8. Hitte/explosie/elektrocutie/koude Flashcards

1
Q

Oververhitting

A

Lichaamstemperatuur > 41°C
Vormen
- hitteslag: gebrekkige afkoeling
- hyperthermie: ontregelde thermostaat
Pathologie
- hartfalen
- hersenzwelling
- nierfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verbranding

A

Rechtstreekse inwerking van hitte
Hittebronnen
- vuur
- droge warmte
- vochtige warmte
Brandwonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brandwonden, ernst

A

Verbrandingsgraad
- temperatuur
- contactduur
Uitgebreidheid
- % verbrande lichaamsoppervlakte
Leeftijd
Inwendige verbranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Brandwonden, graad

A

> 44°C: 1ste graad
50°C: 2de graad
60°C: 3de graad
400°C: 4de graad verkoling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Brandlijk, brandtorso (verkoling)

A

Boskershouding
Heat cracking
Roetafzetting
Hittefracturen
Brandhematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verloop verkoling bij 650-1000°C

A

10’: verkoling ledematen, boksershouding
15’: expositie armbeenderen, verkoling gelaat
20’: expositie schedel en ribben
30’: handen en rompwand weggebrand, expositie van ingewanden, verkruimeling buitenste botlaag schedel
60’: grote delen van ledematen en schedel opgebrand, aantasting ingewanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doodsoorzaak

A

Tijdens brand: brandlijk
Na de brand: brandwonden
- ademhalingsproblemen
- stofwisselingsproblemen
- infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Doodsoorzaak door brand

A

Rookvergiftiging
- CO
- CN
- O2-tekort
Hitte > 180°C
Inhalatieshock
Hitte-shock
Hitte-rigor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Forensische diagnose

A

Doodsoorzaak
- rookvergiftiging
- hitte-effect
Aard van overlijden
- zelfdoding door zelfverbranding
- in brandhaard: resten van poly-ethyleenfles en wasbenzine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fenomeen brand

A

Brand = zuurstof + brandstof + hitte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Brandtemperaturen

A

Woningbrand: 800-900°C
Autobrand:
- open ramen: 867-133°C
- gesloten ramen:
-> voeten: 29°C
-> hoofd: 266°C
-> dak: 603°C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Brandoorzaken

A

Hittebronnen
Elektriciteit
Ontbrandbare producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aard brand

A

Natuurlijk
Accidenteel
Brandstichting (6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Brandstichting

A

Abnormaal gedrag toeschouwers
Braaksporen
Sabotage
Multiepele brandhaarden
Brandversnellers?
- geur, puddling & spalling
- abnormale brandspreiding
- abnormale hitte-ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Forensisch onderzoek brand

A

Onderzoek brand
- info verzamelen
- onderzoek plaats
- onderzoek brandpuin
-> opsporen brandhaard en brandoorzaak
Onderzoek brandlijk
Sporenonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderzoek brandplaats

A

Point of origin
Grootste hitte-effect
Brandbaar materiaal
Brandversnellers?

17
Q

Onderzoek brandlijk problemen

A

Identificatie
Tijdstip overlijden
Doodsoorzaak
Aard van overlijden

18
Q

Brandlijk vitale tekens

A

Inademen rookgassen
- roet in luchtwegen
- CO in bloed
- CN in bloed
- brandversnellers
Inslikken roet
Krähenfüsse

19
Q

Definitie ontploffing

A

Vrijzetting van gecomprimeerd gas onder zeer hoge druk waarbij potentiële energie wordt omgezet in kinetische energie.

20
Q

3 componenten ontploffing

A

Blast
- blast wave: blast injury
- blast wind
-> missile injury
-> stomp trauma
Hitte: heat injury

21
Q

6 types letsels bij explosie

A
  1. Complete disruption
  2. Explosive injury
  3. Flying-missile injury
  4. Injury from falling masonry
  5. Burns
  6. Blast
22
Q

Destructief trauma

A

(zelfmoordtoeristen)
Onvolledige disruptie
- afrukken ledematen
- grote laceraties/avulsies
- inwendige laceraties in organen
Positie
- staan bij bom
- bomgordel/bom op schoot
- voorover over bom gebogen

23
Q

Explosie-trauma (short distance-missile injury)

A

Penetrating and perforating injuries
Peppering
Dust tattooing

24
Q

Factoren voor elektrocutie

A

Stroomintensiteit
- spanning
- weerstand
Contactduur
Stroomweg
- contactplaats
- aarding
Aard van de stroom
- gelijkstroom
- wisselstroom

25
Q

Elektrische stroom

A

A=volt/weerstand
Intensiteit: A
Spanning: volt
- kleinspanning
- laagspanning
- hoogspanning
Weerstand: ohm
- dikke en droge huid
- dunne en vochtige huid

26
Q

Elektrocutie, mechanisme overlijden

A

Mechanisme overlijden
- hartkamerfladderen
- hersenverlamming
- spierverlamming
- elektrothermisch trauma
Pathologie = stroomteken

27
Q

Bliksem

A

Hoogspanning
Elektrothermisch trauma
Magnetisatie en smelten metalen
Verscheurde kledij
Lichtenbergse figuren

28
Q

Thermoregulatie warmte-productie

A

Stofwisseling
Beweging
Bibberen

29
Q

Thermoregulatie wartme-afgave

A

60% straling
22% verdamping
18% geleiding

30
Q

Oorzaken koude

A

Temperatuursverschil
Onvoldoende bescherming
Zwakke lichamelijke toestand
Verminderd bewustzijn
Geestesstoornis

31
Q

Mechanisme (fysiopathologie) koude

A

Kerntemperatuur < 35°C
Fasen
- reactiefase: 35-32°C
- decompensatiefase: 32-28°C
- (schijn)dood, hartritmestoornissen: < 28°C

32
Q

Letsels koude

A

Uitwendig
- perniones
- vriesletsels
- rode lijkvlekken
- pseudorigor

Inwendig
- weefselversterf
- kleine bloedinkjes
- longontsteking
- meer suiker in urine

33
Q

Hide and die-syndroom

A

Paradoxale ontkleding
Chaos
Verbergen