7 Flashcards
1
Q
to take over
A
overnemen
2
Q
taken over by machines / gépek veszik át
A
overnemen door machines
3
Q
the information
A
de informatie
4
Q
an annual subscription
A
een jaarlijkse abonnement
5
Q
I can spend time with my family
A
ik kan tijd aan mijn familie besteden
6
Q
to click
A
klikken
7
Q
the digital age / a digitális korszak
A
het digitale tijdperk
8
Q
work oriented
A
werkgericht
9
Q
job oriented thing
A
werkgericht zaak
10
Q
to become
A
worden
11
Q
boring
A
saai
12
Q
bored
A
vervelend
13
Q
to visit
A
bezoeken
14
Q
pedestrian street
A
voetgangers straat
15
Q
structured
A
gestructureerd
16
Q
to prohibit / megtilt
A
verbieden
17
Q
to invent / feltalál
A
uitvinden
18
Q
to discover
A
ontdekken
19
Q
if a lesson cannot take place / ha egy tanórára nem kerülhet sor
A
als een les niet door kan gaan
20
Q
to agree
A
afspreken
21
Q
circle
A
kring
22
Q
signet / (kedvezmény)pecsét
A
zegel
23
Q
senior citizens
A
bejaarden
24
Q
building
A
gebouw
25
to build
bouwen
26
parkinghouse
parkeerhuis
27
ideal
ideaal
28
to leak
lekken
29
sink
wasbak
30
to play cards
kaarten
31
presence / jelenlét
aanwezigheid
32
my sick mother
mijn zieke moeder
33
ten times
tienmaal
34
ten times more
tien keer meer
35
to join
meedoen
36
You speak with Adam Jurnyik.
Met Adam Jurnyik.
37
Shall we go to the movies?
Zullen we naar de film gaan?
38
Would you like to go to the cinema with me?
Heb je zin om met mij naar de bioscoop te gaan?
39
Are you going to the cinema?
Ga je mee naar de bioscoop?
40
sugary soft drinks
zoete frisdranken
41
junk food
ongezonde voeding
42
everything is going to be alright
alles komt goed
43
do not worry
maak je geen zorgen
44
a broken arm
een gebroken arm
45
collision with a car
botsing met een auto
46
exam (2)
tentamen, examen
47
note
aantekening
48
to report
opgeven
49
first aid kit
EHBO doos
50
to revive / újraéleszteni
herleven
51
to bind / kötözni
binden
52
Heimlich maneuver
Heimliche manoeuvre
