3. Thanatologie Flashcards

1
Q

Vitale functies en organen

A

Ademhaling: longen
Bloedsomloop: hart
Sturing: hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cardiorespiratoire criteria

A

Ademhalingsstilstand
Circulatiestilstand
Uitval zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schijndood

A

Vergiftiging
Onderkoeling
Verdrinking
Epilepsie
Elektrocutie
Schedel-hersentrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hersendood

A

Bij kunstmatig in leven houden
Transplantatiewet
- wegname organen na overlijden (2)
- vaststelling overlijden (3)
- verdacht/gewelddadig overlijden (2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Postmortale verschijnselen

A

Vroegtijdige lijksverschijnselen
- lijkvlekken
- lijkstijfheid
- lijkafkoeling
Laattijdige lijkverschijnselen: ontbinding
- autolyse
- rotting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Info over lichaamshouding bij/na overlijden

A

Lokalisatie
Verplaatsbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Info over overlijdensduur (lijkvlekken)

A

Vanaf 30 min: vlekken
Na 3-6u: geconflueerd
Tot 6u: volledig verplaatsbaar
Tussen 6-12u: gedeeltelijk verplaatsbaar
Tot 20-24u: wegdrukbaar
Na 24u: gefixeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Info over doodsoorzaak (lijkvlekken)

A

Kleur
Intensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lijkstijfheid en beïnvloedende factoren

A

ATP-hypothese
- ATP: verslapping
- ATP-verbruik: spierverstijving
- Autolyse: spierverslapping
Beïnvloedende factoren
- spierontwikkeling
- lichaamsinspanning
- temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tijdsverloop lijkstijfheid

A

Chronologie
- Begin vanaf ± 3 u.
- Volledig na ± 6 - 8 u.
- Maximaal na ± 12 - 24 u.
- Verdwijnen vanaf ± 2 - 3 d.
Herstel eerste ± 8 u.
Regel van Nysten
- Boven -> onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beïnvloedende factoren lijkstijfheid

A

Spiersterkte
Snellere afname ATP
- warmte
- inspanning: eventueel kadaverspasme (4)
Tragere afname ATP
- koude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lijkstijfheid info over

A

Overlijdensduur
Lichaamshouding
Omstandigheden voorafgaand aan overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beïnvloedende factoren lijkafkoeling

A

Persoonsgebonden
- lichaamstemperatuur
- lichaamsgewicht
Omgevingsgebonden
- lichaamsbedekking
- lucht vs water / stilstaand vs bewegend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitdroging

A

Vertroebeling cornea (lens)
Teken van Tonelli
‘tache noire’ (Sommerse vlek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Supravitaliteit

A

Mechanische spierreactie
Elektrisch
Chemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontbinding

A

Autolyse
- enzymatische zelf-oplossing
Rotting
- begint na 3tal dagen
- bacteriële activiteit
- kenmerken
-> rottingsvocht
-> rottingsgas
-> verkleuring
-> verweking

17
Q

Beïnvloedende factoren ontbinding

A

Omgeving: regel van Casper
Temperatuur: bacteriële populatie
Diervraat

18
Q

Entomologie (lijkenfauna)

A

Tijdstip van overlijden
- seizoen
- cyclus
- golven
Toxicologie
DNA
Maskeren wonden

19
Q

Skelletering

A

Blootgesteld 1m-1j
Begraven 3j-6j
- toestand voor begraven
- grafcondities (5)
Ligduur
- < 30j: glibberig, vochtig, geur, zwaar
- > 30j: droog, licht, geurloos, broos

20
Q

Mummificatie

A

Uitdroging
Droog en warm
Langere overlijdensduur
Bewaringsvorm
- uitwendige contouren
- verwondingen

21
Q

Adipocire

A

Vetverharding
Vochtig en luchtdicht
- waterlijk
- lijk in plasticzak
Langere overlijdensduur
Bewaringsvorm