Aandoeningen van het binnenoor Flashcards

1
Q

Wat zijn risicofactoren voor congenitaal, niet-erfelijk gehoorverlies?

A

1) TORCHS in utero
2) Familiale VG van slechthorendheid
3) Craniofaciale anomalieën
4) Bacteriële meningitis
5) Aminoglycosiden of lisdiuretica (ototoxische medicatie)
6) Laag geboortegewicht
7) APGAR 0-4 na 1’ of 0-6 na 5’
8) Hyperbilirubinemie
9) Kunstmatige beademing > 5d
10) Syndromale afwijking met gehoorverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef het acroniem voor infectieuze oorzaken van congenitale doofheid. Wat is het meest prevalent?

A

TORCHS

1) Toxoplasmose = chorioretinitis, hydrocefalie, intracraniële calcificaties.
2) Rubella = congenitaal gehoorverlies, cataract, hartafwijkingen, laag geboortegewicht, microcefalie, encefalitis, interstitiële pneumonie, hepatosplenomegalie, trombocytopenie, radiolucentie van lange botten.
3) CMV = icterus, petechieën, hepatosplenomegalie, microcefalie, intra-uteriene groeiachterstand, premature geboorte, gehoorverlies, chorioretinitis, neurologische afwijkingen.
4) HSV II = encefalitis = meest prevalent.
5) Syfilis = vroeg (symmetrisch en zwaar gehoorverlies met rhinitis en neusobstructie) vs laat (symmetrisch maar fluctuerend gehoorverlies, vlak audiogram, tinnitus- en vertigo-aanvallen, puntvormige, ingekeepte snijtanden, molaren met knobbels op kauwvlak, interstitiële keratitis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke medicatie is ototoxisch en kan dus leiden tot een verworven perceptieverlies?

A

1) Zware metalen
2) Salicylaten, NSAIDs
3) Antibiotica: aminoglycosiden, vancomycine, minocycline, erytromycine, ampicilline, topische toediening
4) Antimalaria middelen
5) Antimitotica
6) Diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen een dwarse en lengtefractuur van het rotsbeen?

A

Lengte fractuur (70%) = tgv zijdelings inwerkend geweld;
fractuur door squamae temporalis, mastoid, uitwendige gehoorgang en middenoor, soms sinus sphenoidalis;
laceratie gehoorgang, bloederige ottoroe, liquorroe;
conductief gehoorverlies;
facialisuitval na latentieperiode bij 10-20% pt => afwachtend

Dwarse fractuur (30%) = tgv van voor of achter inwerkend geweld;
fractuur door binnenoor met volledige uitval gehoor- en evenwichtsfuncties;
hemotympanum;
perceptief gehoorverlies, vaak ook vertigo;
facialisuitval zonder latentieperiode bij 40-50% pt => HK exploratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat een perilymfe fistel?

A

1) Toename CSV druk
2) Toename druk in middenoor
3) Barst of luxatie stapesvoetplaat
4) Congenitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een temporary threshold shift?

A

Een reversibele zwelling van haarcellen en onderliggende zenuwuiteinden tgv lawaaibeschadiging, herstel mits voldoende lange rustperiode in stille omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is presbyacusis? Wat is de typische kliniek en hoe kan je het herkennen op een spraakaudiogram?

A

Presbyacusis = ouderdomsslechthorendheid = symmetrisch perceptieverlies, vnl. thv hoge frequenties.
Typisch slechte spraakverstaanbaarheid (eerst in gezelschap of rumoerige omgeving, later ook bij tweegesprek in rustige omgeving), niet meer horen van hoge, scherpe tonen (deurbel, telefoon, …), oorsuizen.
Spraakaudiogram: recruitment = stijging van de intensiteit veroorzaakt een daling van de spraakverstaanbaarheid.
Behandeling: bilaterale hoorapparaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de criteria voor de diagnose van een (idiopathisch) plots perceptieverlies?

A

1) Minstens 30 dB
2) Minstens 3 opeenvolgende frequenties
3) Binnen 3d ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de kliniek van een immuungemedieerde binnenoorpathologie?

A

Subacuut perceptieverlies (uni- of bilateraal) met tinnitus, vertigo of drukgevoel in het oor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke bijkomende onderzoeken kan je doen bij een immuungemedieerde binnenoorpathologie?

A

1) Opsporen circulerende immuuncomplexen
2) IgG, IgM, IgA
3) Rheumafactor, Waaler Rose
4) CRP, BSE
5) Complementstudie
6) Anti-kern, anti-DNA, ANCA
7) Western blot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly