2. Mijn huis Flashcards
1
Q
het huis
A
house
2
Q
het balkon
A
balcony
3
Q
het raam
A
window
4
Q
de deur
A
door
5
Q
het slot
A
lock
6
Q
de sleutel
A
key
7
Q
de garage
A
garage
8
Q
de tuin
A
garden
9
Q
het glas
A
glass
10
Q
de slaapkamer
A
bedroom
11
Q
de badkammer
A
bathroom
12
Q
de wasmachine
A
washing machine
13
Q
de trap
A
stairs
14
Q
de keuken
A
kitchen
15
Q
de airco
A
AC
16
Q
de eetkamer
A
dinning room
17
Q
de televisie
A
television