10 Flashcards
1
Q
river
A
rivier
2
Q
pond
A
vijver
3
Q
hands-on / gyakorlatias
A
praktijkgericht
4
Q
practice-like
A
praktijk achtig
5
Q
letter box
A
brievenbus
6
Q
letter, letters
A
letter, letteren
7
Q
letter, letters
A
brief, brieven
8
Q
to deliver
A
afleveren
9
Q
purple
A
paars
10
Q
sweater
A
trui
11
Q
stocking
A
kous
12
Q
striped / csíkos
A
gestreept
13
Q
dotted
A
gestippeld
14
Q
to reuse
A
hergebruiken
15
Q
you’re welcome
A
graag gedaan
16
Q
pitfall / csapda, verem
A
valkuil
17
Q
trap / csapda, kelepce
A
val
18
Q
bait, decoy / csali
A
aas
19
Q
to happen (+ múlt)
A
gebeuren / zijn gebeurd
20
Q
at the end of the year
A
aan het eind van het jaar
21
Q
to complete
A
afronden
22
Q
in ten minutes
A
over tien minuten
23
Q
to offer
A
aanbieden
24
Q
turn right
A
sla rechtsaf
25
turn left
sla linksaf
26
corridor
gang
27
at the end of the hallway
aan het einde van de gang
28
to take a rest
rust nemen
29
because of
vanwege
30
brush / ecset
borstel
31
paint
verf
32
mainly (2)
vooral, met name
33
not necessarily
niet per se
34
to cut into cubes
in blokjes snijden
35
to lend / kölcsönöz
uitlenen
36
to place
plaatsen
37
I am bored.
Ik verveel me.
38
This is boring.
Dit is saai.
39
to play cards (2)
kaarten, kaart spelen
40
one - other
ene - andere
41
cooked eggs
gekookte eieren
42
broken arm
gebroken arm
43
silver, gold chain
zilveren, gouden ketting
44
to open
openen
45
by Friday at the latest
uiterlijk op vrijdag
46
before Friday
voor vrijdag
47
mailbox
brievenbus
48
to send
verzenden
49
to post
op de post doen
50
to lean back / hátradőlni
naar achterleunen
51
put your head against the sink
hou je hoofd tegen de wasbak
52
I lean against the wall
ik leun tegen de muur
53
at the end of the year
aan het eind van het jaar
54
to pour (2)
gieten, inschenken
55
to turn
afslaan
56
sunshade / napernyő
zonnescherm, zonnedoek
57
to visit my grandmother
bezoeken mijn oma
58
to throw in the garbage can
gooien in de vuilnisbak
59
to throw to the ground
gooien naar de grond
60
to store
opslaan
61
to place bicycle
fiets plaatsen
62
to join the group
meedoen aan de groep
63
very nice
heel aardig
64
to open your book on page 34
open je boek op pagina 34
65
theory-oriented
theoriegericht
66
readable
leesbaar
67
a person of 16
een persoon van 16
68
to reverse / tolat
achteruitrijden
69
to drive forwards / előre haladni
vooruit rijden
70
to reverse parking / tolatva parkolni
achteruit parkeren
71
to park ahead / előre felé parkolni
vooruit parkeren
72
good at math
goed in wiskunde
73
before the end of the year
voor het eind van het jaar
74
at the end of the corridor
aan het eind van de gang
75
to refill shelves
schappen hervullen
76
kb. tíz nap
een dag of tien
77
kb. 11 órától
van een uur of elf
78
it worked for me
het werkte voor me
79
at university
aan universiteit