6. Anxiolytica Flashcards

1
Q

Buspiron wordt voornamelijk gebruikt bij de behandeling van:

a) Schizofrenie
b) Depressie
c) Angststoornissen
d) Bipolaire stoornis

A

Angststoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een belangrijk neveneffect van langdurig benzodiazepinegebruik?

a) Slaapstoornissen
b) Afhankelijkheid
c) Hyperactiviteit
d) Gewichtstoename

A

Afhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het werkingsmechanisme van beta-blokkers bij de behandeling van angststoornissen?

a) Blokkering van serotonine receptoren
b) Blokkering van noradrenaline receptoren
c) Stimulatie van GABA receptoren
d) Inhibitie van dopamine receptoren

A

Blokkering van noradrenaline receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke stof is een niet-benzodiazepine anxiolyticum dat werkt via serotonine receptoren?

a) Diazepam
b) Lorazepam
c) Alprazolam
d) Buspiron

A

Buspiron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een veelvoorkomend neveneffect van beta-blokkers bij de behandeling van angst?

A

a) Gewichtstoename
b) Hypotensie
c) Sedatie
d) Droge mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke receptor subtype is voornamelijk betrokken bij de anxiolytische werking van benzodiazepines?

a) NMDA
b) GABAA
c) 5HT1A
d) D2

A

GABAA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly