7. Mijn kleerkast Flashcards
zeven
seven
mijn kleerkast
my (cloth) closest
mijn kledingkast
my (cloth) closet
de korte broek
the short pants
de lange broek
the long pants
de trui
the sweater
de jas
the jacket
de rits
the zipper
de broek
the pants
het T-shirt
the T-shirt
de sportkleding
the sportcloth
de sjaal
the scarf
het ondergoed
the underware
de hoed
the hat
de spikerbroek
the jeans
de riem
the belt
de rok
the skirt
de sokken
the socks
de handschoenen
the gloves
de schoenen
the shoes
de laarzen
the boots
het overhemd
the shirt
de jurk
the dress
Wat wil jij vandaag dragen om naar de school te gaan?
What will you wear today to go to school?
Wat wil jij vandaag aandoen om naar de school te gaan?
What will you put on today to go to school?
Ik wil een rok dragen om naar de school te gaan.
I will wear a skirt to go to shcool.
Ik wil een rok aandoen om naar de school te gaan.
I will put on a skirt to go to school.
Wat wil jij aandoen op de bruiloft van Josine en Roel?
What will you put on on the wedding of Josine and Roel?
Ik wil een paarse jurk aandoen op the bruiloft.
I will put on a purple dress for the wedding.
Ik wil een paarse jurk aandoen om naar de bluiloft te gaan.
I will put on a purple dress to go to the wedding.
