Addendum pijntrappen Flashcards
1
Q
Welke trappen van analgetica zijn er?
A
- niet-opioïde analgetica: lichte pijnstillers tegen lichte pijn
- zwakke opioïde analgetica: sterker werkende pijnstillers tegen hevige pijn
- sterke opioïde analgetica: sterkwerkende pijnstillers tegen de hevigste pijn
2
Q
Welke niet-opioïde analgetica zijn er?
A
- paracetamol
- acetylsalicylzuur
- NSAID’S
- Diclofenac
- ibuprofen
- naproxen
3
Q
Voorbeelden geneesmiddelen met paracetamol als werkzame stof
A
- paracetamol PO, IV
- Dafalgan PO, zetpil
- Perdolan PO, zetpil
- Algostase
4
Q
Wat zijn de gevolgen bij overdosering met paracetamol?
A
- hepatotoxiciteit met icterus
- symptomen pas na 24-28u
5
Q
Wat is de behandeling bij overdosering met paracetamol?
A
- acetylcysteïne IV
- bv. Lysomucil
6
Q
Voorbeelden acetylsalicylzuur
A
- aspirine
- aspegic
7
Q
Wat is een andere werking van acetylsalicylzuur? (niet pijnstillend)
A
- anti-aggregantia -> gebruikt in cardiale preventie
8
Q
Wat gebeurt er bij een overdosering met acetylsalicylzuur?
A
- convulsies, respiratoire depressie, metabole acidose, koorts, verwardheid, coma
- geen antidotum
9
Q
Voorbeelden NSAID’s
A
- diclofenac: voltaren
- ibuprofen: ibuprofen EG, brufen, nurofen
- naproxen, apranax, naproxene EG
10
Q
Wat gebeurd er bij een overdosering met NSAID’s?
A
- gastro-intestinaal letsel (ulcus, bloeding, perforatie), AMI, CVA, verlaagd BWZ
- geen antidotum
11
Q
Welke zwakke opioïde analgetica zijn er?
A
- combinatie paracetamol en dodeïne
- combinatie paracetamol en tramadol
- tramadol
12
Q
Voorbeeld combinatie paracetamol met codeïne
A
- Dafalgan codeïne PO
13
Q
Voorbeeld combinatie paracetamol met tramadol
A
- Zaldiar PO
14
Q
Voorbeelden Tramadol
A
- tradonal PO (druppels, smelttablet, capsules) (gewone of vertraagde afgifte), IV, SC, IM
- Contramal PO (druppels, capsules), IV
15
Q
Welke sterke opioïde analgetica zijn er?
A
- Buprenorfine (soms ook bij trap 2)
- Fentanyl
- Hydromorfon
- Morfine
- Oxycodon
- piritramide