Addendum: medicatie bij het hormonaal stelsel: diabetes Flashcards

1
Q

Wat zijn de indicaties voor insuline?

A
  • Type 1-diabetes
  • Type 2-diabetes, in monotherapie of in combinatie met andere antidiabetica, permanent of tijdelijk (acute glycemie-ontregeling bij chirurgische ingreep, trauma, ernstige infectie)
  • Diabetes bestaande vóór de zwangerschap en zwangerschapsdiabetes
  • Elke andere vorm van diabetes met verminderde insulinesecretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mogelijke ongewenste effecten van insuline?

A
  • Hypoglykemie
  • (Soms sterke) gewichtstoename
  • Lipodystrofie op de plaats van injectie, vooral bij slechte injectietechniek
  • Zelden: overgevoeligheidsreacties, soms gaande tot anafylactische shock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de mogelijke interacties met insuline?

A

Verhoogd risico van hypoglykemie en vermindering van subjectieve symptomen van hypoglykemie bij associëren met β-blokkers en na inname van alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bijzonder voorzorgen moet je nemen bij het gebruik van insuline?

A
  • troebele suspensie (insuline-isofaan) bij traagwerkende insulines -> goed homogeniseren => zwenken <-> anders hypoglykemie
  • goede injectietechniek en roteren injectieplaats <-> in lipodystrofie minder pijnlijk, maar minder goede opname
  • alle insuline SC injectie, maar:
    • ultrasnelwerkend kan SC via insulinepomp
    • (ultra)snelwerkend kan IV n (bv. bij keto-acidose of hyperosmolair coma).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke klassen van insuline zijn er?

A
  • Ultrasnelwerkende insuline-analogen
  • Snelwerkend
  • Intermediaire werkingsduur (traagwerkend)
  • Langwerkende insuline-analogen (ultratraagwerkend)
  • Mengsel van humane insuline
  • Mengsel met ultrasnelle analoge insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten insuline zijn er?

A
  • maaltijdinsuline analoge insuline
  • maaltijdinsuline humane insuline
  • basale insuline humane insuline
  • basale insuline analoge insuline
  • combinatie snelle insuline + traagwerkende insuline
  • combinatie ultrasnelle insuline + traagwerkende insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorbeelden van ultrasnelwerkende insuline-analogen: maaltijdinsuline analoge insuline?

A
  • NovoRapid®
  • Apidra®
  • Humalog®
  • Humalog® 200
  • Fiasp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het tijdstip van inspuiten bij ultrasnelwerkende insuline-analogen: maaltijdinsuline analoge insuline?

A
  • Humalog®, Apidra®, NovoRapid®: 15 tot 30 minuten vóór maaltijd
  • Fiasp®: 0-2 minuten vóór maaltijd, tot max 20 minuten na begin van maaltijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het werkingsprofiel bij ultrasnelwerkende insuline-analogen: maaltijdinsuline analoge insuline?

A
  • Start werking: na 10 min
  • Piek: 1-1,5 uur
  • Duur werking: 2-5 uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorbeelden van snelwerkend maaltijdinsuline humane insuline?

A
  • Actrapid®
  • Humuline® Regular
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly