2. Arts en overlijden Flashcards

1
Q

Functies wetsarts onderzoek overlijden

A

Vaststellen van het overlijden in België
Onderzoek ‘verdacht’ overlijden (draaiboek ‘plaats delict’)
Medicolegaal (forensisch pathologisch) onderzoek
- onderzoek ter plaatse
- autopsie
Ongewoon sterfgeval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wettelijke bepalingen overlijden

A

Vaststelling arts: model IIIC
Aangifte teraardebestelling-crematie: Ambt Burg Stand
Gerechtelijk onderzoek: PK/OR/Politie/Deskundige
Andere wetten (3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ambtenaar Burgerlijke Stand

A
  • aangifte: ID + model IIIC
  • maakt overlijdensakte: bij onbekend persoon: proces-verbaal
  • verleent toestemming begraving* (2)
    Strafbaar: begraven zonder aangifte en lijkverberging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vaststelling overlijden door arts (Model IIIC en IIID)

A

Model IIID:
- levendgeboren kind † < 1 jaar
- doodgeboren, levensvatbaar kind: aangifte
Model IIIC:
- strook C (anoniem – medisch geheim)
- strook A (voor ABS – medicolegaal belang)
- strook B (administratie)
- strook D (ambt burg stand)
-> verplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Agentschap Zorg en gezondheid

A

Controle en codering
Analyse
Publicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Crematie: decreet lijkbezorging

A

Ten vroegste 24u na aanvraag
Geen ger gen bezwaar:
- model IIC + attest natuurlijk overlijden vaststellende arts
- attest natuurlijk overlijden crematie arts
Wel ger gen bezwaar
- model IIIC + attest gewelddadig/verdacht/onbepaald overlijden vaststellende arts
- geen crematie arts
-> geen toestemming + aangifte -> PK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tekortkomingen arts

A

Schroom en betrokkenheid
Niet vertrouwd met situatie (~ buikgevoel)
Onvoldoende forensische kennis
Druk van politie/justitie
Relatieband mogelijk
Arts van wacht moet beslissen
Geen meldingsplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tekortkomingen magistraat

A

Interpretatiebevoegdheid ‘verdacht of gewelddadig’
- enkel voortgaand op politionele ‘verdachte’ elementen
- aard van overlijden telt (niet de doodsoorzaak)
Onvoldoende kennis forensische geneeskunde (politie en magistraat)
Niet vertrouwd met (forensisch) medisch onderzoek overlijden
Werkdruk en financiële druk
Doen niet altijd beroep op arts-specialisten gerechtelijke geneeskunde
Geen verplichte tussenkomst politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uitgangspunten overlijden

A

Nood aan een hoge en uniforme kwaliteitsnorm
De perfecte moord bestaat
De afstappingsparadox*
- twee filters
- valkuilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Val keldertrap

A

Rode stippen oogleden: dichtsnoeren keel
Blauw oog: gevallen, impact, schedelbasisbreuk
Breuk op bodem oogkas
Zwart bij linkerkaak: gevolg van vuist
Horentjes op strottenhoofd gebroken
Bloedvlek op andere plaats dan trap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spaghettimoord

A

Rode neus
Kneuzing elleboog
3 kalmeermiddelen (haar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Forensisch PM onderzoek

A

Doelstellingen
- oorzaak overlijden
- aard overlijden
3 pijler aanpak
- deskundig forensisch medisch onderzoek (forensisch patholoog) (2)
- politioneel tactisch onderzoek
wetenschappelijk-technisch (sporen)onderzoek
Wanneer
- ongewoon sterfgeval
- elk ger gen bezwaard overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Principes forensisch PM onderzoek

A

Beheer plaats delict
- sporenonderzoek
- chain of custody
Professionals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wetsarts

A

Arts specialist in ger gen
Of arts specialist in opleiding ger gen onder supervisie arts specialist
Of wnr niet anders kan arts uitwendige schouwing onder supervisie erkend centrum ger/for gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Medicolegaal onderzoek

A

Plaatsschouwing
- Inwinnen inlichtingen (2)
- Observatie (3)
Uitwendig onderzoek
- Post mortem veranderingen
- Lichaamsinspectie: bijzondere aandacht voor (5)
Sporenonderzoek
- Bemonsteren (microsporen!)
- Bloedpatroonanalyse
Autopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uitwendige lijkschouwing vragen

A

Is het een lijk? zekere doodstekens
Wie is het?! identificatie
Sinds wnr is het een lijk?! tijdstip overlijden, postmortaal interval
Waarom is het een lijk?! oorzaak en aard overlijden
Waar gestorven? sporenbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Onderzoek ter plaatse

A

Inwinnen info
Plaatsonderzoek-sporenonderzoek
Volledige uitwendige lijkschouwing voor en na ontkleding
- lijksverschijnselen (4)
- algemene constitutie
- letelbilan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Gerechtelijke autopsie

A

Strafrecht
- PK/OR
- verdacht of gewelddadig overlijden
- bepaling aard overlijden
Ministeriële omzendbrief ‘waardig afscheid nemen’
Medicolegal autopsy rules

19
Q

Inwendig onderzoek (autopsie)

A

Laagsgewijze lijkopening
Steeds de drie lichaamscompartimenten
- borst - buik - schedel
- pptekenen hoeveelheid lichaamsvochten
- dissectie van alle organen + biopsies
Halsdissectie (1)
Staalnamen(– 30 °C) (1)

20
Q

Aanvullende onderzoeken

A

Histologie (verplicht)
Toxicologie (routine)
Speciale dissecties (4)
Post mortem beeldvorming
Biochemie, microbiologie, odontologie, osteologie, genetica …

21
Q

Toxicologie

A

Opsporen toxische stoffen
Onderzoek naar bewustzijnsbeïnvloeding /handelingsbekwaambaarheid
Steeds te correleren met autopsiebevindingen
Cave interpretatie (3)
*suikerhoeveelheid in bloed vlak voor overlijden = suikergehalte + melkzuurgehalte

22
Q

Post mortem biochemie

A

Bloed/serum
- insuline
Oogbolvocht
- elektrolieten
- ureum
- suiker: Traube-som (lactaat, glucose)

23
Q

Moleculaire biologie

A

DNA
- automatisering/snellere techonologie
- microsporen
- persoonskenmerken
- dierlijk en plantaardig DNA
mRNA: herkomst lichaamsdeel sporen
Identificatie gen defecten
- plotse hartdood
- slow en rapid metabolisers
-> moleculaire autopsie

23
Q

Forensische beeldvorming

A

Identificatie/herkenning personen
- beeldverbetering en vergelijking
- gelaatsreconstructie
Fotogrammetrie: 3D reconstructie
Total body scan
- detectie letsels (botfracturen, luchtembolie…)
- 3D documentatie letsels
- virtuele en reële reconstructie

24
Q

Forensische post mortem opdrachten

A

Identificatie
Documentatie gezondheidstoestand
Onderzoek verwondingen (3)
Bepaling doodsoorzaak
Bepaling mechanisme van overlijden
Bepaling tijdstip van overlijden
Verzamelen van ‘bewijzen’ (sporenonderzoek)

25
Q

Forensisch nut autopsie

A

De perfecte moord is een niet ontdekte doding wegens
- niet of slecht onderzocht
- foutieve klassificatie als natuurlijk/zelfdoding/ongeval
België heeft een (zeer) lage forensische autopsieratio
*Bijna onmogelijk om geen sporen achter te laten

26
Q

Onmogelijk sterfgeval

A

Uitwendige lijkschouwing ter plaatse
Inwendige lijkschouwing (autopsie)
Sporenonderzoek

27
Q

Randomstadigheden (politioneel)

A
  • aanwezing elementen die kunnen wijzen op criminele feiten
  • niet verklaarde aanwezigheid derden
  • overduidelijke afwezigheid bepaalde items
  • overlijden dat niet werd gemeld
  • overlijden op de werkvloer waar er een vermoede is van afrekening of crimineel opzet
28
Q

High/low profile

A
  • gelinkt aan crimineel milieu
  • bekleed met hoge of lage maatschappelijke status, aanleiding tot geruchten
29
Q

Ongevallen

A

= plotse ongeplande gebeurtenis dat schade veroorzaakt
Aansprakelijkheid
- arbeids/burgerrechtelijk
- strafrechtelijk: onopzettelijke doding
*veel ongevallen worden niet gemeld/onderzocht

30
Q

Zelfdoding

A

Strafrechtelijk
Aansprakelijkheid
Lot nabestaanden (2)
Niet alle zelfdodingen zijn zelfdodingen (2)
*populairst: verstikking, vergiftiging, verdrinking

31
Q

Bijzondere zelfdodingen

A

Openbare plaats/andermans eigendom
Onduidelijke omstandigheden
Bij (te verwachten) geruchten, ruchtbaarheid, ongeloof familie…
Van persoon met ‘verleden’
Indien het vuurwapen ontbreekt, niet in de onmiddellijke nabijheid ligt of twijfel doet rijzen (vb. geweer)
Bijzondere methode zoals
- gewelddadige (3)
- vergiftiging
- met plasticzak

32
Q

Doding

A

Onopzettelijke doding
Doodslag
Moord
Kindermoord
Vergiftiging

33
Q

Bijzondere situaties persoon

A

Chronische alcoholieker
- natuurlijk
- accidentieel
- doding
Alleenwonende
- alles is mogelijk
- alcoholisme
- Diogenes-syndroom

34
Q

Diogenes syndroom

A

Alleenwonende man/vrouw
Verregaande veronachtzaming van:
- Persoonlijke hygiëne
- Hygiëne in en rondom eigen woning
Psychiatrische aandoening: obsessief-compulsieve stoornis/verzamelwoede
Weigering van communicatie/ Sociale isolatie
Weigering van alle goedbedoelde hulp
Afwezig schaamtegevoel eigen gedrag

35
Q

Plots/onverwacht/onverklaard overlijden

A

Plotse collaps
Overleden in ongekende omstandigheden
Vaak
- geen (gekende) medische voorgeschiedenis
- ‘jonge’ leeftijd
- collaps tijdens inspanning
- dood in bed
- alleenwonende dood aangetroffen

36
Q

Functionele hartdood

A

‘erfelijke’ hartritmestoornissen
Stress-dood (stresshormonen, bv. adrenaline)
- extreme geestelijke stress (2)
- extreme lichamelijk inspanning (2)
Meestal in combinatie met ziekte hart/bloedvaten

37
Q

Bijzondere situaties

A

Fysieke inspanning (sport)
- hartpathologie (2)
- uitputting / fysieke stress
- commotio (contusio) cordis
- ‘doping’ (stimulantia / steroïden)
Agressie / agitatie
- arrestatie (2)
- homicide by heart attack
- geëxciteerd delirium [(maligne) hyperthermie] (2)

38
Q

SUDEP

A

= onmiddelijke hartritmestoornissen met dood tot gevolg
Onstabiele epilepsie
Schuim = longoedeem + heftige ademhalingsbewegingen

39
Q

Differentiële diagnose schuimzwam

A

Opiaat intoxicatie (heroïnedode)
Verdrinking
Massief longoedeem
- acute hartsdecompensatie
- epilepsie
- hypoglycemisch coma
- verstikking

40
Q

Wiegendood

A

Sudden Unexplained Infant Death
-> plotse † van kind < 1 jaar zonder aantoonbare oorzaak na
- autopsie, inclusief toxicologisch onderzoek
- onderzoek omstandigheden en medische voorgeschiedenis
Typisch: dood in wiegje op leeftijd van 2-4 maand
Onbekende oorzaak
- long QT-syndroom
- metabole aandoening
Risicofactoren: buikligging - warmte – roken
Autopsie : niet-specifieke bevindingen (4)
In 15% specifieke oorzaak
- congenitale (hart)afwijkingen
- infectie/sepsis
- cave asfyxie

41
Q

Wiegendood alarmtekens

A

Voorgeschiedenis: ALTE, koorts, stuipen, hospitalisatie
> 6 maand
Vers rood bloed
Schuimzwam
Trauma:
- (peri-)orale letsels, blauwe plekken (kneuzingen), fracturen…
- cave reanimatie
Discordanties (vb. PMI ≠ verhaal)

42
Q

Wet van 26 maart 2003 (wiegendood)

A

Autopsie bij
- elk overlijden < 18 maanden
- onverwacht – medisch onverklaarbaar
Recht op weigering door ouders/voogd
Centrum voor wiegendood (art. 4)

43
Q

Forensisch onderzoek wiegendood

A

Plaatsschouwing + reconstructie
Autopsie (2)
Toxicologisch onderzoek
Desgevallend (2)
EINDCONCLUSIE pas na revisie medisch (pre- en postnataal) dossier en uitklaring omstandigheden van overlijden.