan circulerend bloedvolume zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem bij elke letter van de ABCDE een symptoom of meerdere symptomen die voor kunnen komen bij shock

A

A: bedreigd indien verlaagd bewustzijn
B: tachypneu (vroeg stadium)
C: tachycardie, CRT > 2s, acra koud en klam, bleke huid, zwakke pols
D: verlaagd bewustzijn, verwardheid
E: afkoeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom hebben patiënten met een zeer ernstige shock dorst?

A

Door de ondervulling, een patiënt die dorst heeft door shock mag je niets te drinken geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In een toestand van shock:
Vindt er vasoconstrictie of vasodilatatie plaats in de periferie en waarom

A

Vasoconstrictie in de periferie om de centrale perfusie te verhogen.

In het geval van bloedverlies is dit er ook om de cardiac output te behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij bloedverlies en shock met de polsdruk?

A

De polsdruk neemt af.

(Doordat de diastolische bloeddruk stijgt door de vasoconstrictie in de veneuze circulatie om de veneuze bloedtoevoer naar het rechter atrium in stand te houden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij hoeveel bloedverlies zal hypotensie vaak pas optreden?

A

Bij een verlies van 30% van het totaal aanwezige bloedvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er met de inhoud van het vaatstelsel bij een distributieve shock?

A

De inhoud van het vaatstelsel neemt toe. Er is sprake van een relatief tekort aan volume

15
Q

Wat zijn 3 misleidende symptomen bij sepsis (in het kader van een septische shock)

A

Een normale kleur van de huid en het warm aanvoelen van de huid. Er kan sprake zijn van koorts of juist ondertemperatuur.

16
Q

Door welk letsel wordt een neurogene shock doorgaans veroorzaakt?

A

Door letsel aan het ruggenmerg.

17
Q

Door welke 2 mechanismes is er een relatief tekort aan bloedvolume bij een anafylactische shock

A

Door een toename van het vaatvolume en omdat er vocht uit de vaten naar de omliggende weefsels lekt, waardoor de weefsels zwellen

18
Q

Wat is de functie van adrenaline in het kader van anafylaxie?

A

Adrenaline:
1. Het wegvangen van histamine van mestcellen
2. Bronchodilatatie (Via beta 2 adrenerge receptoren)
3. Vasoconstrictie

19
Q

Waardoor kan een obstructieve shock worden veroorzaakt

A

Spanningspneumothorax, longembolie of harttamponade

20
Q

Wat zijn de enige dingen die je in een eerste hulp setting kan doen met een slachtoffer in shock

A
  1. Beschermen tegen verdere afkoeling met bv dekens
  2. platleggen om zo de centrale perfusie te verhogen
21
Q

Welke segmenten houden het diafragma ‘‘alive’’

A

C3, C4, C5

22
Q

Benoem alle graden van de E van de EMV score

A

E1: gesloten
E2: pijnprikkel
E3: aanspreken
E4: spontaan

23
Q

Benoem alle graden van de M van de EMV score

A

M1: afwezig
M2: stekken
M3: abnormale flexie
M4: flexie
M5: lokalisatie
M6: opdrachten kunnen uitvoeren

24
Q

Benoem alle graden van de V van de EMV-score

A

V1: afwezig
V2: onverstaanbaar
V3: woorden
V4: verward
V5: georiënteerd

25
Q

Binnen hoeveel tijd is trombolyse nog mogelijk bij een CVA en binnen hoeveel tijd een trombectomie

A

Trombolyse binnen 4,5 uur en trombectomie binnen 6 uur

26
Q

Wat gebeurt er in de tonische fase

A

Verkramping

27
Q

Wat gebeurt er in de clonische fase

A

De ledematen gaan ritmisch schokken

28
Q

Wat is de post-ictale fase?

A

Na een epilepsie aanval zijn slachtoffers nog enige tijd buiten bewustzijn, eenmaal bijgekomen zijn ze vaak verward en hebben ze last van amnesie

29
Q

In welke situaties bel je 112 bij een epileptische aanval

A
  1. Als iemand onbekend is met epilepsie
  2. Als iemand bekend is met epilepsie en de aanval duurt langer dan 5 minuten
  3. Als iemand bekend is met epilepsie en er volgt een tweede aanval
30
Q

Leg de triad of death uit

A

Indien de lichaamstemperatuur afneemt tot <34˚C, zullen er stollingsstoornissen optreden. Deze stollingsstoornissen leiden ertoe dat er geen stolsel zal ontstaan op de plek van de bloeding, waardoor het slachtoffer meer bloed zal verliezen. Door deze stoornis in de stollingscascade zullen er andersom ook stolsels kunnen ontstaan in de kleine bloedvaten. Dit leidt ertoe dat er het bloed de weefsels niet goed kan bereiken. Door shock zal het lichaam overgaan op een anaëroob metabolisme, met lactaatproductie als gevolg, wat weer zorgt voor verzuring.

Uiteindelijk zal er irreversibele schade ontstaan, met celdood tot gevolg. Ook hartspiercellen hebben dit te verduren, waardoor er een afname van de pompfunctie van het hart zal ontstaan door verzuring. De weefsels worden van steeds minder zuurstofrijk bloed voorzien, wat tot meer afkoeling zal leiden en dan is de cirkel compleet.